Bogota, Colombia. Bron: Flickr
Opinie, Politiek -

Colombia, zestig jaar al zeer gewelddadig, toch geen ‘regime’

Colombia is het enige Latijns-Amerikaanse land dat zich aansluit bij de oproep voor een militaire invasie in buurland Venezuela door VS-president Trump. Brazilië onder Bolsonaro volgt binnenkort. Hét argument is de verslechterde mensenrechtensituatie in Venezuela de voorbije vier jaar. Colombia is ondertussen al zestig jaar het meest gewelddadige land van Latijns-Amerika. Toch wordt de regering daar nooit een 'regime' genoemd ...

woensdag 14 november 2018 10:30
Spread the love

Het was een historische mijlpaal. Vredesakkoorden op 24 november 2016 na 50 jaar interne gewapende conflicten tussen het reguliere leger en guerrillastrijders. Alhoewel. De strijders van de grootste verzetsbeweging FARC legden toen de wapens neer, maar niet de andere guerrilla, het kleinere Nationaal Bevrijdingsleger (ELN.) Die zijn nu ook al geruime tijd aan het onderhandelen. Blijkbaar zijn ze niet happig om er vaart achter te zetten. Niet te verwonderen als we de kwalijke reputatie van de Colombiaanse staat en opeenvolgende regeringen in acht nemen. 

Een eerste vredesakkoord mondde uit in uitroeiing

Begin jaren 1980 probeerden de FARC-leiders reeds een eerste keer een vredesakkoord te bereiken met toenmalig president Belisario Betancur. In 1984 werd effectief een akkoord ondertekend. Als resultaat stichtten het jaar daarop verschillende verzetsfracties de politieke partij Unión Patriótica (UP).

Het vredesakkoord werd echter niet in de praktijk uitgevoerd. Wel integendeel. De belangrijkste leiders van de UP werden vermoord en met hen duizenden partijleden. De Inter-Amerikaanse Commissie voor de Mensenrechten in Washington verklaarde daarover: “… deze zaak behelst opeenvolgende en zware schendingen van de mensenrechten tegen meer dan 6.000 personen, die actief waren in de UP in 1984”. De Commissie besloot dat “de onderzoeken onvoldoende waren en geen echte opheldering over de verantwoordelijken van de uitroeiing opleverden”.

Een half vredesakkoord in 2016

Het recente vredesakkoord tussen de FARC en Colombiaans president Juan Manuel Santos in november 2016 ging gepaard met veel officiële bombarie. Niet zo onder brede lagen van de bevolking die al decennia lang in een gewelddadige maatschappij overleeft en die door politieke propaganda misleid wordt, vooral van senator (en voormalig president) Álvaro Uribe .

President Santos legde het akkoord voor aan de bevolking in een referendum, maar die keurde het af, ook het Colombiaanse Congres wrong tegen. Na het mislukte referendum eiste de oppositie onder leiding van Uribe aanpassingen aan het bereikte akkoord.

Uribe was zelf president van 2002 tot 2010. Op de lijst van het Amerikaanse Defense Intelligence Agency van 1991 staat hij nog steeds op nummer 82 van belangrijkste drugsdealers van Colombia. Begin 2018 opende een rechtbank van het noordwestelijk departement Antioquia een onderzoek naar zijn banden tussen met paramilitaire groeperingen (betaalde huurlingen en doodseskaders).

Algemeen wordt aangenomen dat hij de oprichter en financier is van de paramilitaire groep Convivir. Dit is alvast geen geruststellend voorteken voor de ontwapende FARC-strijders, die nu blootgesteld zijn aan de onberekenbare grillen van een vijandige politieke samenleving. Bovendien is Iván Duque, de nieuwe president sinds 7 juni 2018 lid van de partij van Alvaro Uribe en tegenstander van het vredesakkoord.

De voorbije vijf jaar werden tijdens de onderhandelingen met de regering en sinds de ondertekening van de vredesakkoorden reeds meer dan 75 FARC-leden vermoord.

Paramilitaire bendes breiden nog uit

Het Peruviaanse nieuwsagentschap Noticias Aliadas berichtte op 24 februari 2018 dat paramilitairen en criminele bendes het grondgebied dat de FARC ontruimden nu onder elkaar betwisten. Volgens Global Witness is dit voor inheemse- en Afro-Colombiaanse gemeenschappen een drama. Zij proberen immers opnieuw het traditioneel grondgebied te recupereren, dat hen tijdens vijftig jaar burgeroorlog ontnomen werd. Zij worden nu systematisch vervolgd, bedreigd en in bepaalde gevallen vermoord. Volgens pater Javier Giraldo is het aantal agressies van deze gewapende bendes tegen de bevolking even groot als van de Nationale Politie. Giraldo doet al jaren onderzoek over de mensenrechten in zijn land.

Volgens het officieel discours van de regering is er geen sprake meer van paramilitaire bendes. Het zou gaan over misdadigers van gemeenrecht. De talrijke klachten van de bevolking hebben er toe geleid dat er tijdens de gesprekken van de vredesakkoorden in Havanna een speciaal hoofdstuk over het fenomeen van de paramilitairen werd voorzien.

“Sinds meer dan vijftig jaar bestaat er een wettelijke vorm van paramilitairen, netwerken van burgers die ingezet werden in oorlogstaken”, schrijft Javier Giraldo daarover in zijn rapporten. Resultaat? Tussen begin 2016 en augustus 2018 werden 333 mensen vermoord, die opkwamen voor de verdediging van de mensenrechten. Het Colombiaans Instituut van Studies voor Ontwikkeling en Vrede INDEPAZ heeft het zelfs over meer dan 400 vermoorde mensen in diezelfde periode. 

Wie zijn de slachtoffers? Leden van de raden van bestuur van lokale gemeenschappen en van de politieke oppositie die niet akkoord gaan met het regeringsbeleid, ontwapende FARC-strijders, zij die opkomen voor het recht op grond en op het grondgebied, leraren van het openbaar onderwijs, boeren, inheemsen en leden van de Afro-Colombiaanse gemeenschappen. Tijdens de eerste helft van 2018 werden ook 121 journalisten bedreigd.

Colombia heeft al tientallen jaren meer interne vluchtelingen

Gedurende vele jaren reeds kent Colombia het fenomeen van de ‘desplazados internos‘, (personen die binnen het grondgebied van het land op de vlucht zijn), interne vluchtelingen, ontheemden, mensen die met geweld uit hun huizen, dorpen en streek verdreven worden. Mensen slaan op de vlucht om te ontsnappen aan lokale of regionale oorlogssituaties, bedreigingen, afpersingen en agressie.

Door te vluchten probeerden jongemannen te vermijden dat zij ontvoerd en vermoord werden en achteraf als trofee zouden verschijnen op het palmares van legerofficieren die beweerden ‘weer eens een gewapende guerrillero uitgeschakeld te hebben.’  Vooral onder president Uribe was deze tactiek van de ‘falsos positivos’ een courante praktijk.

Volgens de UNHCR heeft Colombia sinds juni 2018 Colombia de meeste interne vluchtelingen ter wereld, met ongeveer 7,7 miljoen interne vluchtelingen, meer nog dan Syrië, .

Het leeuwenaandeel van de interne vlucht, 83 procent van de al dan niet gewelddadige verplaatsing van mensen, heeft te maken met het recht  grondbezit. Tot op vandaag verdrijven paramilitaire bendes, betaald door semi-feodale grootgrondbezitters en multinationals, met geweld de lokale boerengemeenschappen van hun akkers en gronden die ze al eeuwen bewerken.

Multinationals, die er naar mineralen graven, zijn op hun beurt verantwoordelijk voor een groot deel van deze tragedie. Jaar na jaar dikken de cijfers aan. De VN-Vluchtelingenorganisatie (UNHCR) berichtte dat er in 2016 124.295 interne vluchtelingen bijgekomen waren en in 2017 nog eens 91.431. Daarmee komt volgens UNHCR sinds juni 2018 Colombia op de eerste plaats ter wereld, nog voor Syrië, met ongeveer 7, 7 miljoen interne vluchtelingen.

Alles bij elkaar merkwaardig dat Colombia een excellente bondgenoot van de VS en van president Donald Trump is en blijft en een bondgenoot is om het ‘regime’ in Venezuela omver te werpen. Met de aardolie in Venezolaanse bodem heeft dat uiteraard niets te maken.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!