Charlie Hebdo in Turkije

Ook in Turkije leidde de moordaanslag bij Charlie Hebdo in Parijs en de daarop volgende gijzelingsacties tot veel verontwaardiging. Het kwam er tot verschillende demonstraties waarbij duizenden de straat op gingen. Maar er waren natuurlijk ook commentaren, van politici, columnisten en twitteraars.

donderdag 15 januari 2015 16:46
Spread the love

Hoewel satirische tijdschriften in Turkije al eerder zijn bedreigd en
te maken hebben gehad met gewelddadige aanvallen, sloeg de schrik
daar stevig toe. Een cartoonist zei:

“Cartoonisten worden niet beschermd in Turkije. Als de vrijheid van
meningsuiting niet gegarandeerd wordt, kunnen de onmenselijke
gebeurtenissen bij Charlie Hebdo voor inspiratie zorgen om te
trachten die te herhalen.”

Voor dat laatste zal vooral de Turkse cartoonist vrezen die op de dag
van de aanslag via een anoniem telefoontje geadviseerd werd de tv aan
te zetten om “een indruk van zijn toekomst te krijgen”.

Candar

Premier Davutoglu ging naar de massale demonstratie in Parijs en
president Erdogan condoleerde zijn collega Hollande tijdens een
telefoongesprek. De populaire cartoonist Musa Kart, die eerder een
aanklacht van Erdogan aan de broek kreeg, reageerde met een spotprent
waarop de Turkse president zegt: “Ik veroordeel de aanslag, tien
jaar gevangenisstraf voor de cartoonisten was voor mij genoeg
geweest.”

Op de dag van de aanslag noemde het Turkse ministerie van
Buitenlandse Zaken islamofobie en racisme in Europa als oorzaken van
terrorisme. De columnist Cengiz Candar stoorde zich daaraan:

“Deze woorden zijn op zich niet verkeerd. Ze hadden terecht kunnen
zijn voor een politieke wetenschapper, of voor een professor in de sociale
psychologie. Maar als ze uitgesproken worden door de Turkse Buitenlandminister op de dag waarop Charlie Hebdo werd aangevallen,
wat de gehele wereld in woede deed ontsteken, dan zijn ze wel
verkeerd.”

Candar had liever een onvoorwaardelijke veroordeling van de aanslag
gezien. In de praktijk volgde daar echter vaak een ‘maar’ achter.

Israël

Erdogans ‘maar’ ging over Israël. Er zouden zoveel mensen de
straat op moeten gaan wanneer dat land misdaden pleegt tegen
Palestijnen, vond hij. Daarmee had hij een punt, al blijft het ook nu
weer de vraag of Erdogan in de eerste plaats uit humanitaire redenen
op de bres springt voor Palestijnen, of vooral omdat het zo goed valt
bij de achterban van zijn Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling
(AKP).

Feit blijft dat Erdogan zich veel minder opwindt over misdaden met
een islamitische achtergrond dan over die van Israël. Dat hij zou
zwijgen over de 37 dodelijke slachtoffers van een aanslag door
al-Qaeda in Jemen, op dezelfde dag van de dramatische gebeurtenissen
in Parijs, viel dan ook te verwachten.

Aan de andere kant kan dit Erdogan moeilijk kwalijk genomen worden,
want voor CNN was die aanslag in Jemen evenmin reden tot breaking
news
. Om het maar niet te hebben over de recente gruweldaden van
Boko Haram in Nigeria, die eveneens in de schaduw kwamen te staan van
de moorden in Parijs. Tja, het hemd is nu eenmaal nader dan de rok…

Als Erdogan voor een algemeen recht op vrijheid van meningsuiting had
gestreden (wat hij niet doet), dan had hij iets kunnen zeggen over de
kwestie rond Maurice Sinet, de cartoonist die in 2009 door Charlie
Hebdo
werd ontslagen nadat hij in een cartoon had gesteld dat de zoon van
Nicolas Sarkozy het ver zou schoppen door met een Jodin te trouwen.

De conclusie dat er verschillende maatstaven gelden als het om
vrijheid van meningsuiting gaat, is zo snel getrokken. Een met de
Jewish Defense League geassocieerde website bedreigde Sinet
overigens. “20 centimeter roestvrij staal in het lijf van de
klootzak om hem het zwijgen op te leggen”, schreef men daar.

Sahin/Escobar

AKP-parlementariër Ali Sahin omschreef de aanslag als een scene uit
een film en vond het “gedachteprikkelend” dat er geen verkeer was
in de straat waar de redactie van Charlie Hebdo is gevestigd. Verder
zei Sahin:

“Het moment waarop de aanvaller het voertuig verliet en op de
liggende politieagent schoot prikkelt eveneens de gedachten. Het
pistool werd niet afgevuurd in de richting van de politieagent, maar
was voor hem gericht. Er was geen bloed.”

Sahins opmerking sloot aan bij geluiden als zou de Franse “diepe
staat” de aanslag hebben geënsceneerd om de haat jegens moslims op
te stoken; geluiden die ook in AKP-kringen hoorbaar waren.

Nu zijn ze bij de AKP verzot op samenzweringstheorieën, zelfs als
die erg onwaarschijnlijk zijn, maar in dit geval stond men niet
alleen. De Amerikaanse publicist Pepe Escobar overwoog eveneens een
rol van de Franse geheime dienst.

Escobar hanteert het principe dat zij die het meeste voordeel halen
uit een misdaad de meest waarschijnlijke daders zijn. Dat zijn in dit
geval voor hem degenen die de islam willen “demoniseren”.

Kort door de bocht, want radicale moslims zouden ook op chaos uit
kunnen zijn via een explosie van islamofobie. Dat wil zeggen, om een
confrontatie te bewerkstelligen. De terrorismestrategieën van
tegenovergestelde kampen kunnen elkaar zeker overlappen. Dat het in
de jaren zeventig vaak volstrekt onduidelijk was of een aanslag door
radicaal links of extreemrechts was gepleegd, zegt genoeg.

Maar goed, dwars door alle samenzweringstheorieën eiste Al-Qaeda in
Jemen de verantwoordelijkheid op voor de aanslag in Parijs, al zal
ook dat de samenzweringstheoretici waarschijnlijk niet overtuigen.

Karahsanoglu

Verder zijn er de reacties in de regeringsgezinde media in Turkije.
Interessant, want die gelden vaak als indicatie voor wat er werkelijk
binnen de AKP leeft. Hier ging men zo ver om tot op bepaalde hoogte
een rechtvaardiging voor de aanslag te zoeken.

Ali Karahsanoglu van de rechtse krant Yeni Akit schreef een column
onder de titel: ‘Moeten we de gebeurtenissen in Frankrijk
veroordelen?’ Karahsanoglu:

“Ik zou er niet over peinzen om bij een dergelijke aanslag
betrokken te zijn, of iemand aan te moedigen geweld te plegen, maar
wanneer ik gevraagd word om het te veroordelen zeg ik: ‘Wacht
even.’ Omdat ze de islam belachelijk maken en met hun karikaturen
de profeet minachten en kleineren. Hun redactionele beleid was zeker
gericht op het bespotten van mensen. Ze luisterden niet naar de
waarschuwingen van hen die adviseerden om van koers te veranderen.
Als er dan iets gebeurt wordt van ons verwacht dat te veroordelen.
Dat ligt niet zo eenvoudig.”

Faruk Köse, een andere columnist van die Yeni Akit, constateerde dat
woorden als ‘oorlog’ en ‘vergelding’ vaker in de Koran staan
dan ‘vrede’. Dat maakt de islam tot een oorlogzuchtige religie
voor Köse. Figuren als Wilders zullen graag inhaken op dat soort
inzichten. Met Yeni Akit is het bestrijden van islamofobie dweilen
met de kraan open.

Twitter

AKP-trollen op Twitter voelden zich evenmin geroepen om de aanslag
volmondig te veroordelen. Een van hen schreef:

“Dit kwaad [de cartoons van Charlie Hebdo] kan niet gerechtvaardigd
worden met het argument dat ze ook cartoons over de paus hebben
gemaakt. Het aanvallen van een religie weegt als terrorisme zwaarder
dan een gewapende aanval.”

Verder werd nogal eens verwezen naar het westerse kolonialisme, en
dan met name naar dat van Frankrijk. Alsof dat de moord op
cartoonisten rechtvaardigt die part noch deel hadden aan de door de
Franse staat begane misdaden. Bovendien, zo wordt het ook acceptabel
om onschuldige Turkse burgers te vermoorden als vergelding voor
misdaden die Turkse en Ottomaanse regeringen pleegden tegen Koerden
en Armeniërs.

PS: Net voordat ik dit artikel af wilde sluiten verscheen het nieuws dat
alle websites die de cover van de deze week verschenen editie van
Charlie Hebdo
hebben afgebeeld ontoegankelijk gemaakt zullen worden
in Turkije.

Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een
politieke biografie van Turkije (Uitgeverij EPO, Antwerpen, 2012)

take down
the paywall
steun ons nu!