Opinie - Jan Buelens

Caterpillar: een wet van hoop voor het zwarte land

De sluiting van Caterpillar kan een katalysator zijn om eindelijk een aantal taboes rond collectief ontslag te laten sneuvelen, zo stelt advocaat Jan Buelens.

donderdag 15 september 2016 16:51
Spread the love

Ware het niet dat Charles Michel in de plenaire vergadering van de Kamer het gedrag van Caterpillar hekelde, de aangekondigde sluiting zou in Vlaanderen geen nieuws meer zijn geweest. Met 2.200 jobs die bij het hoofdbedrijf op de tocht staan en meer dan 3.000 bij de onderaannemers, misstaat deze sluiting nochtans niet na die van Ford in 2014. En het is niet dat men in Vlaanderen een bouwwerf vindt zonder machines van Caterpillar.

Is het gebrek aan aandacht ten noorden van de taalgrens dan een uiting van een soort onverschilligheid? Dat de sluiting symbool staat voor de desindustrialisering van Wallonië en het gevecht om dat af te wenden bij voorbaat verloren is? Nochtans kan deze sluiting ironisch genoeg een katalysator zijn om eindelijk een aantal taboes rond collectief ontslag te laten sneuvelen.

Le pays noir in rouw

De felheid waarmee Charles Michel Caterpillar aanvalt doet op het eerste gezicht verbazen. Het is namelijk niet dat zijn regering uitblinkt in werknemersvriendelijkheid. Een waarschijnlijke verklaring voor zijn strijdbare opstelling is dat hij het alleenrecht van de aanklachten niet wil overlaten aan de PS en PVDA.

Al zullen er weinigen te vinden zijn om de wijze goed te praten waarop Caterpillar een streek met torenhoge werkloosheid met een overdosis miserie injecteert. Het procedé is gekend: met een kurkdroge mededeling vanuit het buitenlands hoofdkantoor worden duizenden werknemers en gezinnen op een ijskoude douche getrakteerd. En de sense of timing wordt daarbij niet uit het oog verloren: de dag na de aankondiging zou de stad Charleroi haar 350ste verjaardag vieren. Een beter symbool dat deze multinational geen enkele band heeft met de aangrenzende stad en haar inwoners, is nauwelijks denkbaar. Zelfs opgeroepen door het parlement, stuurt het zijn kat.

De wet-Renault in vraag

Tegenover een dergelijke minachting van de werknemers en de overheid, past slechts een kordaat antwoord op hetzelfde niveau. Een onteigening of inbeslagname van de grond en het materiaal is een denkbare maatregel op korte termijn.

Maar deze (brutale) sluiting moet ook leiden tot een meer diepgaande reflectie. Met name rijst de vraag of het (multinationale) ondernemingen niet moeilijker moet worden gemaakt om hun bedrijf te kunnen sluiten.

Charles Michel kondigt aan dat de wet-Renault in dit verband zal worden herbekeken om te zien of “alle evenwichten nog goed zitten”.

Dat is geen klein understatement.

Nadat Renault bijna 20 jaar geleden de deuren sloot (kurkdroge mededeling in een Brussels hotel) werd met veel bombarie een wetgeving aangenomen die paal en perk moest stellen aan dergelijke brutale sluitingen.

Deze wet (‘houdende bevordering van de tewerkstelling’ als officiële titel, jawel) bevat niets meer of minder dan het principe dat een onderneming eerst moet aankondigen dat het wil sluiten, waarna het op vragen van vakbonden moet antwoorden en hun alternatieven moet onderzoeken. Dit heet de informatie- en raadplegingsprocedure. Maar op het eind van de rit beslist de onderneming (meestal verandert er niets aan het oorspronkelijke plan). Elk patronaal advocatenkantoor heeft een mooi draaiboek hiervoor klaarliggen en wie dat volgt, riskeert zo goed als niets. Honderden ondernemingen maakten hier ondertussen dankbaar gebruik van. In de 20 jaar dat de wet bestaat werd geen enkele sluiting teruggedraaid of geen enkele schadevergoeding toegekend.

Zit er dan niets in deze wet voor de vakbonden? Toch wel. In de praktijk maken zij gebruik van de fase waarin ze vragen mogen stellen en alternatieven mogen voorstellen om een sociaal plan te onderhandelen. Eens dat er is, betuigen zij hun goedkeuring met de antwoorden die ze kregen van werkgeverszijde. Op dat moment kan de werkgever met een volledig gerust gemoed de sluiting afronden.

Een compromis à la belge, zo lijkt het wel. Maar bij vele betrokken werknemers toch vaak met een zure nasmaak.

Toen in 2014 de Zweedse coalitie het levenslicht zag, vond ze dat het welletjes was geweest met die recalcitrante vakbonden die nog teveel mogelijkheden hadden om overal stokken in de wielen te steken. Direct of indirect geïnspireerd door schrijfsels van de VBO’s en VOKA’s van deze wereld, vond ze er niet beter op dat in het regeerakkoord op te nemen dat de informatie- en raadplegingsprocedure uit de wet-Renault moet worden ingekort. Op die manier zouden de vakbonden de enige hefboom verliezen die ze nog hebben om een sociaal plan af te dwingen.

Als Charles Michel dus deze wet in evenwicht wil brengen, zou hij best dit idee uit het regeerakkoord naar de annalen van de geschiedenis verwijzen.

Een eerbetoon voor le pays noir

Het zou van meer respect getuigen voor le pays noir en zijn werknemers en inwoners om het geweer van schouder te veranderen en het te richten ten opzichte van hen die lak hebben aan elke sociale overweging.

De wetgeving op sluiting en collectief ontslag zou fundamenteel moeten worden herzien, en dit op meerdere punten. Ten eerste zouden winstgevende bedrijven niet zonder meer moeten kunnen ontslaan. Ten tweede zou de overheid of de rechter de toestemming moeten geven alvorens over te gaan tot ontslag. Ten derde zou het sociaal plan bij onderaannemers moeten worden afgestemd op dat van het hoofdbedrijf.

Ongetwijfeld zullen sommigen nu al steigeren, maar dan verliest men uit het oog dat dit maatregelen zijn die in onze buurlanden bestaan. België wordt vaak afgeschilderd als het land met een rigide arbeidswetgeving. Dat het hier een klein paradijs is om mensen te ontslagen, wordt er gemakshalve niet bijverteld. En natuurlijk gaan deze voorstellen in tegen het afbouwen van het arbeidsrecht zoals we dat al enkele decennia van neoliberalisme meemaken. Maar Caterpillar toont aan waar die afbouw toe leidt en dat het hoog tijd is het roer om te gooien.

Tot slot zou een werkelijk beschermend arbeidsrecht ingeval van collectief ontslag een prachtig gebaar zijn ten opzichte van Charleroi, haar werknemers en inwoners.Charleroi is de bakermat van de sociale wetgeving. Vooral in 1886 (juist 150 jaar geleden) ging het er hard aan toe. Geconfronteerd met een rampzalige en uitzichtloze sociale situatie – zo treffend onder woorden gebracht door Vincent van Gogh – kwamen arbeiders massaal in opstand. Die opstand werd bloedig neergeslagen. In Roux werden 20 arbeiders neergeschoten; ze worden nog elk jaar passend herdacht. De leiders van de opstand werden zwaar gestraft1 op basis van bepalingen die nog altijd in ons wetboek staan. Nochtans zag de overheid zich nadien verplicht sociale wetgeving aan te nemen. Deze geschiedenis zou voor iedere student verplichte leerstof moeten zijn.

Charleroi, 350 jaar oud en 150 jaar geleden de plaats waar de sociale wetgeving ontstond. Als de sluiting van Caterpillar niet alleen kan leiden tot drastische maatregelen op korte termijn (onteigening, inbeslagname) maar ook tot een werkelijk beschermend arbeidsrecht op lange termijn zou in het heden iets zijn gerealiseerd wat voor de toekomst van onmetelijk belang zal zijn.

Een verkorte versie van deze tekst verscheen eerder in De Tijd en L’echo

1 Het Red Star Line Museum in Antwerpen toont een film waarin je kan zien dat een van hen – Oscar Falleur – veroordeeld werd tot 20 jaar dwangarbeid. Hij werd na 2 jaar vrijgelaten, doch onder voorwaarde dat hij naar Amerika trok. Daar mocht hij ei zo na niet binnen doch via de steun van de Amerikaanse vakbonden lukte het hem toch. Hij kwam terecht in Philadelphia, waar wel meer glasblazers uit Charleroi waren heengetrokken.

take down
the paywall
steun ons nu!