Tussen 18 en 24 maart trok de directie van Carrefour langs de met sluiting of franchisering bedreigde winkels. Vaak was het ceo Gérard Lavinay himself die er sprak met de vakbonden en met het personeel.

Jan De Weghe, federaal secretaris van de socialistische vakbond BBTK had de indruk dat Lavinay deze keer wel oren had naar de voorstellen van de werknemers.

“Lavinay was verbaasd over de kennis van onze afgevaardigden. Ik heb er hem op gewezen dat de topmannen van Carrefour misschien wel hoge diploma’s hebben, maar dat ze het bedrijf altijd weer zeer snel verlaten. Onze afgevaardigden hebben wel een jarenlange ervaring bij Carrefour”, zegt Jan De Weghe.

Volgens De Weghe heeft die ronde Lavinay ook deugd gedaan. “Lavinay werd pas zes maanden geleden aangesteld. Het was voor hem aangewezen om eens te gaan luisteren op het terrein. Bij het personeel werd dit initiatief positief onthaald.”

De werknemers wezen de directie op de lacunes in het herstructureringsplan. Sommige winkels die dicht moeten, liggen in elkaars buurt. Er wordt geen rekening gehouden met bushaltes die binnenkort opengaan.

“De directie reageerde soms verbaasd op de concrete situatie op het terrein. Een voorbeeld: de Carrefour in Eupen, nochtans in Duitstalig gebied, had al in jaren geen Duitstalige folder meer gepubliceerd”, aldus De Weghe.

De vakbonden deden ook nog andere voorstellen. De Weghe: “Volgens ons moet Carrefour door een aanpassing van de openingsuren inspelen op regionale noden. Aan de kust gelden andere winkelgewoonten dan in de Ardennen. Maar ook met zomer- en wintertijd moet de winkel rekening houden. In de winter gaan mensen minder laat naar buiten. Dat is interessant, omdat de  personeelskosten met vijftig tot honderd procent stijgen bij avond- en weekendwerk.”

Volgens De Weghe kan Carrefour ook scoren met meer kwaliteitsproducten en verse vleeswaren. BBTK maakt zich sterk dat zo bijna alle winkels gered kunnen worden.

De Weghe vindt de plannen om winkels te sluiten commercieel niet verstandig. “Carrefour maakte vorig jaar nog winst, maar de directieleden zijn niet tevreden met een totaalplaatje dat winstgevend is. Ze focussen op die vestigingen waar het slecht gaat. Maar ik denk dat de aanwezigheid in het straatbeeld ook belangrijk is. Een winkel langs de kant van de weg is reclame an sich en elke vestiging is belangrijk om de markt in te palmen.”

Op de ondernemingsraad van 1 april moet blijken of Lavinay ook echt rekening houdt met de opmerkingen en voorstellen van het personeel. Dan zou er ook stilaan duidelijkheid moeten komen over de plannen van Mestdagh (de groep achter de Champion-winkels die interesse vertoont in de overname van enkele Carrefours).

Topman Erik Mestdagh liet verstaan dat de groep misschien toch geïnteresseerd is in enkele winkels in Vlaanderen. Tot nu toe was er enkele sprake van de overname van 20 Carrefour-vestigingen in Brussel en Wallonië.

Volgens Mestdagh hoeft er bij een overname niet noodzakelijk sprake te zijn van een sociaal bloedbad. De Weghe vreest wel dat er gemorreld zal worden aan de loon- en arbeidsvoorwaarden van de werknemers. “Als Mestdagh tien kassiersters nodig heeft in een vestiging waar er twintig tewerkgesteld zijn, dan zal een aantal van hen als poetsvrouw ingezet worden. De arbeids- en de loonvoorwaarden van het Carrefourpersoneel  zullen bij een overname veranderen. De winkelketen Champion hoort bij paritair comité 202 (zo’n comité verenigt de werkgevers en de vakbonden van een bepaalde sector, nvdr). Carrefour hoort bij PC 312 dat een beter loon garandeert en dat minder flexibiliteit verwacht van het personeel. Als Mestdagh het personeel van Carrefour dus wil aannemen moet hij raken aan hun arbeidsvoorwaarden.”

En wat als de directie de voorstellen van de werknemers dan toch naast zich neerlegt? “Dan zal BBTK niet aarzelen om vast te stellen dat het sociaal overleg bij Carrefour een lege doos is en dan zullen we onze verantwoordelijkheid nemen”, klinkt het nog.