FOTO: Hans Hemmert
Carly Wijs

Carly Wijs over Wij/Zij

Hoe maak je het onbespreekbare bespreekbaar? Dat wat niet te begrijpen is, begrijpelijk. Als je Beslan intikt op Google en de afbeeldingen bekijkt voel je dat je vastgeklonken bent aan de beelden. Je komt niet meer los van de gruwel. Het feit dat het onderwerp ook kinderen betreft maakt dat gevoel nog sterker. Het is de gruwel in de overtreffende trap. Waarom dan juist over dit onderwerp een jeugdvoorstelling maken?

vrijdag 26 september 2014 10:52
Spread the love

Toen de vraag van BRONKS kwam
of ik geïnteresseerd was in het maken van een jeugdvoorstelling was de aanslag
in Naïrobi net achter de rug. Ik had het in de kranten meegekregen en niet
besproken met mijn zoon, maar hij zag het zelf op het jeugdjournaal bij Ketnet
en kwam naar me toe om het te vertellen. De manier waarop hij erover sprak was
heel specifiek: objectief, afstandelijk, zonder de emotionele implicaties te
kunnen overzien. Eigenlijk het nieuws brengen als feit, als opeenvolging van
gebeurtenissen. Zonder daar een oordeel aan te verbinden. Het lijkt alsof de
gruwel voor een kind een heel andere betekenis heeft omdat het op geen enkele
manier in relatie staat tot zijn eigen leven. Een kind denkt niet: dat had ik
kunnen zijn. Dit kan ook met mij gebeuren. Iets wat een volwassene automatisch
wel aanneemt. Dit was voor mij de ingang om met een onderwerp als Beslan aan de
slag te gaan. Waarom Beslan. Het drama speelde zich af op een school. De eerste
schooldag is iets waar ieder kind zich toe kan verhouden. Dat de terroristen
juist die dag en die plek uitkozen om hun actie uit te voeren getuigt van een
verregaande perversie, maar daar gaan we het niet over hebben. Dat is nu weer
een discussie die door volwassenen wordt gevoerd: waarom gebeurt dit? Een kind
kan die vraag niet beantwoorden en hoeft die vraag ook niet te beantwoorden.
Dat is het voorrecht van kind te zijn.

Bij de research stuitte ik vervolgens op de BBC-documentaire Children of Beslan. In
deze aangrijpende documentaire wordt het verhaal van de gijzeling verteld door
de kinderen die het hebben meegemaakt. Daar trof ik diezelfde specifieke manier
van vertellen als bij mijn zoon: een feitelijk relaas van gebeurtenissen.
Afstandelijk bijna. Wat natuurlijk niet betekent dat die kinderen geen enorm
trauma hebben te verwerken, maar helaas zal dat voor veel van hun pas later
naar bovenkomen. Het enige dat leek te tellen voor de kinderen was dat de
getuigenis zo precies mogelijk werd verteld, maar wat de emotionele implicatie
is van hetgeen hun is overkomen lijkt voor hen 
in die documentaire nog geen belang te hebben.

Het is door die documentaire dat ik besloten heb om
het verhaal volledig vanuit het perspectief van het kind te vertellen. Dat
perspectief wordt heel letterlijk genomen, omdat in de voorstelling ook
duidelijk het verschil tussen het perspectief van de jongen enerzijds en het
meisje anderzijds zichtbaar wordt. In de voorstelling vertellen twee kinderen
zo precies mogelijk wat er is gebeurd in die drie dagen dat de gijzeling
duurde. Die precisie neemt soms de vorm aan van een wetenschappelijke
verhandeling of rekenkundige toepassing zoals je krijgt op de lagere school.
Maar soms vlucht het kind regelrecht in de armen van de fantasie. 

Want een ander treffend element uit de documentaire
Children of Beslan was de manier
waarop de kinderen probeerde te ontsnappen aan de gruwel door het wapen van de
fantasie. Een jongetje fantaseerde dat Harry Potter zou komen met zijn
ontzichtbaarheidsmantel en de terroristen een voor een zou uitschakelen.
Anderen fantaseerde dat het allemaal een film was en niet echt.  Zo ook de kinderen uit de voorstelling Wij/Zij. In hun poging te overleven
verzinnen ze oplossingen, extreem droevige of extreem gelukkige eindes van de
gijzeling en laten ze hun angsten los door te vluchten in het imaginaire.  

Los van Children
of Beslan
viel me ook op dat in de eindeloze reeks documentaires over dit
onderwerp altijd dezelfde tragische pointes werden gemaakt. Op het moment van
de gijzeling zaten er een kleine 1200 mensen opgesloten in de school. Buiten de
school moeten er dus minstens tweeduizend mensen hebben gestaan, als het er
niet veel meer waren. Maar in de documentaires zie je toch steeds dezelfde tien
of vijftien fotogenieke taferelen. De mensen met de grootste wanhoop zag je in
iedere documentaire terug. Blijkbaar hebben we de behoefte om zelfs bij het
meest gruwelijke dat geen verdere uitleg behoeft, toch nog het dramaknopje in
te drukken. En daardoor wordt je als kijker geleid en kom je nooit meer voorbij
de conclusie: o wat is dit erg. Hier valt niets meer over te zeggen. Op zo’n
moment valt het denken stil, terwijl het juist bij dit soort zaken van
essentieel belang is dat je kritisch kijkt en verder denkt.  

Het is ook ontstellend om te zien hoe in het
kielzog van dit sentimenteel dramatisch kijken het zwart/wit (Wij/Zij) denken
ontstaat. Het verfrissende van de kinderblik is dat deze zich nog niet laat
leiden op die manier. Er is bij het kind nog niet zo’n dramatische
interpretatie die verbonden wordt met het eigen leven. Als er al dramatisch
wordt geïnterpreteerd, dan is dat spel.
En dat is waar Wij/Zij over gaat.

data: 27/9, 19.00 + 28/9, 15.00 + 1/10, 14.30

waar: Bronks, Brussel

take down
the paywall
steun ons nu!