Ongeveer 1500 mensen verzamelden zich op het Nathan Philips-plein in Toronto om te protesteren tegen het antiterreurwetsvoorstel C-51. Hiermee heeft de Canadese stad zich aangesloten bij de reeks van 55 demonstraties die verspreid over het land op de “nationale actiedag” hebben plaatsgevonden. Organisatoren van deze actiedag zijn onder andere de vakbond BC Government and Service Employees’ Union (BCGEU), Open Media (een organisatie die zich toelegt op de bescherming van online-rechten), en burgerparticipatie-organisatie Lead Now.

#StopC51

Via de Twittercampagne #StopC51 hebben betogers het bereik van hun boodschap weten te vergroten. David Christopher, communicatiemanager van Open Media, zei: “We willen echt een zo een groot mogelijke oproep doen in het land en laten zien hoeveel Canadezen tegen dit wetsvoorstel zijn.”

In Toronto maakte men met drumwerk, leuzen en borden met de tekst “Wet C-51 is on-Canadees” en “Vrijheid geen Angst” de afkeer jegens het wetsvoorstel kenbaar, schreef de Canadese krant The Globe and Mail die dag. Er bestaan grote zorgen om burgerlijke rechten en vrijheden in het land. De Canadese krant liet enkele betogers aan het woord: “Het creëert een situatie waarin je schuldig bent mits het tegendeel wordt bewezen, en dat is iets wat we in Canada niet moeten hebben.” “Natuurlijk moeten we terroristen stoppen, maar niet op deze manier,” zei Ayesha Khan.

In totaal hebben duizenden Canadezen op de straat tegen het
wetsvoorstel gedemonstreerd. Ook grote steden als Vancouver, Ottawa en
Montreal stonden in het teken van actie. Honderden betogers stonden buiten
het kantoor van de conservatieve premier Stephen Harper in Ottawa, voordat
ze in een protestmars naar het parlement liepen.

Harper heeft zich in bepaalde delen van de samenleving niet geliefd gemaakt. Onder zijn leiding
heeft de Canadese regering het antiterreurwetsvoorstel C-51 in januari
geïntroduceerd. Het wetsvoorstel zou meer bevoegdheden geven aan de overheid
en de inlichtingendienst Canadian Security Intelligence Service (CSIS) inzake de opsporing van terreurverdachten.

Speld in een hooiberg

Mensenrechtenadvocaat Paul Copeland noemt C-51 “het meest gevaarlijke wetsvoorstel” sinds de zogenaamde War Measures Act in 1970, die de politie de bevoegdheid geeft huiszoekingen te doen zonder bevel. Volgens critici betekent het wetsvoorstel een inperking van burgerlijke vrijheden en het recht op privacy.

Copeland krijgt bijval van Daniel Therrien, lid van de Canadese privacycommissie. In een eerder verschenen open brief in The Globe and Mail zegt Therrien: “Wetsvoorstel C-51 opent de deur tot de verzameling, analyse en mogelijk permanent opslaan van persoonlijke informatie van alle Canadezen – alleen om een speld in een hooiberg te kunnen vinden.”

De inperking van het recht op privacy zou voornamelijk gelden in het internetverkeer van burgers. Jared Goldman, een betoger in Toronto, zei hierover: “Ik ben met Facebook, Instagram en andere sociale media verbonden. Hoewel ik niets verkeerds doe, kan mijn online-informatie gebruikt worden om me als terrorist te kunnen bestempelen.”

Irrationele angst

Verschillende politici zijn naar uiteenlopende delen van het land getrokken om zich bij de betogers te voegen. In Toronto zei Groen-partijleider Elizabeth May: “[Mr. Harper] wil dat Canadezen irrationele angst ontwikkelen voor iedereen – voor verschillende culturen en religies. Hij wil ons verdeeld en bang zien… Canadezen zullen niet bang zijn om voor hun rechten op te staan.” 

Peggy Nash en Andrew Cash, parlementsleden voor de New Democratic Party, staken een hart onder de riem van de betogers. “Eeuwenlang hebben generaties gevochten voor onze vrijheden die onze levens vandaag vormgeven… Onze burgers hebben het recht om zich uit te spreken”, zei Cash.

Partijgenoot Thomas Mulcair sprak in Montreal: “C-51 is een wetsvoorstel dat ons recht op vreedzaam protest in gevaar kan brengen. (…) Meneer Harper heeft nooit een voorbeeld van de noodzaak van dit wetsvoorstel kunnen geven.”

Vrijheid en veiligheid hand in hand

De conservatieven in de nationale politiek zeggen dat ze nog steeds achter het antiterreurwetsvoorstel staan. Woordvoerder Mr. Blaney verklaart: “We verwerpen het gegeven dat, telkens we over veiligheid praten, dit automatisch een bedreiging van onze vrijheden zou betekenen. Canadezen begrijpen dat hun vrijheid en veiligheid hand in hand gaan, en verwachten van ons dat we ze beschermen. Dit is wat deze wetgeving gaat doen.”