Zou deze metrohalte vandaag nog dezelfde naam dragen? (Egypte, Caïro , juni 2009)
Opinie, Nieuws, Afrika, Politiek, Palestina, Israël, Gaza, Egypte, Moebarak, Tahrirplein, Arabische lente, Camp David akkoorden -

Camp David akkoorden gijzelen Egypte (I)

In januari 2011 dwongen de Egyptenaren president Moebarak af te treden. De vreugdebeelden van het Tahrirplein zijn op het netvlies van miljoenen mensen gebrand. Iedereen vroeg zich af of na de VS-gezinde Moebarak de Egyptische Lente zou aanvangen. Voor mij was het vertrek van Moebarak eerder een aanleiding om over de Egyptische winter te schrijven.

zaterdag 11 augustus 2012 17:14
Spread the love

Zeker na de recente presidentsverkiezingen in Egypte werd de situatie in dat land steeds maar grimmiger. Eind juni 2012 kopte de krant De Standaard: “Na de Arabische Lente, de woelige winter?”. Toen ik dat las moest ik even lachen. Hebben ze het nu pas door, dacht ik, dat er geen sprake kon zijn van Egyptische Lente zolang de belangen van Israël en de VS in de regio, die tot de topprioriteiten behoren, gegarandeerd moeten blijven?

De pas verkozen president Morsi heeft het niet gemakkelijk. Niet alleen moet hij het Egyptisch leger temmen en hun macht beperken maar hij moet er vooral over waken dat het vredesverdrag met Israël, het land dat ik gewoonlijk Bezet Palestina noem, niet in het gedrang komen. Toch is de kersverse president moedig geweest en hij besloot recent voorzichtig de grens met de Palestijnse Gazastrook te heropenen.

Het regime van Moebarak sloot in 2007, op vraag van de VS en Israël, onvoorwaardelijk de grensposten met de Gazastrook af nadat de Palestijnse politieke partij Hamas de Palestijnse verkiezingen in de Gaza won. Deze blokkade had de voorbije vijf jaar dramatische gevolgen voor de Palestijnen die na de Israëlische aanvallen in 2008 in de Gazastrook in volledig isolement ‘leven’

De aanvallen door het Egyptisch leger van 8 augustus 2012 op de zogenaamde islamieten/criminelen in Sinaïwoestijn zijn op z’n zachts gezegd verdacht. Wilde het Egyptisch leger alleen de dood van 20 eigen soldaten wreken die drie dagen eerder vielen door de aanslag van de geviseerde criminelen? Of had deze ongerijmde aanval eerder tot doel om Israël en de VS op hun gemak te stellen en de internationale gemeenschap laten zien dat de nieuwe president in staat is om zijn grens met Israël veilig te houden? Hoe dan ook viel de militaire actie van Egypte in de smaak van Israël. Er is zelfs sprake van een gezamenlijk onderzoek naar de aanslagen van vorige zondag.

De Camp David akkoorden waren een vredesverdrag tussen Egypte en Israël onder leiding van de VS. Ze werden onderhandeld in het buitenverblijf van de Amerikaanse president dat Camp David wordt genoemd en in de staat Maryland ten oosten van de hoofdstad ligt. Door deze akkoorden verdween Egypte uit het conflict en kon Israël zich concetreren op de strijd met zijn andere buurlanden. De Egyptische bevolking had onder de dictatuur van president Moebarak en zijn voorganger Sadat geen enkele inspraak in dit akkoord, nvdr.

Egypte wordt al drie decennia lang gegijzeld door de Camp David akkoorden die ‘toevallig’ op de vooravond van de Iraanse revolutie in 1978 met de toenmalige Egyptisch president Sadat werden afgesloten. Met dit akkoord gooide Egypte als eerste Arabisch land de handdoek in de ring en erkende het de Israëlisch staat. Tot dan toe was de westers gezinde sjah van Iran de eerste in de regio die Israël als staat erkende. Die erkenning is later ingetrokken door de latere Islamitisch Republiek die de Iraanse volksrevolutie schaamteloos had gekaapt. Helaas heeft de regering Morsi niet de luxe die Iran in de tijd wel had. Of toch?

In januari 2011, toen de wereld samen met de Egyptenaren het vertrek van Moebarak vierde, schreef ik het boek Djenghis, democratie en vrouwen. Een Iraanse van Gent naar Caïro. Ik had net voor daar onrusten uitbraken een half jaar door Syrië, Jordanië, Libanon en Egypte gereisd. Toen Moebarak vertrok schreef ik de volgende introductie voor een van de hoofdstukken over Egypte:

“Vanaf de stichting van de staat Israël in 1948 tot in 1979 waren er verschillende conflicten tussen Israël en de omringende Arabische landen, inclusief Egypte. Toen Egypte zich als voortrekker van het Arabische nationalisme in de ring gooide om de westerse invloed in het Midden-Oosten te bestrijden door alle Arabische landen met elkaar te verenigen, erkende de sjah van Iran Israël, een goede bondgenoot van de VS en zijn partners. In 1979 verjoeg het Iraanse volk de sjah. De rol van stabilisator schoof naar Egypte dat tijdens de Iraanse revolutie de Camp Davidakkoorden tekende en vrede met Israël sloot. Ondanks de tegenovergestelde houding van Egypte en Iran ten opzichte van het Westen en Israël kwam het belang van de bevolking in de schaduw te staan van de geopolitieke verhoudingen en krachtmetingen tussen anti- en prowesterse krachten. De repressie van de koude winter ving opnieuw aan in beide landen”.

Door de actuele ontwikkelingen in Egypte publiceer ik enkele relevante hoofdstukken uit dit boek over Egypte op de site van www.DeWereldMorgen.be. Hier leest u een hoofdstuk.

De kou van de Perzische en de Egyptische winter

‘Dit was ooit een bloeiend toeristenoord’, vertelt Murat met enig heimwee. Hij toont een aantal foto’s van eind jaren zeventig toen er veel Israëlische toeristen naar zijn camping in Nuweiba kwamen. Nuweiba, een kleine kuststad aan de Rode Zee, ten noorden van Dahab, betekent in het Arabisch ‘goud’. In tegenstelling tot het duikersparadijs Dahab was Nuweiba en alles ten noorden ervan vooral een vakantieoord van de Israëli’s. Die zakken vandaag nog zelden naar hier af.

De kuststeden ten zuiden van Nuweiba blijven echter populair: ze trekken vooral Neckermann- en Jetairtoeristen uit Europa en Rusland aan. Murat is een diepgelovige vijftiger. Hij woont in Oostenrijk maar is even teruggekeerd om een nieuwe uitbater voor zijn camping te zoeken. ‘De situatie is nog verergerd na de aanvallen van Israël op de Gazastrook in 2008’, klaagt Murat.

‘De mensen blijven weg uit schrik voor het terrorisme.’ Toch is het dankzij de Israëlische bezetting van de Sinaïwoestijn dat kuststeden als Nuweiba, Dahab en Sharm el-Sheik zich als vakantieoorden konden ontwikkelen.

De Israëlische aanwezigheid in Sinaï gaat terug naar 1956, de tijd dat Nasser het Suezkanaal nationaliseerde. Volgens sommige Iraniërs werd Nasser hiervoor geïnspireerd door de Iraanse premier Mossadeq, die er vier jaar eerder onder het regime van de sjah in slaagde de Iraanse olie te nationaliseren en de Britten het land uit te zetten. In die tijd was de sjah een bondgenoot van de VS, zoals Moebarak tot voor kort. Iran was ook het eerste land in het Midden-Oosten dat Israël erkende. In ruil daarvoor kreeg het, net zoals het Egypte van Moebarak, een modern leger om in geval van problemen zijn westerse bondgenoten bij te staan.

Dat de grootmachten de nationaliseringen in Iran en Egypte niet op prijs stelden, werd snel duidelijk. Mossadeq werd door een staatsgreep, georkestreerd door de Britten en de VS én met steun van de sjah uit zijn ambt ontzet. Nasser stuitte op een gecombineerde aanval van Britten, Fransen en Israëli’s in de Sinaïwoestijn. Hun inmenging brak de grootmachten zowel in Iran als in Egypte zuur op. Wat met Mossadeq gebeurde, wekte in Iran steeds meer antiwesterse sentimenten op en leidde uiteindelijk tot de revolutie van 1979.

Wat met Nasser gebeurde, voedde het antiwesterse en anti-Israëlische sentiment bij de Arabieren en wakkerde het Arabische nationalisme aan. Mossadeq werd een held van de Perzen. Hij werd gevangen gezet en verdween van het politieke toneel. Nasser bleef nog even aan de macht en werd de held van de Arabieren. Nasser wou de Arabieren verenigen en een einde maken aan de westerse inmenging in de Arabische aangelegenheden.

Dat kwam er niet, integendeel: door het verpletterende verlies van de coalitie Syrië-Jordanië-Egypte tegen Israël in de Zesdaagse Oorlog van 1967 werden de Arabieren meer dan ooit gegijzeld. De overwinnaar bezette de volledige Sinaï in Egypte, de Golan in Syrië en de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem in Jordanië. Op de Sinaï na werden al deze bezette gebieden intussen door Israël geannexeerd.

Na Nassers dood sloot zijn opvolger Sadat bijna gelijktijdig met de revolutie van 1979 in Iran vrede met Israël. De sjah vluchtte uit Iran en kreeg alleen asiel in het Egypte van Sadat, niet in de VS van zijn goede vriend president Carter.

Ook de gevluchte Tunesische president Ben Ali kon eerder dit jaar niet rekenen op asiel bij zijn Franse vrienden die zijn repressieve regime jaren moedwillig steunden. Ten slotte kwam hij na Disneyland Parijs in Saudi-Arabië terecht. De rol van stabilisator voor vrede met Israël verschoof van Iran naar Egypte. Het Iraanse regime zou vanaf dan het verzet tegen de Israëlische bezetting steunen.

Moebarak bestendigde dan weer de Israëlische bezetting door elke vorm van verzet ertegen in zijn land de mond te snoeren. Ondanks hun tegenovergestelde houding ten opzichte van het Westen en Israël, brak zowel voor de Iraniërs als voor de Egyptenaren vanaf 1979 een langdurige winterperiode aan. Ze zouden de bittere kou van vernedering aan den lijve ondervinden. Zowel in Iran als in Egypte kwam het belang van de bevolking in de schaduw te staan van de geopolitieke verhoudingen en krachtmetingen tussen anti- en prowesterse krachten.

Het vrije woord stond in beide landen onder druk. In Iran legden de islamieten vooral de seculiere bewegingen en de communisten aan banden. In Egypte legde het zogenaamde ‘seculiere’ regime van Saddat en Moebarak de islamieten aan banden.

Van Baharak Bashar, verscheen recent bij EPO het boek Djenghis, democratie en vrouwen. Een Iraanse van Gent naar Caïro.

take down
the paywall
steun ons nu!