Foto: Doris Morgan, Unsplash / Public Domain
Analyse -

Btw op energie van 21% naar 6%: Antwoorden aan de tegenstanders

Nu de prijzen voor energie de pan uit swingen, en wetende dat heffingen en belastingen een groot deel van de kostprijs uitmaken, zou je denken dat de regeringen in België hierop veel invloed kunnen uitoefenen. Zoals in Spanje bijvoorbeeld, waar de Spaanse regering besliste om de btw op energie terug te brengen van 21 procent naar 10 procent. Anders dan in Spanje stellen de regeringen van ons land alles in het werk om de 21 procent btw op energie te behouden. 

dinsdag 9 november 2021 15:01
Spread the love

 

In België worden de tarieven bepaald door een lijst van producten en diensten die bij wet worden vastgelegd: 6 procent voor basisproducten en voor diensten met een sociaal karakter, 12 procent voor bepaalde goederen en geleverde diensten die vanuit economisch oogpunt belangrijk zijn, maar in de meeste gevallen betaal je 21 procent. Aangezien energie een basisproduct is, zou het logisch zijn de btw op energie vast te leggen op 6 procent. Maar dat wil men niet. De btw brengt voor de overheid veel geld op en is gemakkelijk te innen, omdat je bepaalde goederen en diensten nu eenmaal niet kan missen. Om je een idee te geven: voor het jaar 2020 raamt de Nationale Bank de belasting op goederen en diensten voor ons land op 49,7 miljard euro [2].

Dat is enorm veel geld. Maar laat ons nu even stilstaan op de manier waarop deze belastingen worden geïnd. Belastingen op goederen en diensten worden voor rijk en arm op eenzelfde manier belast. Dat wil zeggen dat iemand met een maandinkomen van 10.000 euro evenveel voor een brood betaalt als iemand met een maandinkomen van 1.500 euro. We noemen deze belastingen degressief en dat in tegenstelling met bijvoorbeeld de personenbelasting die progressief is. Bij een progressieve belasting stijgt de gemiddelde aanslagvoet naarmate het belastbaar inkomen toeneemt. Bij degressieve belastingen, zoals bijvoorbeeld de btw, daalt de gemiddelde aanslagvoet naarmate het inkomen stijgt. Met andere woorden: progressieve belastingen zijn veel rechtvaardiger dan degressieve belastingen.

Wanneer we de inkomsten uit de belastingen op goederen en diensten gaan vergelijken met de inkomsten uit de personenbelasting, die voor 2020 worden geraamd op 49,9 miljard [3], dan zien we dat de inkomsten uit de belastingen op goederen en diensten zo goed als evenveel opbrengen als de inkomsten uit de personenbelasting. Dat wil zeggen dat een onrechtvaardige belasting evenveel opbrengt als een meer rechtvaardige belasting. Maar we moeten hier voorzichtig zijn, want de progressiviteit van de personenbelasting wordt intussen al jaren ontmanteld.

Om de btw op energie niet te verlagen van 21 procent naar 6 procent worden volgende argumenten gebruikt.

  • Ten eerste: het zou de indexering van de lonen en de uitkeringen op langere termijn vertragen.
  • Ten tweede: het verlies aan inkomen voor de overheid en voor de sociale zekerheid zal tot nieuwe besparingen leiden.
  • Ten derde: een verlaging van de btw op energie zou niet milieuvriendelijk zijn, aangezien dit zou leiden tot een hoger verbruik en dus tot een hogere CO2-uitstoot.

Verlaging van de btw zou de loonindexering vertragen

Dat een btw-verlaging de indexering zou vertragen, wordt vooral verdedigd door de CD&V. De redenering is de volgende: de btw op energie is een belangrijke factor in de reeks producten uit de indexkorf. Wanneer men de btw op energie nù verlaagt en andere prijzen beginnen te stijgen, dan zal de spilindex minder snel overschreden worden. Het resultaat – aldus de redenering: de lonen zullen trager stijgen.

Dat men zich nu zorgen maakt over de indexering van de lonen en uitkeringen, is op zijn zachtst gezegd hypocriet. Is men dan vergeten dat de vorige regering-Michel met de partijen MR, CD&V, N-VA en Open Vld een indexsprong heeft toegepast waardoor de lonen en uitkeringen niet werden aangepast aan de prijsstijgingen? Iemand van 25 jaar bijvoorbeeld, die 2.000 euro bruto verdient, zal daardoor aan het einde van zijn loopbaan meer dan 27.000 euro verliezen [4].

Is men dan ook vergeten dat het indexmechanisme van de lonen en de uitkeringen al decennia lang wordt uitgehold? Even het geheugen opfrissen met enkele zinnetjes uitleg over hoe het indexcijfer wordt bepaald.

De index is een coëfficiënt die de gemiddelde evolutie in een bepaalde periode meet van de consumptieprijzen. Hierbij houdt men rekening met honderden producten en diensten. Die vormen samen wat men noemt de ‘huishoudkorf’. Aan de hand van dit cijfer kan worden gemeten in welke mate de prijzen en dus de levensduurte stijgen. Om het nog eens duidelijk te maken: stel dat de prijs van je wekelijkse boodschappenmand van 100 naar 102 euro stijgt, dan moet je loon stijgen met 2 procent om evenveel koopkracht te behouden. Onthoud ook dat een indexering van je loon of uitkering geen verhoging van je inkomen is, maar een aanpassing is om je koopkracht te waarborgen wanneer de prijzen stijgen.

De eerste aanval op het indexmechanisme werd ingezet in 1976. Toen werd er voor een bepaalde periode een indexverhoging beperkt. Vervolgens voerde men vanaf 1983 een vertragingsmethode in. Sinds dan gebeurt de indexaanpassing van de lonen niet meer op basis van het maandelijkse indexcijfer, maar op basis van het rekenkundig gemiddelde van de indexcijfers van de laatste vier maanden. In de jaren 1980 werden er drie indexverhogingen overgeslagen. In 1994 werd voor de indexkoppeling van de lonen en sociale uitkeringen niet meer het indexcijfer van de consumptieprijzen gebruikt, maar een zogenaamd ‘indexcijfer gezondheid’. Producten zoals alcohol, tabak, benzine en diesel, werden niet meer opgenomen in de korf om de index te bepalen. In 2012 voerde de regering-Di Rupo de solden-index in. Bij dit mechanisme haalt men geen producten uit de huishoudkorf weg, maar voegt men er producten aan toe. De toenmalige regering besliste namelijk om rekening te houden met de solden in de berekening van de prijzenindex. Het onmiddellijke effect hiervan was dat de stijging van de index kunstmatig werd vertraagd, waardoor loonaanpassingen uitgesteld werden [5].

Het lijstje van de afbraak op het indexmechanisme begint al redelijk lang te worden, vind je niet? Als men zich zorgen maakt over de indexering van de lonen en uitkeringen, waarom laat men dan al die vertragingsmechanismen ongemoeid?

En dan is er nog iets. Als men zich bekommert om de lonen, waarom blokkeert men ze dan door er een loonnorm op te leggen waardoor de lonen voor de komende twee jaar maximum met 0,4 procent mogen stijgen? Maar zelfs dat zal niet gebeuren. Als men rekening houdt met de reële prijsstijging zullen de lonen niet stijgen, maar dalen met -0,7 procent. Dat laten de statistieken zien van de Nationale Bank van België: de kost van het levensonderhoud zal in 2021-2022 met 4,3% stijgen. Maar zoals hierboven al is vermeld, houdt de gezondheidsindex waarmee de lonen worden geïndexeerd, geen rekening met de stijging van de brandstofprijzen. Volgens de Nationale Bank zal de gezondheidsindex daardoor maar met 3,2 procent stijgen. Samengevat: de levensduurte zal in 2021 en 2022 toenemen met 4,3 procent, de stijging van de gezondheidsindex zal verhogen met 3,2 procent en de maximale loonsverhoging wordt beperkt door de loonnormwet tot 0,4 procent. Het verschil is dus een koopkrachtverlies van – 0,7 procent [6].

Het verlagen van de btw zou tot nieuwe besparingen leiden

Het klopt natuurlijk dat als je een btw-verlaging invoert, dit zal leiden tot minder inkomsten voor de overheid en voor de sociale zekerheid, die ook voor een deel door btw-ontvangsten wordt gefinancierd. Maar diegenen die je aanpraten dat er nieuwe besparingen zullen komen bij een verlaging van de btw op energie, zijn kortzichtig. Wat je vandaag moet zien, is de enorme fiscale onrechtvaardigheid die leidt tot ongelijkheid en tot te weinig inkomsten voor de overheid en de sociale zekerheid. Dàt is het probleem! Laat ons enkele voorbeelden geven:

 

  • Al vele jaren wordt de progressiviteit in de personenbelasting afgebouwd. Hierdoor wordt het draagkrachtbeginsel, waarbij de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen, uitgehold. In hun boek ‘Lang leve de vergrijzing’ schrijven Patrick Deboosere en Marijke Persoone dat de verlaging van de personenbelasting en de afschaffing van de twee hoogste belastingschijven van 52,5 procent en 55 procent een daling heeft teweeg gebracht van 1,2 procent van het bbp (de totale geldwaarde van alle in ons land geproduceerde goederen en diensten gedurende één jaar). Een daling die blijft doorwerken jaar na jaar [7].  In euro’s en bbp van vandaag is dit 5,3 miljard euro dat de overheid minder ontvangt [8].

 

  • De regering Michel verlaagde de vennootschapsbelasting. De toenmalige minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) beloofde deze kost volledig te dekken door een aantal compenserende maatregelen. Zo zou hij het aantal belastingverminderingen beperken. De hele operatie zou dan budgettair neutraal zijn. Maar het pakte anders uit: de meeste fiscale aftrekposten werden behouden en sommige zelfs uitgebreid. Dit bracht een enorm verlies aan overheidsinkomsten. Laat ons de jaarlijkse studie erbij nemen van Marco Van Hees (PVDA). Daarin kan je lezen dat de duizend meest winstgevende bedrijven in 2018 een winst voor belasting realiseerden van 80,7 miljard euro. Ze betaalden daarop slechts 5,1 miljard aan belastingen. Door zowel de fiscale kortingen, alsook de verlaging van de vennootschapsbelasting, kregen deze duizend bedrijven samen een fiscale korting van 22,3 miljard euro [9].

 

  • Al vele jaren krijgen de bedrijven loonsubsidies van de overheid. Die waren in ons land in 2019 goed voor 8,4 miljard euro. De regering Michel verlaagde het tarief van de werkgeversbijdrage aan de sociale zekerheid van 33% naar 25%. Dat leverde de bedrijven 2,8 miljard euro op die ze in eigen zak mochten steken. Het zou allemaal voor meer tewerkstelling zorgen.  Maar wetenschappelijk onderzoek toonde aan dat dat geld niet naar extra jobs ging, maar naar extra opbrengst voor de aandeelhouders [10] . Niet moeilijk dat de inkomsten van de sociale zekerheid moeten bijgepast worden door btw-ontvangsten.

 

  • Als laatste voorbeeld nemen we de weigering om een vermogensbelasting in te voeren. Daardoor verliest de overheid jaarlijks 8 à 10 miljard aan inkomsten. Dat de regering hier geen werk van maakt, is onbegrijpelijk. Zelfs econoom en liberaal Paul De Grauwe pleitte in een opiniestuk in de krant De Morgen voor een vermogensbelasting op de 5 procent rijkste families. Zijn voorstel zou 10 miljard euro opleveren [11].

 

Beste lezer, hopelijk heb ik je met deze voorbeelden kunnen overtuigen dat besparingen op de lonen, op de uitkeringen en in de sociale zekerheid niet nodig zijn. Nodig is een rechtvaardige fiscaliteit, die zorgt voor de herverdeling van de rijkdom en voor inkomsten aan de overheid. Dat wil zeggen: de progressiviteit in de personenbelasting herstellen. Uit een nieuw onderzoek van de KU Leuven en het Onderzoeksinstituut voor Arbeid en Samenleving is gebleken dat de overgrote meerderheid van de Belgen het eens is met het principe dat wie meer verdient, zwaarder wordt belast [12] . In de vennootschapsbelasting moet het aantal belastingverminderingen drastisch worden beperkt en het wordt hoog tijd dat men werk maakt van een vermogensbelasting. Ook hier moeten de politici niet twijfelen. Onderzoek heeft uitgewezen dat ongeveer 85 % van de mensen voorstander is van een taks op de grote fortuinen [13] . Op deze manier kan ruimte worden gecreëerd voor een btw van 6 procent op energie. Verder dienen de loonsubsidies aan de werkgevers onderworpen te worden aan een ernstige analyse. Dit om de impact ervan op de tewerkstelling in vergelijking met de kost te checken en om de negatieve effecten op te sporen.

Een verlaging van de btw op energie niet milieuvriendelijker, dit zou leiden tot hoger verbruik en dus tot een hogere CO2-uitstoot

Beweren dat je op energie gaat besparen als energie duur is, klopt niet. Deze stelling is gebaseerd op de economische theorie die stelt dat hoe hoger de prijs is, hoe minder mensen geneigd zullen zijn om dat product te kopen. Dat klopt wel voor bijvoorbeeld elektrische toestellen, maar niet voor een basisproduct als energie. Energie is een basisbehoefte. Verwarming en verlichting zijn levensnoodzakelijke behoeftes waarvan het verbruik niet onmiddellijk zal verminderen bij een hogere prijs. Als breedbeeldtelevisies plots 30 procent duurder worden, dan wacht je wel op de koopjesperiode. Maar als het op een koude winteravond om 17 uur donker wordt, ben je wel verplicht om de verlichting aan te steken. Daar valt weinig op af te dingen [14].

De regering-Di Rupo (2011 – 2014), een coalitie van PS, sp.a, MR, Open Vld, CD&V en cdH voerde een verlaging in van de btw op elektriciteit van 21 procent naar 6 procent. De regering-Michel, de regering die daarop volgde, draaide die maatregel terug. In 2016 zei huidig Ecolo-minister Georges Gilkinet, die toen als parlementslid in de oppositie zat, het volgende: “De stijging van het btw-percentage op elektriciteit als dusdanig volstaat niet opdat de consumenten anders zouden gaan verbruiken, noch hen in staat stelt om voor energiealternatieven te gaan.” Bovendien stemden toen zowel de groenen als de socialisten tegen de verhoging van de btw op elektriciteit van 6 naar 21% door de regering-Michel [15] . Nu zitten deze partijen in de regering …

 

Notes:

[1] 210928_DOSSIER_energie_Spanje_NL_DEF.pdf (d3n8a8pro7vhmx.cloudfront.net)

[2] verslag2020_ti_volledig.pdf (nbb.be), p. 328

[3] Idem

[4] ABVV || Actu Hoeveel verlies ik met de indexsprong? – Nieuwsbericht

[5] Inleveringen van werknemers door de jaren heen, nota van LBC-NVK ( Nu ACV Puls) , Het ABC van de Index, een brochure van LBC-NVK (Nu ACV Puls)

[6] Koopkracht van werkende bevolking zal dalen in de periode 2021-2022 – PVDA

 [7] Lang leve de vergrijzing, Patrick Deboosere & Marijke Persoone, p. 115 

[8] Statistische bijlage, NBB verslag 2020, bbp = 448.859.000.000 miljard euro

[9] 201910_Studie_PVDA_Top50_2019_NL.pdf (d3n8a8pro7vhmx.cloudfront.net)

[10] Loonkrant van de vakbonden ACV, ABVV en ACLVB, 15 maart 2021, p. 5 en crb-2021-0101-de-loonkostenhandicap.pdf, p. 12

[11] De Morgen, 09/06/2020, p.23

[12] De Standaard, 06/11/2021, p.30

[13] De selectieve blindheid voor vermogensbelasting…. niet als het van óns afhangt ! | Apache

[14] 6 procent BTW: een ramp voor het klimaat? – DeWereldMorgen.beDeWereldMorgen.be

[15] 4 drogredenen van de regering tegen de btw-verlaging voor energie doorprikt – PVDA

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!