Groot-Brittanniës militaire basissen voor de nucleaire Trident-onderzeeërs in het Schotse Faslane en Coulport-on-the-Clyde zullen in de toekomst beheerd worden door privébedrijven, zo heeft het Britse ministerie van Defensie eind juli openbaar gemaakt.
Het ministerie heeft een contract voor 15 jaar getekend met AWE (Atomic Weapons Establishment), het consortium dat reeds het AWE in Aldermaston in Berkshire leidt. Daar worden de Britse kernkoppen ontworpen en onderhouden. Bijkomende contracten werden getekend met Babcock en Lockheed Martin, bedrijven die deel uitmaken van een nieuw consortium dat onder de naam ABL Alliance zal opereren.
Volgens ambtenaren zal het consortium verantwoordelijk zijn voor het dagelijks beheer van de marinebasissen in de monding van de Clyde. Ze voegen daaraan toe dat het ministerie van Defensie steeds meer beroep zal doen op geschoold en gespecialiseerd personeel van buiten het ministerie. Het ministerie en de Britse marine kampen met een tekort aan hooggeschoold personeel omdat momenteel veel specialisten met pensioen gaan.
Als onderdeel van het akkoord zullen 149 burgerposten van het ministerie van Defensie overgedragen worden en 39 posten van de Royal Navy (Britse zeemacht) gedetacheerd worden naar de ABL-alliantie, zegt een woordvoerder van het ministerie van Defensie.
In een verwijzing naar Aldermaston beschrijft het ministerie het nieuwe akkoord als een “natuurlijke uitbreiding van de huidige rol (van het bedrijf) in het ondersteunen van het onderhoud van de kernkoppen die gedragen wordt door onze Trident-raketten”.
Het AWE in Aldermaston wordt beheerd door een consortium van Jacobs Engineering Group, Lockheed Martin UK en Serco, dat al een lopend contract heeft van 25 jaar om de militaire basis te beheren tot maart 2025.
De privatiseringsovereenkomst die de Trident-basissen in de monding van de Clyde omvat, past in de amitieuze en controversiële plannen van het ministerie van Defensie tot uitbesteding van militaire taken aan privébedrijven.
Die plannen om het multimiljarden agentschap dat de Britse strijdkrachten voorziet van militaire uitrusting te privatiseren, werd nochtans al heftig bekritiseerd door een leidinggevende veiligheidsdenktank als zijnde “door en door slecht en mogelijk zelfs gevaarlijk voor de Britse troepen”.
“De geschiedenis is bezaaid met overeenkomsten tot uitbesteding die door één van beide of door beide partijen uiteindelijk beperkend en/of in de praktijk duurder gevonden wordt”, luidt het besluit van het rapport van het Royal United Services Institute (een Britse denktank voor defensie en veiligheid).
“Na het voorval met privébewakingsfirma G4S en de Olympische Spelen in Londen (nvdr: G4S liet kort voor de aanvang van de Spelen weten dat het onmogelijk kon instaan voor de contractueel vastgelegde levering van privébewakingsagenten, waardoor die taak door Britse militairen moest worden overgenomen) is de privatisering van de spoorwegen het duidelijkste voorbeeld hiervan, maar er zijn vele andere voorbeelden.”
Het rapport zegt dat het uitbestedingsplan voor de nucleaire basissen te lijden heeft onder een “wezenlijke zwakheid, gezien het gebaseerd lijkt op het argument dat, omdat de regering niet zo goed is in het onderhandelen en beheren van contracten met de privésector, ze een nog groter contract gaat onderhandelen met een entiteit uit de privésector om de hele taak op zich te nemen. Overtuigende argumenten tegen deze logica moeten worden aangevoerd.”
Het ministerie van Defensie zegt dat het de vakbonden ‘uitgebreid’ betrokken heeft bij het contract voor de Trident-basissen, dat vanaf januari 2013 van kracht moet worden.
Richard Norton-Taylor
Richard Norton-Taylor levert regelmatig bijdragen voor de BBC en andere actualiteitenprogramma’s. Sinds 1998 schrijft hij over de militaire veiligheid voor The Guardian. Hij won de Freedom of Information Campaign Award voor journalistiek in 1986. Hij redigeert The Guardian Defence and Security blog samen met Nick Hopkins.
(vertaald uit het Engels door M. Abarca)