Brit op een paard in Koloniaal India. Foto: publiek domein.
Geopolitical Economy, and

Britse rijk doodde 165 miljoen Indiërs op 40 jaar: het kolonialisme inspireerde het fascisme

Een wetenschappelijke studie toont aan dat het Britse kolonialisme van 1880 tot 1920 in India ongeveer 165 miljoen doden heeft veroorzaakt, terwijl het triljoenen dollars aan rijkdom heeft gestolen. Het wereldwijde kapitalistische systeem steunde op Europese imperiale genocides, die Adolf Hitler inspireerden en tot het fascisme hebben geleid.

dinsdag 28 februari 2023 11:22
Spread the love

Volgens een academische studie heeft het Britse kolonialisme op ongeveer 40 jaar tijd in India minstens 100 miljoen doden  veroorzaakt.

Een prominente econoom berekende dat gedurende bijna 200 jaar kolonialisme het Britse rijk ten ten minste 45 biljoen dollar  aan rijkdom uit India heeft gestolen.

De genocidale misdaden die Europese rijken buiten hun grenzen begingen, inspireerden Adolf Hitler en Benito Mussolini, en leidden tot de opkomst van fascistische regimes die binnen de eigen grenzen soortgelijke genocidale misdaden begingen.
De genocidale misdaden die Europese rijken buiten hun grenzen begingen, inspireerden Adolf Hitler en Benito Mussolini

De economisch antropoloog Jason Hickel en zijn co-auteur Dylan Sullivan publiceerden een artikel in het gerespecteerde wetenschappelijke tijdschrift World Development met de titel “Capitalism and extreme poverty: A global analysis of real wages, human height, and mortality since the long 16th century.

De wetenschappers schatten dat India tussen 1880 en 1920 165 miljoen extra doden telde ten gevolge van het Britse kolonialisme.

“Dit cijfer ligt hoger dan het aantal doden veroorzaakt door beide wereldoorlogen, inclusief de nazi-holocaust samen,” merkten zij op.

Zij voegden eraan toe: “De levensverwachting in India bereikte pas in 1950, na de dekolonisatie, het niveau van het vroegmoderne Engeland (35,8 jaar).”

Hickel en Sullivan vatten hun onderzoek samen in een artikel in Al Jazeera, getiteld “Hoe het Britse kolonialisme 100 miljoen Indiërs doodde in 40 jaar’

Ze lichten toe:

“Volgens onderzoek van de economisch historicus Robert C Allen nam de extreme armoede in India onder Brits bewind toe, van 23 procent in 1810 tot meer dan 50 procent in het midden van de 20e eeuw. De reële lonen daalden tijdens de Britse koloniale periode en bereikten een dieptepunt in de 19e eeuw, terwijl hongersnoden frequenter en dodelijker werden. Het kolonialisme was verre van gunstig voor het Indiase volk en was een ongeziene menselijke tragedie.
De reële lonen daalden tijdens de Britse koloniale periode en bereikten een dieptepunt in de 19e eeuw, terwijl hongersnoden frequenter en dodelijker werden

Deskundigen zijn het erover eens dat de periode van 1880 tot 1920 – het hoogtepunt van de Britse imperiale macht – bijzonder verwoestend was voor India. Uitgebreide volkstellingen door het koloniale regime vanaf de jaren 1880 laten zien dat het sterftecijfer in deze periode aanzienlijk steeg, van 37,2 doden per 1.000 mensen in de jaren 1880 tot 44,2 in de jaren 1910. De levensverwachting daalde van 26,7 jaar tot 21,9 jaar.

In een recent artikel in het tijdschrift World Development hebben wij aan de hand van volkstellingsgegevens een schatting gemaakt van het aantal mensen dat gedurende deze vier wrede decennia door het Britse imperiale beleid is gestorven. Robuuste gegevens over de sterftecijfers in India bestaan pas vanaf de jaren 1880. Als we deze als uitgangspunt nemen voor het gemiddelde mortaliteitscijfer, blijkt dat er in de periode van 1891 tot 1920 ongeveer 50 miljoen extra doden zijn gevallen onder het Britse kolonialisme.

Van 1891 tot 1920 zijn er in Indië ongeveer 50 miljoen extra doden gevallen onder het Britse kolonialisme

Vijftig miljoen doden is een onthutsend cijfer, en toch is dit een voorzichtige schatting. Uit gegevens over reële lonen blijkt dat de levensstandaard in koloniaal India in 1880 al dramatisch was gedaald. Allen en andere geleerden beweren dat de Indiase levensstandaard vóór het kolonialisme wellicht “op hetzelfde niveau stond als dat van de meer ontwikkelde gebieden van West-Europa”. We weten niet met zekerheid wat het sterftecijfer in India vóór de kolonisatie was, maar als we aannemen dat het vergelijkbaar was met dat van Engeland in de 16e en 17e eeuw (27,18 doden per 1.000 mensen), dan blijkt dat er in de periode van 1881 tot 1920 in India 165 miljoen extra sterfgevallen zijn geweest.

Hoewel het precieze aantal sterfgevallen wordt beïnvloed door de veronderstellingen die wij maken over de basissterfte, is het duidelijk dat ongeveer 100 miljoen mensen voortijdig stierven op het hoogtepunt van het Britse kolonialisme. Dit is een van de grootste door beleid veroorzaakte sterftecrisissen in de menselijke geschiedenis. Het is groter dan het gecombineerde aantal sterfgevallen ten gevolge van de hongersnoden in de Sovjet-Unie, het maoïstische China, Noord-Korea, het Cambodja van Pol Pot en het Ethiopië van Mengistu”.

Dit onthutsende cijfer omvat niet de tientallen miljoenen Indiërs die stierven in door mensen veroorzaakte hongersnoden, veroorzaakt door het Britse bewind.

Tijdens de beruchte hongersnood in Bengalen in 1943 stierven naar schatting 3 miljoen Indiërs van de honger, terwijl de Britse regering voedsel exporteerde en de invoer van graan verbood.

Academische studies toonden aan dat de hongersnood van 1943 in Bengalen geen natuurlijke oorzaak kende, maar het gevolg was van het beleid van de Britse premier Winston Churchill.

Churchill was zelf een beruchte racist die verklaarde: “Ik haat Indiërs. Het is een beestachtig volk met een beestachtige godsdienst.”

“Ik haat Indiërs. Het is een beestachtig volk met een beestachtige godsdienst.” (Winston Churchill)

In het begin van de jaren dertig was Churchill een bewonderaar van nazileider Adolf Hitler en de Italiaanse dictator die aan de wieg stond van het fascisme, Benito Mussolini.

Churchills eigen aanhangers gaven toe dat hij “bewondering had voor Mussolini” en “als hij moest kiezen tussen Italiaans fascisme en Italiaans communisme, Churchill zonder aarzelen het eerste zou kiezen”.

De Indiase politicus Shashi Tharoor, die ondersecretaris-generaal van de Verenigde Naties was, heeft de misdaden van het Britse rijk, vooral onder Churchill, uitvoerig gedocumenteerd.

“Churchill heeft evenveel bloed aan zijn handen als Hitler”, benadrukte Tharoor. Hij wees op “de beslissingen die hij [Churchill] persoonlijk ondertekende tijdens de hongersnood in Bengalen, toen 4,3 miljoen mensen stierven door de beslissingen die hij nam of goedkeurde.”

De bekroonde Indiase econoom Utsa Patnaik schat dat het Britse rijk 45 biljoen dollar aan rijkdom uit het Indiase subcontinent heeft weggezogen.

In een interview uit 2018 met de Indiase nieuwswebsite Mint stelde ze:

“Tussen 1765 en 1938 bedroeg de werd voor 9,2 biljoen pond (gelijk aan 45 biljoen dollar) uit Indië gehaald, als we de exportoverschotten van India als maatstaf nemen en hierop een rente van 5% toepassen. De Indiërs werden nooit vergoed voor de goud- en deviezeninkomsten die hun land aan Groot-Brittannië opleverde. In plaats daarvan werden de lokale producenten het roepie-equivalent uit de begroting “betaald” – iets wat je in geen enkel onafhankelijk land aantreft. 

Het “verlies” varieerde tussen 26 en 36% van de centrale begroting. Het zou natuurlijk een enorm verschil hebben gemaakt als de enorme internationale inkomsten van India in het land waren gebleven. India zou veel meer ontwikkeld zijn geweest, met veel betere indicatoren voor gezondheid en sociaal welzijn. Het inkomen per hoofd van de bevolking is tussen 1900 en 1946 vrijwel niet gestegen, hoewel India gedurende drie decennia vóór 1929 het op één na grootste exportoverschot ter wereld had.

Het inkomen per hoofd van de bevolking is tussen 1900 en 1946 vrijwel niet gestegen, hoewel India gedurende drie decennia vóór 1929 het op één na grootste exportoverschot ter wereld had

Aangezien alle inkomsten naar Groot-Brittannië gingen, is een dergelijke stagnatie niet verwonderlijk. Mensen stierven door ondervoeding en ziekte. Het is schokkend dat de Indiase levensverwachting in 1911 slechts 22 jaar bedroeg. De meest veelzeggende index is echter de beschikbaarheid van graan. Omdat de koopkracht van de gewone Indiërs onder druk stond door de hoge belastingen, daalde de jaarlijkse consumptie van graan per hoofd van de bevolking van 200 kg in 1900 tot 157 kg aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog, om verder te dalen tot 137 kg in 1946. Geen enkel land in de huidige wereld, zelfs niet het minst ontwikkelde, komt in de buurt van de positie waarin India zich in 1946 bevond.”

Patnaik benadrukte:

“De moderne kapitalistische wereld zou niet bestaan zonder het kolonialisme en de rijkdom die uit de gekoloniseerde landen werd gehaald. Tijdens de industriële groei van Groot-Brittannië, van 1780 tot 1820, bedroeg wat aan rijkdom uit Azië en West-Indië werd gehaald samen ongeveer 6 procent van het Britse BBP, bijna evenveel als de eigen spaarquote. Na het midden van de 19e eeuw had Groot-Brittannië een tekort op de lopende rekening met het Europese vasteland en Noord-Amerika, terwijl het tegelijkertijd massaal in deze regio’s investeerde, waardoor het ook een tekort op de kapitaalrekening had. Deze twee tekorten vormden samen grote en toenemende tekorten op de betalingsbalans met deze regio’s.

Van 1780 tot 1820 bedroeg wat aan rijkdom uit Azië en West-Indië werd gehaald samen ongeveer 6 procent van het Britse BBP

Hoe kon Groot-Brittannië zoveel kapitaal exporteren – dat werd gebruikt voor de aanleg van spoorwegen, wegen en fabrieken in de VS en op het Europese vasteland? De betalingsbalanstekorten met deze regio’s werden weggewerkt door zich het goud en de deviezen van de koloniën, vooral India, toe te eigenen. Elke ongebruikelijke uitgave zoals oorlog werd ook op de Indiase begroting aangerekend, en wat India niet kon opvangen met zijn jaarlijkse deviezeninkomsten vertaalde zich als schuldenlast, waarop de rente zich opstapelde.”

 

Dit artikel verscheen op Geopolitical Economy. Vertaling Ann Dejaeghere.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!