"Sorry voor het ongemak, we zijn Brazilië aan het veranderen" (Foto: Beraldo Leal)
Nieuws, Economie, Samenleving, Politiek, Corruptie, Rio de Janeiro, Brazilië, Politiegeweld, Onderdrukking, São Paulo, Protesten, Authoritarisme -

Brazilië, waar het masker van democratie aan het vallen is

De al dagen durende protesten in verschillende Braziliaanse steden bereikten in de nacht van maandag 17 juni een hoogtepunt. Een hoogtepunt, zowel wat betreft het aantal mensen dat de straat op kwam als in het politiegeweld. De aanleiding was een prijsverhoging van tickets voor het openbaar vervoer, maar dat vormde slechts de druppel. "Als alle onderdrukkers een tijdperk van echte democratie erkennen, zal ik met plezier 20 cent meer betalen voor de bus".

dinsdag 18 juni 2013 16:10
Spread the love

De afbeeldingen die de pagina’s van ‘s werelds belangrijkse kranten sierden – beelden van brandende vuilnisbakken in de straten van Rio de Janeiro, massale mobilisatie in São Paulo, traangasgranaten afgevuurd door de politie, in het algemeen enkel beelden van geweld -, doen de vraag rijzen: dat alles voor 20 cent? Er zijn veel mensen die zichzelf die vraag hebben gesteld. Mijn antwoord aan al die mensen is: nee, niet “dit alles” voor slechts 20 cent.

Brazilië is nog steeds een arm land, bewoond door een bevolking die in het algemeen arm is naar globale standaarden. Het minimumloon is, ondanks opeenvolgende loonsverhogingen in de laatste jaren, nog steeds een slechte grap: 678 real, dat is 242 euro. Veel arbeiders wonen ver van hun werk, wat betekent dat zij meerdere bustickets moeten kopen om er te komen.

Aan het einde van de maand kan 20 cent het verschil maken tussen eten en niet eten. Een aantal slecht betaalde arbeiders heeft, toen zij werden geïnterviewd door de media, effectief toegegeven dat dankzij de toename in de prijs van bustickets, zij vaker dan eerst moeten gaan slapen met een lege maag.

Desalniettemin is de opstand niet begonnen om 20 cent en zal deze ook niet eindigen indien de prijs weer verlaagd zou worden. Net als bij de beweging in Gezi park in Istanboel, die niet echt ontstond door de beslissing om een winkelcentrum te bouwen, of de demonstraties in Tunesië, die niet echt veroorzaakt werden door de zelfmoord van Mohammed Bouazizi, is niemand in Brazilië in opstand gekomen voor 20 cent.

Al deze opstanden delen een reeks dieper liggende oorzaken, die zich opstapelen door de jaren heen, gevolgd door een symbolische gebeurtenis die dient als de eerste vonk die uiteindelijk het vuur aansteekt.

Zoals veel landen vandaag gaat Brazilië door een burgeroorlog tussen de staat en het volk. Deze oorlog vond tot een aantal weken terug plaats zonder veel lawaai, maar was zeker niet meer vreedzaam dan ze nu is. Brazilië is meer dan een eeuw geregeerd geweest door politici die de opbrengsten van de belasting van hun burgers –  die zij zouden moeten vertegenwoordigen – als hun bankrekening zagen.

Hele staten behoren tot een bepaalde groep of politieke dynastie; families die, voordat zij gekozen werden, al feodale heren van enorme latifúndios (nvdr: grote landgoederen) waren, met stambomen zo oud als de aankomst van de Portugezen in Brazilië. In Brazilië zijn de onderdrukkers van vandaag, meer dan elders in de wereld, ook de onderdrukkers van morgen.

Bevrijden van erfenis

Brazilië gaat doorheen een bijzondere periode, dat is waar. Sommige goed toegepaste politieke programma’s in het laatste decennium hebben indrukwekkende resultaten gebracht: economische ongelijkheid – een waar kankergezwel waarin Brazilië praktisch wereldkampioen was – is aantoonbaar verminderd.

Het Bolsa Família programma heeft veel succes gehad in het verminderen van armoede, en de investeringen in hoger onderwijs voor de armen en voor ethnische minderheden hebben bemoedigende resultaten laten zien.

Dit gaat dus niet over het in vraag stellen van dingen die goed hebben gewerkt. Deze ervaringen van de laatste 10 jaar onder regering van de PT (Partido dos Trabalhadores, arbeiderspartij) moeten beschermd en uitgebreid worden als men een meer rechtvaardige samenleving wil creëren, met minder armoede en uitbuiting door de krachten van het verleden.

Dit gaat niet enkel om het protesteren tegen de regering van de PT, tegen president Dilma, of tegen Geraldo Alckmin, Fernando Haddad of Eduardo Paes. Dit gaat om het bevrijden van het land van zijn authoritaire, dictatoriale en wrede erfenis.

Als aan het einde van de protesten de politieke klasse van Brazilië – een klasse op zich, meer dan elke andere – en haar leger van kapitalistische crétins die zichzelf verrijken niet door te werken maar dankzij hun persoonlijke connecties, haar journalisten die zichzelf prostitueren in het belang van een elite, haar politieagenten die moorden zonder aarzeling, als al die onderdrukkers uit hun macht ontzet worden en gedwongen worden om te erkennen dat een tijdperk van echte democratie is aangebroken, dan zal ik met alle plezier 20 cent meer betalen voor mijn busritjes.

Protesten zijn voor bobo’s

Iets bijzonders is dat in Brazilië demonstraties traditioneel worden gezien als iets voor de ‘bobo’s’, entertainment voor de kinderen van rijken die niets productiefs te doen hebben, een excuus om je gezicht te verven en te schreeuwen op straat. Als demonstraties op die manier gezien worden, is dat waarschijnlijk zo omdat het, tot op zekere hoogte, ook waar is.

De meerderheid van de mensen die deelnemen aan de protesten zijn inderdaad jonge mensen die uit rijke (soms hele rijke) families komen en die een eerder linkse politieke visie hebben, door sommigen gezien als incompatibel met hun sociale klasse.

De vreemde combinatie van protestuitroepen die geïnspireerd zijn op arbeidersbewegingen van de 20e eeuw en de opvoeding van de demonstranten die totaal niets met arbeiders te maken heeft, wordt vaak belachelijk gemaakt door de media. Dit perspectief is zo geïnternaliseerd door een groot deel van de Braziliaanse bevolking, een land waar fatalistisch cynisme tot kunst is verheven.

“Niet-dodelijke” wapens

Een interessante situatie is deze: toen ik deelnam aan een demonstratie voor de ’20 cent-beweging’ (deze naam gebruiken lijkt, tenminste op dit moment, meer praktisch dan ‘beweging om de prijs van een busticket weer te verminderen met 20 cent’), werden we tegengehouden bij het Central do Brasil, het beroemde treinstation dat je waarschijnlijk kent van de film met dezelfde naam.

De demonstratie was tot dan toe volledig vreedzaam verlopen, een waar feest van de democratie. De meerderheid van ons bestond in feite uit universiteitsstudenten uit welgestelde families, maar toen al kon je zien dat deze beweging een sociale basis had die meer heterogeen was: onder ons waren ook mensen met onafhankelijke beroepen, gepensioneerden en arme arbeiders die ontevreden waren met de prijsverhoging.

Het is erg zeldzaam in Rio dat een protest meer dan 200 mensen aantrekt, maar we waren met ongeveer tweeduizend mensen uit diverse sociale klassen. Ik begon mij te realiseren dat het deze keer iets anders was. Het volk van Brazilië werd wakker uit een lange slaap – en het is woedend.

De rust bleef echter niet. Speciale afdelingen van de politie, met hun schilden, zwarte uniforms, angstaanjagende uitstraling en “niet-dodelijke” wapens was net aangekomen en begon een lijn te vormen voor ons. Onze groep stopte. De liederen vielen stil. De situatie leek haast een duel uit een western-film. Plotseling gebeurde er iets. De mensen die uit het Central do Brasil kwamen, voegden zich bij ons.

Het waren straatverkopers, die friet verkochten, moeders met vier kinderen, kinderen op straat, daklozen en bedelaars. De armen, de armsten van de stad Rio, kwamen samen en positioneerden zichzelf tussen ons en de politie. Een paar minuten later begon de politie op ons te schieten en arresteerde 40 mensen, onder hen een vriend van mij.

Terwijl ik wegrende en me probeerde te verstoppen in het dichtstbijzijnde metrostation, zag ik een man die huilde en er zwak uit zag. Hij bloedde – een slachtoffer van “niet-dodelijke” wapens.

Deze taferelen hebben zich ettelijke malen herhaald, op alle plaatsen waar mensen de moed hadden om hun stem te heffen tegen een beslissing die de meerderheid van de bevolking direct beïnvloedt, en die genomen is zonder dat zij ooit geconsulteerd werden.

Een authoritaire manier om politiek te bedrijven, en een type politiek dat enkel geïnteresseerd is in het bevoordelen van een kartel van busbedrijven, welbekend om hun connecties met de electorale campagnes van de burgemeester van Rio en andere belangrijke figuren. Hierboven staat dan nog een doofstomme federale staat die mensen gijzelt voor private bedrijven, gefinancierd door publiek geld. De resultaten: slechte dienstverlening, hoge ticketkosten, opstand.

Dictatoriale politie-invallen

In São Paulo schoot de politie op demonstranten die bloemen droegen. Slechts een paar dagen later verboden zij het bij zich dragen van azijn in de stad, omdat dit gebruikt kan worden tegen de effecten van traangas; ze hebben zichzelf simpelweg toegestaan om mensen te fouilleren op azijn.

In Minas Gerais zijn alle demonstraties verboden tijdens de FIFA Confederations Cup 2013. Een project dat bediscussieerd wordt in de Kamer van Afgevaardigden is een wet die alle demonstraties tijdens de Wereldbeker 2014 als “terroristisch” kwalificeert, inclusief de zware straffen die daarbij horen.

In de Rio de Janeiro probeerden ondertussen een aantal demonstranten, in aanloop naar een nieuwe confrontatie met de politie op 16 juni dichtbij Stade du Maracanã, te vluchten voor een gevecht door zich te verstoppen in het huis van een vriend. De politie begon toen het huis binnen te dringen op zoek naar deze “criminelen”.

Dit soort van dictatoriale politie-invallen maakt het duidelijk dat het masker van onze democratie aan het afvallen is, en dat de authoritaire wortels van onze politieke heersende orde eens te meer zichtbaar worden – wortels die hun oorsprong hebben in een compromis met de militaire dictatuur van 1964 tot 1985, die eindigde door degenen die gevochten hadden voor democratie dichter bij de oude hoofdfiguren van authoritarisme te brengen.

Wereldwijd gevecht

De symbolische alliantie tussen Lula, de held van de arbeidersbeweging van de jaren 70 en 80, en Paulo Maluf, de laatste presidentiële kandidaat van het zieltogende militaire regime, laat zien dat de politieke klasse enkel geïnteresseerd is in macht op zich en geen echt politiek project te bieden heeft.

Maar dankzij hen en hun waakhonden binnen de politiemacht, is de ’20 cent-beweging’ een beweging aan het worden die ons toelaat te zeggen wat we denken, om het recht op te eisen om te zeggen dat we in een echte democratie willen leven.

Dit is wat er in Brazilië gebeurt. Maar het stopt niet bij onze grenzen – het is een wereldwijd gevecht, tegen alle dictators, of ze nu van een partij komen die alleen aan de macht is, van Moskou of vanuit kapitaal. Onze wereld is onderling verbonden en zo zal ook het mondiaal verzet dat zijn, tegen degenen die geloven dat ze ons kunnen regeren met hun bevelen.

Het is nu winter hier in Brazilië, maar figuurlijk gesproken, gaan we door onze lente; een lente van actie van het volk en mobilisatie tegen wijdverspreide onrechtvaardigheid. Ik hoop dat de lente zal voortduren – anders zou het wel eens de laatste lente voor een eeuwigdurende winter kunnen zijn.

Franco A.

Franco A. is een bachelorstudent Internationale Betrekkingen aan de Pontificale Katholieke Universiteit van Rio de Janeiro. Dit artikel is in eerste instantie in het Frans gepubliceerd op Truth is a Beaver. Deze versie is een bijna integrale vertaling van de tekst op ROAR, verzorgd door Leonie Hogervorst.

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!