Braziliaans parlement maakt minderjarigen zondebok eigen armoede
Analyse -

Braziliaans parlement maakt minderjarigen zondebok eigen armoede

Op 9 september 2015 werd Cristian, een 12 jarige jongen uit een favela, met 4 kogels in de rug neergeschoten door de militaire politie van Rio de Janeiro. Het spontane protest dat daarop volgde vanuit de buurtbewoners van de armenwijk Manguinhos werd met militaire macht uiteen geslagen.

dinsdag 15 september 2015 11:29
Spread the love

De 12 jarige Cristian was een onschuldig voorbijganger tijdens een anti-drugsactvan de “vredespolitie” die 5 jaar geleden werd geïnstalleerd in 36 sloppenwijken die aanleunen bij het rijke strandgedeelte van Rio. Die werden herbezet door de overheid om ‘rust’ te verzekeren tijdens de grote sportevenementen.

Het initiatief verwaterde al snel in een eenzijdige militaire repressieve bezettingspolitiek van de favela’s, en sociale investeringen bleven uit.

Momenteel vallen er in Rio door brutale politie-invallen of gewapende conflicten tussen de drugmaffia en de politie maandelijks maar liefst 10 doden onder de bewoners van de armenwijken

De meesten onder hen zijn minderjarigen die niets met de drugorganisaties te maken hebben. Zoals Cristian die op terugweg was van school en zinloos werd omgebracht door wie hem zou moeten beschermen.

De Polícia Pacificadora en de veiligheidspolitiek falen. Maar zelfs met talloze bewijzen van het overdreven staatsgeweld tegen de armste bewoners van Rio, en ondanks het feit dat de overgrote meerderheid van dodelijke geweldslachtoffers kinderen zijn, blijven de conservatie pers samen met de behoudsgezinde meerderheid in het nationale parlement volhouden dat het juist de delinquente minderjarigen zijn die op ‘staatsgevaarlijke’ wijze de maatschappij ontwrichten. En ze eisen ook dat die op steeds jongere leeftijd opgesloten worden.

In het zog van dit conservatieve discours werd een nieuwe wet gestemd. Hierdoor kunnen jongeren vanaf hun zestiende in een gevangenis voor volwassenen belanden.

Door het ondertekende Internationale Verdrag van de Rechten van het Kind (VN), zijn eigen grondwet en de nationale jeugdwet is Brazilië echter verplicht deze grens op 18 jaar te houden.

Andere wetsvoorstellen staan te dringen om kinderen zelfs al vanaf 12 of 10 jaar in volwassenencellen te werpen. Te midden van deze repressieve tendens vechten ngo’s en andere leden van de civiele samenleving voor het behoud van de plaatselijke jeugdbeschermingswetgeving en de principes van een mensenrechtencultuur.

Geweld tegen jongeren

Uit het UNICEF-verslag van juli 2015, naar aanleiding van de 25 jaar bestaande lokale jeugdwetgeving (ECA), blijkt dat Brazilië  voor de kinderen en jongeren tot 19 jaar de tweede gewelddadigste natie ter wereld is, na Nigeria.

Procentueel gezien is het land zelfs het gewelddadigste ter wereld ten aanzien van tieners tussen 12 en 19 jaar: 1 op 2 onder alle overleden zwarte jongeren heeft geweld (moord door vuurwapens) als doodsoorzaak.

Op nationale schaal zijn er onder kinderen en jongeren 4 maal meer dodelijke slachtoffers door geweld dan bij volwassenen. De Mapa da Violência (studie “Kaart van het geweld” uitgave 01.07.2015), een invloedrijk jaarlijks rapport van inter-Amerikaanse universiteiten die de jaarlijkse monitoring weergeeft van de geweldpleging in Brazilië, geeft onrustwekkende tendensen aan met betrekking tot het extreem hoge aantal moorden op minderjarigen. Vooral het hoge aantal moorden op Afro-Braziliaanse jongeren uit de armste regio´s en stadsgebieden springen valt op. Uit statistieken van het Ministerie van Volksgezondheid blijkt dat maar liefst 47,6 procent van de overlijdens bij jongeren een gewelddadige oorsprong kent.

De meerderheid werd geëxecuteerd met vuurwapens. Bij de mannelijke Afro-Braziliaanse jongeren is moord door vuurwapens gestegen tot 95,60 %. De conclusie van het overheidsrapport is dat expliciet zwarte en arme adolescenten worden vermoord.

Bij de zwarte jongerenpopulatie vallen immers tweeënhalf keer meer dodelijke slachtoffers dan bij de blanke bevolking. Die laatste groep heeft doorgaans een hogere levensstandaard en geniet betere bescherming.

Binnen de internationale vergelijkingsschaal van de VN met betrekking tot doding door geweld is de situatie in Brazilië vergelijkbaar met een oorlogsland: op basis van de gegevens van 2014 worden er 62,90 per 100.000 jongeren vermoord. In grootstedelijke regio´s loopt dit op tot 72,50. Deze alarmerende cijfers worden slechts behaald in landen waar burgeroorlogen of grootschalige gewapende conflicten plaatsvinden.

Nu worden 28 kinderen per dag omgebracht.

De tendens is er een van toename: sinds 1990, bij ingang van de jeugdwet ECA, is de doding van Braziliaanse kinderen en tieners met niet minder dan 217% toegenomen.

Een belangrijke conclusie van bovenstaande rapporten is dat preventieve maatregelen om geweld tegen kinderen in het land terug te dringen niet ten volle functioneren. Het in 2005 gelanceerde en gestemde Statuut van de Ontwapening heeft nog steeds zijn doelstelling is niet behaald. En groot deel van het geweld wordt bovendien door staatsagenten gepleegd: politie, gevangenisbewakers en militaire operaties maken bijzonder veel slachtoffers en bestendigen een politiek van staatsterreur, vooral tegenover de armere bevolking.

Binnen de geweldproblematiek valt ook de hoge graad van folterpraktijken op. Ondanks de 18 jaar oude wet die folterpraktijken verbiedt en vervolgt, komt de praktijk nog veelvuldig voor in politiekantoren, gevangenissen, bij legerbezettingen van de favela’s of door paramilitaire organisaties die delen van de grote steden beheersen.

De geweldcultuur binnen de veiligheidstroepen blijft bestaan door de haast totale straffeloosheid ten aanzien van criminele politieagenten. De zwaarste straf voor folteraars is verplaatsing naar een andere regio of ontslag.

Militaire rechtbanken hebben ook steevast de neiging om interne criminelen vrij te spreken. Volgens sociologen zullen nieuwe wetten een lege doos blijven als politie en leger ongestraft in dezelfde stijl als tijdens de militaire dictatuur geweld blijft plegen. Folteringen in de jeugdgevangenissen en mishandelingen van kinderen in politiecellen en politiewagens gebeuren in Rio frequent. Ook tijdens het oppakken van zwerfkinderen worden die brutaal afgeranseld, in combinatie van psychische folteringen zoals schijnexecuties.

In staatsinstituten vinden ook seksueel misbruik en intimidaties van minderjarigen plaats. Deze misdaden worden vaak niet aangegeven omdat de slachtoffers met de dood worden bedreigd. Volgens de Braziliaanse Orde der Advocaten (OAB semesterieel verslag 2015) zijn folterpraktijken courant binnen de jeugdgevangenissen van DEGASE, een overheidsorgaan dat geen enkele controle boven zich heeft en waar geen transparante monitoring  van de bewakers bestaat.

Strafmaatregelen tegen grensoverschrijdend gedrag van minderjarigen

In contrast met het feit dat kinderen en jongeren overwegend slachtoffers van geweld zijn (een verhouding van 90% slachtoffer versus 10% agressor), is de afgelopen jaren vanuit de conservatieve basis van politici en parlementsleden, en gesteund door een eenzijdige negatieve berichtgeving van de grote Braziliaanse media, een offensief gestart om de strafrechtelijke leeftijd van 18 jaar drastisch naar beneden te halen.

Zoals grondwettelijk vastgelegd in de jeugdwet ECA en het door Brazilië ondertekende Verdrag inzake de Rechten van het Kind, kunnen minderjarigen die overtredingen begaan onderhevig niet opgesloten worden in gevangenissen voor volwassenen. Ondanks het feit dat de strafrechtelijke aansprakelijkheid vanaf 18 jaar een niet wijzigbare norm is als onderdeel van de grondwet, stemde een conservatieve parlementsmeerderheid op 3 juli 2015 reeds de eerste fase van de daling van 18 jaar naar 16 jaar voor opsluiting gevangenissen. Deze werd bezegeld in een tweede stemronde in augustus. Daarmee worden meteen de grondvesten van de jeugdwet ECA ondermijnd.



(Foto, 2015 Human Rights Watch)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 Met de wetswijziging kan het Braziliaanse gerecht minderjarigen die zwaardere misdaden plegen vanaf september 2015 in gevangenissen opsluiten. Dit zal op korte termijn een vermeerdering van 40.000 gevangenen in de reeds overbevolkte gevangenissen veroorzaken.

In een tweede aanval op de ECA stemde de senaat op 14 juli 2015 ook nog een bijkomende wet om tieners die inbreuken plegen 10 jaar vast te zetten in plaats van het huidige maximum van 3 jaar in een gesloten instelling voor minderjarigen.

Andere drastischer wetsvoorstellen, die ervoor zorgen dat kinderen van 10 tot 12 jaar in gevangenissen zouden belanden, staan op de wachtlijst om gestemd te worden in het congres. Hiermee kent Brazilië een sterke terugval op het vlak van de Kinderrechten.

Conservatieve parlementaire lobbies draaien progressieve sociale ontwikkelingspolitiek van de Arbeiderspartij terug

Het neerhalen van ECA en het negeren van het geratificeerde IVKR en door de VN aangenomen Standard Minimum Rules for the Administration of Juvenile Justice (Beijing Rules) duidt op een toename van de conservatieve krachten die het recent verbeterde mensenrechtenbeleid onder de regeringen van de Arbeiderspartij (sinds 2003) proberen terug te draaien.



In 2010 haalde Dilma Rousseff met de volle steun van Lula da Silva 56 procent van de stemmen, in 2014 was dat nog 51,6 procent (foto Partido dos Trabalhadores/Ricardo Stuckert)

De politiek van sociale ontwikkeling van president Lula, voortgezet door de huidige regering Dilma Roussef, wordt door een zware economische crisis en massale aanvallen van behoudsgezinde lobby’s in parlement en senaat afgeremd. Dezelfde behoudsgezinde parlementslobby’s die zich vandaag in een meerderheidsfront tegen de regering Dilma Roussef keren en de Arbeiderspartij (Partido dos Trabalhadores) proberen te isoleren -die een beleid van sociale gelijkheid en sterkere burgerrechten voorstaat- viseren niet alleen het neerhalen van ECA.

 Het conservatieve front probeert via het parlement diverse hervormingen door te drukken. Die moeten het grootgrondbezit, de veeteeltbedrijven, mijnbouw en ontbossing de vrije hand geven en de huidige wetgeving voor milieubescherming onderuit halen. Die moeten op vraag van de lobby van wapenhandelaars het Statuut van de Ontwapening ongedaan maken. En omdat internationale bedrijven vrije toegang willen voor mijnbouw en grote energieplantages, moeten ook de grondrechten van de indiaanse gebieden eraan geloven.

In mei 2015 werd door een stemming in het parlement ook de neo-liberale flexibilisering van de arbeidscontracten doorgevoerd, wat een duidelijke achteruitgang van de arbeidsrechten betekent. Dit neo-liberale offensief paralyseert vandaag de regering Roussef. Die heeft maar een kleine bewegingsruimte qua geallieerde basis. Vele politici en parlementsleden van de regeringspartijen stapten recentelijk over naar de conservatieve hoek.

De tendens voor een meer bestraffende aanpak van minderjarigen kadert in deze radicalisering en de economische crisiscontext, waar de relatief kleine groep van jongeren in conflict met de wet als nationale zondebok wordt gebruikt. In plaats van resocialisatie na te streven via opvoedende aanpak en voorkoming van jeugdmarginalisatie door sociale programma’s, wordt een opsluitingspolitiek verdedigd die tot dramatische gevolgen kan leiden.

Als de lagere leeftijdsgrens in voege zou komen, wordt verwacht dat de gevangenisbevolking op enkele jaren tijd zullen aangroeien met 40.000 minderjarige celgenoten. Brazilië is nu reeds het land met de derde grootste gevangenisbevolking ter wereld.

De gevangenisomstandigheden zijn bijzonder slecht en de overbezetting leidt tot gewelddadige opstanden en repressies met standrechtelijke executies van gevangenen door politietroepen. Het gevangenissysteem bereikt op geen enkel niveau zijn doel als resocialiserende interventie en leidt tot extreme isolatie en mishandelingen van gedetineerden. Volgens de strafrechtstatistieken van de Braziliaanse justitie (penitentiaire rapporten 2014) recidiveert zo’n 70% van de gevangenen.

Volgens ECA zijn minderjarigen rechtsdragende wezens in een groeifase die niet met een gevangenisstraf mogen worden bestraft. Zelfs bij opsluiting in staatsinstituten, als maatregel na overtredingen, dienen basisrechten verzekerd te worden zoals recht op onderwijs, lichamelijk en psychologisch welzijn, contact met de familie en kans op professionalisering.

Terwijl ECA met een genuanceerde waaier van een vijftal sociale en educatieve maatregelen telt, gaande van alternatieve sancties, over semi-open instellingen tot volledige afzondering in jeugdgevangenissen, kiest de overgrote groep van jeugdrechters nog steeds eenzijdig voor opsluiting.

Zelfs bij kleine vergrijpen wordt door de meerderheid van de jeugdrechtbanken de zwaarste straf van totale vrijheidsberoving toegepast. Vandaag bevinden 23.658 jongeren tussen 12 en 21 jaar zich in totale afzondering, achter tralies in overbevolkte cellen van immense jeugdgevangenissen, voornamelijk in de grote industriesteden Rio de Janeiro, São Paulo en Belo Horizonte.

Alternatieve sancties voor minderjarigen zijn succesvoller

De willekeurige en overmatige opsluiting staat ter discussie. Onder jongeren met transgressief gedrag zijn er slechts 11% die flagrante zwaardere misdaad met geweldinbreuken pleegden, die tijdelijk maatschappelijk isolement met opsluiting kunnen verantwoorden. Slechts 1 % (*) van alle dodelijke misdaad wordt toegeschreven aan minderjarigen.

99% van de 56.000 moorden die jaarlijks geregistreerd worden, worden door volwassenen gepleegd.

Volgens UNICEF (rapport 25 jaar ECA, juli 2015) is de grote meerderheid van delicten die door minderjarigen worden gepleegd niet van offensieve aard. 64% van de inbreuken betreft diefstal of drugsmokkel zonder gebruik van geweld. Het aantal opgesloten minderjarigen na gewelddaden vertegenwoordigt vandaag amper 0,01% van de tienerbevolking. Deze officiële cijfers contrasteren met de campagne in de media die stijgende jeugdcriminaliteit in de verf probeert te zetten.

De IPEA-studie (Instituto de Pesquisa Econômico Aplicada), gepubliceerd in 2015, brengt de data in kaart van het aantal opgesloten minderjarigen in de deelstaat São Paulo, dit is de deelstaat met het hoogste aantal opgesloten jongeren. Uit de studie blijkt dat 82% van de jongeren veroordeeld werd voor drugsmokkel of diefstal. Dit betekent dat 4 op 5 jongeren niet vanwege gewelddaden werden gearresteerd, en toch 3 jaren (of meer) van hun vrijheid worden beroofd.

Het door de media eenzijdig verspreide (en door de publieke opinie overgenomen) idee dat de jeugdcriminaliteit toeneemt en met krachtige repressie en zwaardere bestraffing moet worden beantwoord, wordt ontkracht door de feiten.

Sociologisch gezien is het verhaal van de jeugdcriminaliteit, volgens de data van CNMP, er een van kansarmoede en raciale uitsluiting: 70% van de JCW komen uit een gebroken familie met sociaal-economische problemen, en 51 % van de opgeslotenen ging nooit naar school. 60% van de gevangenen zijn Afro-Braziliaanse jongeren tussen 16 en 18 jaar, een groep die door de media en populistische politici als ‘staatsgevaarlijk’ wordt beschouwd, maar in werkelijkheid het totale gebrek aan kansen duidt in de arme regio’s, waar opvang via scholen en jeugdtewerkstelling steevast ontbreken en waar politiegeweld welig tiert.



Jardim Gramacho – (foto: esquecidos.org)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 Wanneer deze jongeren in het gesloten systeem terecht komen, worden hen opnieuw deze rechten ontzegt. De in ECA opgelegde interne scholen, beroepscursussen, sportactiviteiten, gezondheidsgaranties en sociale workshops die voor heropvoeding en sociale rehabilitatie moeten zorgen, zijn in de meerderheid van de jeugdgevangenissen niet aanwezig. Volgens de balans van monitoringsbezoeken van CNMP uit 2014, blijkt 95% van de interne scholen niet te voldoen aan de minimum vereisten van het nationale onderwijsplan (Plano Nacional de Educação 2014).

60% beschikt over geen enkele sportinfrastructuur, 40% heeft noch professionaliserende cursussen noch minimale leefhygiëne in de cellen. In 70% van de jeugdgevangenissen is geen scheiding in de gemeenschappelijke en overbevolkte cellen qua leeftijd, wat geweld en seksuele misbruiken in de hand werkt.

Mensenrechten- en kinderrechtengaranties zijn afwezig: folterpraktijken, arbitraire misbruiken van isolatiecellen als strafmaatregel en moordpraktijken gepleegd door gevangenisbewakers komen voor in alle jeugdgevangenissen van de grootsteden.

Alleen al in Rio de Janeiro leidt dit tot gemiddeld 8 vermoorde minderjarigen per jaar. In 17 Braziliaanse deelstaten werd door de CNMP een overbezetting vastgesteld, die van het dubbele aantal opgeslotenen gaat tot het achtdubbele van de beschikbare capaciteit.

In Rio de Janeiro slapen vaak 30 jongeren op de vloer van cellen die voorzien zijn voor maar 10 personen.

In kindergevangenissen in Noord-Brazilië werden 900 opgesloten kinderen geteld, waar maar plaats is voor 235.

Een van de oorzaken van deze wantoestanden, naast de tendens van verhoogde bestraffende aanpak van het Braziliaanse jeugdrecht, zijn de besparingen die de deelstaat-regeringen doorvoeren in het gevangeniswezen. De uitbouw van nieuwe humanitaire kindergevangenissen die de ECA, het IVKR en de VN-regels respecteren is relatief duur. En vele politici en parlementsleden stemmen voor de verlaging van de strafrechtelijke leeftijd onder 18 jaar zodat men tieners in de “goedkopere” gevangenissen voor volwassenen kan werpen.

Het Openbare Ministerie en actoren van de civiele samenleving voeren actie om de lokale regeringen de verplichte begrotingen voor kinderjustitie te doen besteden, maar de nieuwe golf van verhoogde opsluitingen beloofd niet veel goeds.

Alleen al in Rio de Janeiro, waar sinds 2010 door een (onwettig) stadsdecreet binnen een nieuwe nultolerantie-politiek straatkinderen opgepakt en opgesloten kunnen worden op pure veronderstelling van druggebruik, werd geconstateerd dat de populatie in de kindergevangenissen met 20% toenam. (bron: Instituto de Segurança Público)

Onder de gevangen bevinden zich een deel zwerfkinderen, die in principe geen enkele inbreuken begingen, en therapeutische behandeling en sociale herintegratie zouden moeten genieten in plaats van vrijheidsberovende sancties .

Civiele samenleving vecht terug voor het behoud van de Kinderrechten

Sinds de tweede ambtstermijn van de regering Dilma (januari 2015) vanuit de wetgevende macht en de massamedia een ware destabilisatie golf ontstond die de sociale politiek van het afgelopen decennium dreigt terug te schroeven via neo-liberale wetsvoorstellen, organiseerden ngo´s een tegenreactie.

De strijd tegen de afbreuk van de jeugdbeschermingswet ECA staat hierbij voorop. Een nationaal actie-comité mobiliseert massale maar pacifistische manifestaties in de grote steden. Educatieve en sensibiliserende campagnes helpen het belang van mensenrechten te duiden en progressieve sectoren in de regering worden aangesproken om zich duidelijk te positioneren in het belang van ECA.

Lokale organisaties organiseren samen met plaatselijke universiteiten congressen, publicaties, studies en campagnes voor publieke sensibilisatie rond de Kinderrechten, zoals de Candelária-campagne te Rio die een kindermars van 2500 deelnemers mobiliseerde in juli dit jaar en publieke acties van moeders die hun kinderen verloren door politiegeweld of in de kindergevangenissen.

Presidente Dilma Roussef verdedigt ECA, pleit voor het behoud van de actuele strafrechtelijke leeftijd op 18 jaar en belooft de jeugdgevangenissen stapsgewijs om te zetten in kleinschalige pedagogische centra die ECA al 25 jaar geleden voorstelde.

Er wordt ook internationale druk op de Braziliaanse autoriteiten en het gerecht uitgeoefend. Mensenrechtenorganisaties zoals Amnesty International en Human Rights Watch klagen de kinderrechtenschendingen in Brazilië aan. Bovendien is er bij de VN-Comissie voor de kinderrechten in Geneve een veroordeling in de maak voor de verlaging van de minimum gevangenisleeftijd. 

Voor de nabije toekomst zijn nog vele acties gepland om het tij alsnog te doen keren en de kinderrechten in Brazilië te vrijwaren van een verdere aftakeling. Ngo´s, netwerken en sociale media nemen hierbij het voortouw. Misschien kan ook het hooggerechtshof de parlementaire stemmingen die de strafrechtelijke leeftijd verlaagden ongeldig verklaren, gezien diverse manoeuvres om een meerderheid van de stemmen te krijgen daarbij niet transparant verliepen.

Ondertussen doen de ngo’s ook voort met waar ze goed in zijn: de alternatieve modellen opzetten rond opvang van jongeren in conflict met de wet. Terwijl de ngo’s 80 % succes boeken met deze aanpak, blijft 80% van de jongeren die opgesloten werden nadien terugvallen in recidivisme.  

Jan Daniëls, programma facilitator KIYO-Brazilië

take down
the paywall
steun ons nu!