De Keystone XL-pijpleiding is omstreden omdat ze olie uit de erg vervuilende Canadese teerzanden dwars door de Verenigde Staten naar Texas moet vervoeren. Critici vrezen voor de klimaatimpact en lekken langs het lange traject, dat door belangrijke natuurgebieden voert. Enkele weken geleden besliste de regering-Obama om nog geen federale vergunning toe te kennen voor het project.

Toch heeft TransCanada gisteren (maandag) laten weten dat het doorzet met de bouw van het zuidelijke traject van de pijpleiding, waar wel lokale vergunningen voor zijn. De nieuwe leiding verbindt de olieterminals in Cushing met het zuiden en zal 700.000 vaten per dag kunnen transporteren. De bouw, die eind 2013 klaar moet zijn, kost zo’n 2,3 miljard dollar (1,7 miljard euro).

Banen scheppen

Het Witte Huis “verwelkomt” de plannen van TransCanada. “Olie uit het Midwesten naar de hoogtechnologische raffinaderijen in de Golf vervoeren zal onze infrastructuur moderniseren, banen scheppen en de Amerikaanse energieproductie aanzwengelen”, zei een woordvoerder. Het Witte Huis benadrukt ook dat ze enkel negatief besliste over een federale vergunning voor het hele traject onder druk van een Republikeinse deadline waardoor er niet genoeg tijd was. De regering-Obama is “op geen enkele manier gekant tegen nieuwe vergunningsaanvragen”, maar heeft voldoende tijd nodig om die te beoordelen, klinkt het.

Alle Republikeinse presidentskandidaten hebben openlijk hun steun uitgesproken voor de pijpleiding en hebben beloofd het project goed te keuren als ze de verkiezingen winnen.