De allereerste 'multinational': de Vereenigde Oostindische Compagnie
Nieuws, Wereld, Economie, Economische crisis, Beurs, Speculatie, Watmet, Boris Kagarlitsky, VOC -

Boris Kagarlitsky: waarom de beurs oorzaak is van economische crisissen

De poging van jonge betogers om Wall Street te bezetten, wordt niet alleen door een meerderheid van Amerikanen en verbaasde Russen gesteund, het leidt ook tot het stellen van een onverwachte vraag: “Waarom hebben wij eigenlijk beurzen en banken nodig?”

maandag 14 november 2011 18:00
Spread the love

Elke dag passeren op onze tv financiële analisten de revue, barstend van zelfvertrouwen in hun dure kostuums, die ons komen uitleggen waarom de aandelen omhoog of omlaag gaan, wat ‘vluchtige markten’ en opwaartse en neerwaartse trends zijn. Ze gebruiken daarbij tabellen met allerlei indexen die de ene minuut dalen en de volgende stijgen.

Het begon zowaar in … Brugge

De oorsprong van al deze beurzengekte gaat terug op de Vlaamse stad Brugge. Handelaars die een overschot aan koopwaar hadden, kwamen samen op een pleintje vlak bij een huis dat eigendom was van de aristocratisch familie Borse. Ze vergaderden daar om informatie uit te wisselen, om hun goederen in grote hoeveelheden van de hand te doen en om de levering te onderhandelen. Dit is de oorsprong van het Duitse woord ‘borse’ en het Russische woord ‘birzha’ (en uiteraard van het Nederlandse woord ‘beurs’, noot vertaler).

Toen de Nederlanders de Vereenigde Oost-Indische Compagnie (VOC) oprichtten, kwam heel Amsterdam opdagen om aandelen te kopen. Niet alleen de handelaars en de winkeliers wilden een deel van de actie, zelfs de stagiairs, de helpers en de dienaars kwamen er hun guldens investeren. Dit werd zowaar het ‘volkskapitalisme’ dat ze al veertig jaar zonder succes probeerden te creëren.

Eerlijke handel of speculatie?

Toen ook dook een onaangenaam aspect van deze nieuwe ‘aandelenruil’ op: het werd mogelijk om te speculeren en de prijzen van aandelen en goederen te manipuleren, om een golf van artificiële vraag te creëren en zo paniek te veroorzaken op de aandelenmarkten. Het gepeupel van de aandelenhandelaars is niet anders dan eender welk ander gepeupel. Onder bepaalde omstandigheden kunnen ze ook snel hun hoofd verliezen – als een instinctieve kudde die opgewonden geraakt over een verwachte ‘boom’ of panikeert over een verwachte ‘crash’.

Reeds in de vroege 17de eeuw werd het duidelijk dat speculatie met wat we nu ‘virtuele’ aandelen en goederen noemen even winstgevend kon worden als het gewone handel drijven met de eindverbruiker van de goederen. De winstuitkering ging veel sneller en het kapitaal, dat niet aan fysieke objecten gebonden was, werd bevrijd van een hele hoop begrenzende factoren.

Dat liep uiteindelijk zozeer uit de hand dat het spel van de financiële speculatie, in plaats van de economie te stimuleren, de economische groei en de productie ging verhinderen, een tekort aan cash voor de industrie en de kleine ondernemingen creëerde en de prijs van voedsel en primaire grondstoffen de hoogte injoeg.

De eerste economische crash

Toen de kloof tussen dit spel op de aandelenbeurzen en de reële economie te groot werd, resulteerde dat in het in elkaar klappen van de economie. Dat gebeurde een eerste keer in de 17de eeuw en had alles te maken met de nieuwe passie voor tulpen die toen door Europa raasde.

Tulpenbollen werden gekweekt in Nederland en de toenemende vraag dreef hun prijs de hoogte in. Beurshandelaars begonnen te speculeren op de vraag naar tulpen. Toen de zeepbel uiteindelijk barstte, stortte de prijs van tulpenbollen en andere goederen in elkaar. Eerst werd Nederland, daarna de rest van Europa, in een economische crisis gedompeld. Daarna schakelde de ene regering na de andere over van de promotie van vrijhandel naar een meer interventionistische controle over hun economieën.

Over naar vandaag

Vandaag leidt het beleid van de G20 om een economische ineenstorting  te vermijden alleen maar tot een verlenging en een verdieping van de crisis. Om dat beleid door te drukken, zijn deze regeringen bereid om hele landen op te offeren, zoals Griekenland, Portugal en Italië.

Deze maatregelen zullen echter niet helpen. Een wereldwijde ineenstorting van de beurzen is niet alleen onvermijdelijk, maar ook noodzakelijk, omdat zolang het niet gebeurt, de wereldeconomie geen kans op herstel heeft.

Boris Kagarlitsky

Boris Kagarlitsky is onderzoeker aan het Instituut voor Vergelijkende Politieke Studies van de Russische Academie voor Wetenschappen. Hij publiceert regelmatig artikels over politiek en economie o.a. bij ZNet.

Vertaling uit het Engels door Lode Vanoost.

© ZCommunications.org

take down
the paywall
steun ons nu!