Begrafenis na de slachtpartijen van 2019. Foto: woborders.files.wordpress.com
Ron Ridenour, CovertActionMagazine,

Bolivia berecht plegers staatsgreep 2019 onder moeilijke omstandigheden

woensdag 31 maart 2021 11:08
Spread the love

 

Om potentiële staatsgrepen af te weren in andere Latijns-Amerikaanse landen heeft de nieuwe regering van president Luis Arce – die in oktober 2020 met een verpletterende meerderheid de verkiezingen in Bolivia won – besloten om niet langer een ‘vergeef en vergeet’-mentaliteit te hanteren ten opzichte van voormalig dictator Jeanine Áñez en haar voornaamste ministers.

Integendeel, slechts tien dagen na de verkiezingszege hebben de Kamer van Afgevaardigden en de Senaat een definitief rapport goedgekeurd omtrent het “bloedbad van Senkata en Sacaba”. Dit rapport bevat onder andere een aanbeveling tot vervolging van Jeanine Áñez voor genocide, alsook criminele aanklachten tegen elf van haar ministers. Voorzitter van de Senaat Eva Copa liet weten dat het rapport zal worden voorgelegd aan verschillende onderzoeksrechters om een proces in gang te zetten.

Meerdere sleutelfiguren in de staatsgreep van 2019 worden momenteel in hechtenis gehouden, waaronder Áñez zelf en enkele hoge ministers en legerofficieren. De nieuwe aanklager voor anti-corruptiezaken bereidt momenteel zijn aanklachten voor. Ondertussen krijgen de beklaagden geen toestemming het land te verlaten.

De MAS (Movimiento al Socialismo), partij van voormalig president Evo Morales (2005-2019), won de verkiezingen in oktober met 55 procent van de stemmen (3,4 miljoen stemmen). Hiermee verkreeg de partij 75 van de 130 zetels in de Kamer van Afgevaardigden en 21 van de 36 zetels in de Senaat. Ondanks deze overwinning behaalde de MAS geen tweederdemeerderheid in beide parlementen zoals tijdens Morales’ bestuursperiode. [1]

President Arce en vice-president Choquehuanca. Foto: telemundo47.com

Met Luis Arce, Morales’ voormalige minister van Economie en Openbare Financiën, als nieuwe president en David Choquehuanca, Morales’ voormalig minister van Buitenlandse Zaken als vice-president ziet Bolivia kans om Morales’ visie terug nieuw leven in te blazen – een visie die hem eerder al de titel van meest geliefde president in de Boliviaanse geschiedenis bezorgde.

Volgens de Council on Hemispheric Affairs maakte Morales onder andere een einde aan het 500 jaar oude apartheidssysteem tegen de inheemse volkeren (die in Bolivia de meerderheid uitmaken van de totale bevolking). Bovendien vormde hij Bolivia om tot de snelst groeiende economie van Latijns-Amerika, halveerde bijna het armoedecijfer in zijn land, vervijfvoudigde het minimummaandloon (van 57 dollar (ongeveer 48 euro) naar 287 dollar (ongeveer 241 euro). Tevens maakte hij het land grotendeels vrij van analfabetisme en steeg de levensverwachting tijdens zijn 14-jarige bestuur van 64 tot 71 jaar.

Ondanks dat hij in 2019 de verkiezingen opnieuw won (en zo voor een controversiële vierde ambtstermijn stond) trad Morales kort na de verkiezingen onverwachts af, ontvluchtte het land en zocht asiel in Mexico (later in Argentinië, nvdr.).

Morales werd hier blijkbaar toe gedwongen nadat de Boliviaanse legerchef generaal Williams Kaliman publiekelijk aankondigde dat zijn officieren de toenmalige president ‘sterk aanbevalen’ af te treden – dit nadat Kaliman zelf naar verluidt een steekpenning van maar liefst 1 miljoen dollar had aangenomen van de Amerikaanse zaakgelastigde[1] in Bolivia.

Deze betoger in Senkata werd in november 2019 gedood door het leger. Foto: Twitter @MaxBlumenthal

Dergelijke ‘aanbevelingen’ van het leger worden in Latijns-Amerika zeer erntsig genomen door politici die in leven wensen te blijven, zeker nadat er volgens Morales een prijs van 50.000 dollar (€42.000) op zijn hoofd was gezet door “de planners van de staatsgreep.”

In de aanloop naar die staatsgreep pleegden rechtse gangsterbendes gewelddadige rooftochten tegen de inheemse bevolking en tegen leden van de MAS. Ze brandden tevens de privé-woningen plat van Morales, van zijn zus en van andere MAS-politici.

Veiligheidsdiensten leverden vervolgens de genadeklap. Op acht november 2019 begonnen de eerste politieopstanden. Twee dagen later verlieten Morales en zijn bondgenoten het zinkende schip. Dit deed hij naar eigen zeggen noodgedwongen om onnodig bloedvergieten in zijn land te vermijden.

Anderhalf jaar na haar ‘eedaflegging’ op 11 november 2019 loopt het voor zelfverklaard interimpresident Jeanine Añez niet als verwacht. Foto: screenshot Facebook

Na het vertrek van Morales werd de christelijk-fundamentalistische senator Jeanine Áñez tot interim-president benoemd door het leger. Vrij snel werd ze erkend door de VS en de Latijns-Amerikaanse rechterzijde, die allen ten stelligste ontkenden dat Morales’ afzetting een staatsgreep was.

Áñez stond al snel bekend voor haar ijzeren vuist. Haar regeerperiode werd gekenmerkt door autoritaire aanvallen en een patroon van beledigingen aan het adres van de inheemse bevolking. Ze noemde de rituelen van het volk van de Aymara “duivels”, wat in de kaart speelde van racisten die nadien de nationale Wiphala-vlag verbrandden (deze vlag symboliseert de diversiteit van de Boliviaanse volkeren).

Amper enkele dagen nadat ze aan het hoofd van het land kwam te staan, werden voorstanders van Morales neergeschoten door soldaten en scherpschutters vanuit helikopters. Minstens 36 betogers tegen de staatsgreep – waarvan de meerderheid inheemsen – werden vermoord tijdens de dictatuur die één jaar zou aanhouden.

De regering slaat een nieuwe weg in

Nu de MAS terug de macht verworven heeft, is het maar de vraag hoe snel en effectief de nieuwe regering het desastreuze economische en sociale beleid van Áñez zal kunnen terugdraaien. De voormalige onwettige regering liet het land achter met een staatsschuld, zowel in binnen- als buitenland, van maar liefst 4,9 miljard dollar (4,1 miljard euro). De pandemie en het dictatoriaal beleid – inclusief een regressief economisch beleid en een belastingverlaging voor de rijken – zouden uiteindelijk in 2021 een economische achteruitgang veroorzaken van 6 procent volgens prognoses van de Wereldbank.

De nieuwe president Luis Arce is zoon van een lerarenfamilie uit de middenklasse. Hij behaalde een universitaire diploma economie. Toen hij tijdens het eerste decennium van Morales’ ambtstermijn verantwoordelijk was voor de economie, hielp hij onder andere met de nationalisering van aardgassen en aardolie. Tevens verkreeg hij een reductie van de extreme armoede onder de bevolking van 38 naar 17 procent.

Arce is noch inheems, noch Marxist

“Ik kreeg mijn ideeën toen ik veertien jaar was en Karl Marx begon te lezen. Sindsdien heb ik nooit andere ideologische paden bewandeld en ik zal dit ook voor niets of niemand doen”, liet Arce zich ontvallen in een interview met persagentschap Reuters in oktober 2020.

Toen hij minister van Economie was, drukte Arce voornamelijk de nationalisering van meerdere sectoren door. Dit leidde uiteindelijke tot een gemiddelde jaarlijkse groei van 4,6 procent, waarmee Bolivia in deze periode tot de besten van de klas behoorde in Latijns-Amerika.

Inheemse landarbeiders blokkeerden op 6 augustus 2020 – onafhankelijksdag in Bolivia – de weg tussen Rio Abajo en La Paz. Foto: Twitter @camilateleSUR

Zwangere vrouwen, schoolkinderen en ouderen kregen voortaan premies en hoge investeringen gingen naar industrialisering van aardgas en lithium, het belangrijke metaal voor de productie van batterijen en kernenergie.

Arce voerde tevens het nieuwe systeem van “Hongerbonus” in, waar meer dan vier miljoen mensen mee geholpen worden. Begunstigden van deze bonus zijn alle Bolivianen ouder dan achttien zonder inkomen van openbare of privé-instellingen, alsook mensen met een beperking en moeders.

President Arce beloofde geen bezuinigingen meer door te voeren op de openbare uitgaven, hoewel hij toegaf dat sommige besparingen wel nodig zullen zijn. Hij verklaarde bovendien dat het “proces van verandering zich zal verderzetten zonder haat en dat de MAS zal leren uit vroegere fouten”.

De helft van Bolivia’s inkomen komt nog steeds van aardgas en olie. Landbouwproductie komt op de tweede plaats. Arce wil koste wat kost de economie diversifiëren. Hij besliste daarom de export van voedingsproducten stop te zetten om genoeg voedsel voor de eigen bevolking te verzekeren. Bovendien wist hij de wisselkoers van de Boliviaanse munt Boliviano op peil te houden om zo de inflatie in te dammen.

“Met de nieuwe VS-regering voorspellen we betere relaties in de toekomst, die zich zullen vertalen in welzijn voor ons volk”, tweette Arce.

De regering van president Obama stopte de diplomatieke relaties op niveau van ambassadeurs toen hij president werd in 2008. Als tegenzet wierp president Morales vervolgens de VS-overheidsdiensten Drug Enforcement Agency (DEA) en United States Agency for International Development (USAID) het land uit, onder beschuldiging van “het smeden van complotten tegen de Boliviaanse bevolking en haar regering”.

Voormalig VS-minister van Buitenlandse Zaken John Kerry liet zich na deze schorsing ontvallen dat “het westelijke halfrond de achtertuin van de VS is, en daarom van kritiek belang”. Voor Morales was dit een zoveelste bewijs van de Amerikaanse mentaliteit, bol van dominantie en onderdrukking.

De nieuwe vicepresident David Choquehuanca is leider van de boerenvakbondskoepel Confederación Sindical Única de Campesinos de Bolivia en van de boerenbeweging Moviemiento Campesino Indígena. Hij is geboren in 1961 in een Aymara-gemeenschap van de hoofdstadLa Paz. Deze voormalige minister van Buitenlandse Zaken onder Morales leerde pas Spaans spreken op school toen hij zeven jaar was.

Tijdens zijn loopbaan in de regeringsploeg van Morales, maakte Choquehuanca deel uit van het algemene secretariaat van de Alianza Bolivariana para los Pueblos de Nuestra América (ALBA -Bolivariaanse  Alliantie voor de volkeren van ons Amerika, alba = dageraad)[2]. Bolivia maakt nu opnieuw deel uit van ALBA, nadat Áñez het bondgenootschap had verlaten.

ALBA ijvert voor economische samenwerking tussen acht Latijns-Amerikaanse landen. Bolivia ging bovendien opnieuw diplomatieke banden aan met Venezuela, Cuba, Nicaragua en Iran. Áñez heeft daarentegen tijdens haar termijn van één jaar 700 Cubaanse dokters en ander medisch personeel het land uitgezet.

De helft van de Boliviaanse bevolking is inheems (volgens sommige bronnen ligt dit percentage zelfs nog hoger). Nadat Morales als president aantrad, werd een nieuwe grondwet goedgekeurd in samenwerking met de inheemse basisbewegingen. Deze grondwet erkent 36 Boliviaanse volkeren als inheems en maakte bovendien drie van de inheemse talen tot officiële landstalen, naast het Spaans.

De Quechua vormen de helft van de inheemse bevolking, de Aymara het merendeel van de overige helft. Toch is van de zeventien ministers slechts één persoon van inheemse origine en slechts vier ministers zijn vrouwen. Ultiem unicum onder de ministers is dan ook Sabina Orellana, een Quechua vakbondsactiviste. Zij werd minister van Culturen, Dekolonisatie en Depatriarchalisatie.

Sabina Orellana is de enige inheemse vrouw in de nieuwe Boliviaanse regering. Foto: cloudfront.net

Tien dagen na zijn aantreden ontsloeg president Arce een aantal rechtse militairen die loyaal waren aan de staatsgreep en de VS. Hij verving hen door officieren loyaal aan het volk en de grondwet.

Voormalig president Evo Morales bij zijn terugkeer naar Bolivia in november 2020: “Lithium is de voornaamste reden waarom Amerika de staatsgreep steunde”.

Morales keerde op acht november 2020, een dag na de inauguratie van Arce, terug naar zijn thuisland. Hij hervatte zijn rol als voorzitter van de MAS maar maakt geen deel uit van de nieuwe regering. Morales meldde de bevolking in Cochabamba dat “de ‘

[3] hen nooit vergeven hebben voor de nationalisering van hun grondstoffen… Lithium is de voornaamste reden waarom Amerika de staatsgreep steunde.”

Deze opmerkingen houden een waarschuwing in. De nieuwe regering blijft, ondanks haar verpletterende overwinning, kwetsbaar voor ondermijning door de VS. Hun Boliviaanse bondgenoten die achter de staatsgreep van 2019 stonden, kunnen op elk moment opnieuw toeslaan.

Coronavirus verhindert volledig herstel

De westerse mainstream media hebben de meeste ontwikkelingen in Bolivia sinds de verkiezing van Arce genegeerd, behalve dan misschien enkele berichten over het coronavirus en overstromingen. De populaire media steken Bolivia graag in hetzelfde hokje als Rusland, aangezien Rusland het Sputnik V vaccin levert aan Bolivia – een van de vijftig landen die dit goedkope vaccin hebben aangekocht.

De regering heeft echter ook een aantal westerse vaccins aangekocht, onder meer van Astra-Zeneca, dat maar liefst drie keer zoveel kost als het Russische vaccin.

Begin februari 2021 testten 218.000 mensen positief, op een totale bevolking van 11,5 miljoen. Dagelijks sterven ongeveer vijftig mensen. Esther, de zeventigjarige zus van Evo Morales, stierf eveneens aan de ziekte (tijdens zijn verbanning in Argentinië, nvdr).

Arce is niet overgegaan tot een gewenste strenge lockdown van de bedrijven uit vrees voor totale economische instorting. Het zorgpersoneel is dan ook onthutst, nu de ziekenhuizen overvol geraken. Het zorgpersoneel in de meest conservatieve regio Santa Cruz[4] heeft op twee februari 2021 24 uur lang in beurten het werk neergelegd, met de eis voor een strengere lockdown om de verdere verspreiding van het virus en zijn varianten tegen te gaan.

De coronacrisis heeft de gerechtelijke vervolging van de medeplichtigen aan de staatsgreep uitgesteld, die momenteel een reisban opgelegd kregen. Van zodra het proces herstart, zullen alle ogen gericht zijn op zijn verdere verloop. De gevolgen zullen tot ver buiten Bolivia reiken.

Foto:ronridenour.com

Former Bolivian Dictator and Her 2019 Coup d’Etat Accomplices To Be Prosecuted verscheen in Covert Action Magazine en werd vertaald door Fleur Leysen. Auteur Ron Ridenour is vredes- en burgerrechtenactivist in de VS sinds hij in 1961 uit de US Air Force vertrok, nadat hij persoonlijk aan de realiteit van de militaire inmenging van zijn land had deelgenomen. Hij schreef meerdere boeken over VS-oorlogen, vooral in Centraal-Amerika (zie zijn website).

 

Notes:

[1] De zaakgelastigde (chargé d’affaires) is de hoogste diplomaat na de ambassadeur. Hij neemt de lopende zaekn waar wanneer de ambassadeur afwezig is (nvdr).

[2] ALBA werd in 2004 opgericht door Venezolaans president Hugo Chávez als zuiver Latijns-Amerikaanse tegenhanger voor de nieuwe vrijhandselszone die de VS aan het continent wilde opdringen (nvdr).

[3] In Latijns-Amerika worden met ‘transnationalisten’ multinationals en hun plaatselijke medewerkers bedoeld (nvdr).

[4] De thuisbasis van couppleger ‘interim-president’ Jeanine Áñez (nvdr).

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!