Monument ter ere van 100 jaar Boerenkrijg in Mol. Foto: Wikimedia Commons / Jozef Sr. Maes / 20022018
Opinie - Tjen Mampaey

Boerenkrijg. Boerenbedrog?

Tjen Mampaey stuurde ons zijn opiniestuk over de Boerenkrijg op, dat hij schreef ter ontkrachting van de mythe zoals die ook nu weer in Het Verhaal van Vlaanderen wordt gepresenteerd.

donderdag 16 februari 2023 17:16
Spread the love

 

Alle lof voor Het Verhaal van Vlaanderen. Een steengoed programma dat een vrij correct geschiedkundig beeld schetst van wat zich in onze gewesten ooit heeft afgespeeld.

Maar het verhaal van de Boerenkrijg, zoals het ook daarin wordt opgevoerd, is het resultaat van mythevorming, gefabriceerd ten tijde van de romantiek. Een halve eeuw had niemand er een letter over geschreven. Pas toen onze gewesten in 1851 weer bij Frankrijk dreigden te worden geannexeerd, fabriceerde Conscience er een opzwepend verzetsverhaal over.

Een verhaal dat de geschiedenis zo grondig vervormde tot er alleen onversaagde helden overbleven die ten strijde trokken om het geloof met wapperend vaandel, hooivorken en zeisen te verdedigen. Met als doel nationalistische gevoelens aan te wakkeren. Toen voor het nog jonge België, later werd het verhaal gebruikt om het Vlaams nationalisme te promoten.

Onterecht wordt de opstand nogal eens opgevoerd als ‘een kleine, maar heldhaftige strijd van de Vlaamse Beweging’ (dixit Vlaams Blok 1998). Nochtans waren er ook opstandige gebieden in Henegouwen, Luxemburg en Waals-Brabant. Het ging helemaal niet over Vlaams nationalisme.

In het oude graafschap Vlaanderen beriepen de leiders zich op koning George van Engeland of op de keizer van Oostenrijk, in Brabant op de keizer en de prins van Oranje. De opstandelingen droegen de Oostenrijkse kleuren. Zelfstandigheid was blijkbaar niet zo belangrijk. Die wilde men gerust opofferen aan Oostenrijk, Engeland of Oranje, zolang het maar niet aan Frankrijk was.

De Franse Revolutie wilde de scheiding doorvoeren tussen kerk en staat en de maatschappij ‘ontkerstenen’. Het  bezit van kloostergemeenschappen werd verbeurd verklaard. De geestelijken werden verplicht, zoals alle andere ambtenaren, een eed van trouw aan de Republiek af te leggen. De kerken van de beëdigde priesters bleven open, de andere werden gesloten. Uiteraard was de kerk ontevreden, maar het gros van de bevolking bleef tamelijk onberoerd.

Dat de kerk voorrechten moest inleveren, is nogal logisch. In 1791 veroordeelde paus Pius VI de gehele revolutie, zowel de inbeslagname van de kerkelijke bezittingen als de Verklaring van de Rechten van de Mens en van de Burger. Hiermee schaarde de kerk zich voor lange tijd achter de vlag van de contrarevolutie.

De Franse revolutionairen klaagden wantoestanden binnen de kerk aan en ze waren niet de eersten. Maria-Theresia vond eerder al dat er teveel kloosters waren en dat die teveel dode eigendommen ophoopten.

“Overal staan boze boeren op om hun ongenoegen te uiten”, zegt Tom Waes in het programma. Alleen boeren? De troepen bestonden ook uit  handelaars, geestelijken, Oostenrijkse en Nederlandse militairen. “Voor outer en heerd”? Evengoed was hun leuze “Vivat de keizer”. Naast de verdrijving van de Fransen ijverden ze ook voor de terugkeer van het keizerlijke gezag.

Jaren voor de Boerenkrijg was er al een politiek geïnspireerd verzet met banden met de kerk, de adel en Oostenrijk. Over de grens verbleven uitgeweken edelen, geestelijken en ambachtsdekens. Ze onderhielden contacten met Wenen, de prins van Oranje, Pruisen en Engeland. Toen deze uitwijkelingen terugkeerden, ontvingen ze geld en wapens van de prins van Oranje en van Engeland. Vanaf de zomer van 1798 probeerden de Engelsen te landen op de kusten van Vlaanderen. Met al deze acties wilden ze opstanden uitlokken. De wet op de verplichte legerdienst, die bij velen kwaad bloed zette, vormde de perfecte aanleiding om een strijd tegen de Franse republikeinen te doen losbarsten.

Geen spontane volksopstand dus, maar een deel van de georganiseerde strijd in Europa door een coalitie van feodale machthebbers tegen de poging van de Franse Revolutie om de eigendomsverhoudingen en de sociale betrekkingen grondig te wijzigen. Volgens moderne historici een laatste stuiptrekking van het ancien régime die de vernieuwing van de maatschappij wilde voorkomen.

Boeren, enkel met hooivorken en zeisen, zoals te zien op tal van monumenten en gedenktekens. ‘Hun wapens zijn rieken en schoffels’, zegt  ook Tom Waes in Het Verhaal …

Nog zo’n mythe. Eén op drie was gewapend met een geweer. Ze beschikten over gesmokkelde Engelse geweren en over verstopte wapens van na de Brabantse Omwenteling.

De politiek van de Franse revolutionairen was in onze gewesten, dat ze als een wingewest zagen, anno 1798 zeker niet altijd even correct. Dat zette kwaad bloed bij een deel van het volk. Maar veel gewone mensen zijn nutteloos gesneuveld in de Boerenkrijg, misbruikt door de klasse van bezitters (clerus, feodale adel en handelaars).

Mythes kunnen prachtige verhalen opleveren, maar de waarheid heeft haar rechten.

 

Tjen Mampaey is auteur van het boek IJzer en vuur, over de Boerenkrijg.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!