Afrikaners
Nieuws, Wereld, Afrika, Cultuur, Boek, Recensie, Boekrecensie, Afrikaners, Fred de vries -

Boek ‘Afrikaners’: Een genuanceerd portret van een blanke minderheid

Met ‘Afrikaners, een volk op drift’ schetst Nederlander Fred de Vries een boeiend en genuanceerd beeld van de positie van de ‘wittes’.

maandag 1 oktober 2012 19:38
Spread the love

Wat gebeurt er met een volk dat jarenlang als kleine blanke minderheid een heel land bestuurt en dan op korte tijd alle politieke macht kwijtraakt aan de meerderheid die ze onderdrukt hebben? Dat is wat er gebeurde toen de Afrikaners instemden met de eerste algemene verkiezingen in 1994, waarna het ANC aan de macht kwam. Het is één van de vele vragen waarop de auteur met dit boek een antwoord wil geven.

Nederlander Fred de Vries arriveerde als freelancejournalist eind 1992 in Zuid-Afrika, meer bepaald in Pretoria. Twee jaar na de vrijlating van Mandela was raciale vermenging nog geen evidentie in het intrigerende, enorme Zuid-Afrika. Na enkele jaren verliet hij het land, moe en verward door de opgedane indrukken. In 2003 keerde de Vries terug naar Zuid-Afrika om zich er te vestigen.

Is er plek voor blank in Zuid-Afrika?

Ikzelf verbleef in 1998 en 1999 telkens enkele weken in Zuid-Afrika, eerst in Kaapstad, later in Durban, en was onder meer vertwijfeld omdat nog vele zwarten werden tewerkgesteld als huispersoneel.

Ook de vooroordelen, het racisme en het paternalisme dat leefde bij de blanken stuitten me tegen de borst. Voorts was er het enorme verschil qua mogelijkheden, de kansarmoede bij de gekleurde bevolking. De geïsoleerde, beveiligde wijken waar de blanken zich terugtrokken stonden in schril contrast met de townships waar de zwarten zich noodgedwongen vestigden.

Maar ik zag ook blanken die de auto’s op de parking van de shopping mall bewaakten en andere ‘wittes’ die mijn boodschappen voor me in de supermarkt inpakten. Daar bleek dat ik er zowaar van uit ging dat dit soort jobs voor de gekleurden waren… Van vooroordelen gesproken.

De gedachten en gevoelens waar ik mee kampte, herken ik in dit boek. De auteur verbaast zich over alle tegenstrijdigheden die inherent zijn aan het Afrikanerdom: een gespannen, haast suïcidale mix van onbegrepenheid, koppigheid en innemendheid.

Wat maakt een Afrikaner?

Om de hedendaagse Afrikaner te begrijpen kun je niet om een hele reeks historische gebeurtenissen heen. Het zijn er evenwel te veel om hier op te noemen. De Vries heeft zijn werk minutieus gemaakt. Ik pik er enkele voorbeelden uit. 

In 1652 kwamen de eerste Nederlanders in Zuid-Afrika aan, in het zog van de Verenigde Oost-Indische Compagnie. Tot in de jaren 50 van vorige eeuw bleven ze komen, de boeren, soldaten, ambtenaren, gelukzoekers, dominees, zakenlui en bankiers. Ook Duitsers en Belgen volgden hun voorbeeld.

Hun taal verbasterde tot het Afrikaans, een vereenvoudigde versie van het Nederlands met heel eigen woorden. Ook uit protest tegen de overheersing van het Engels. Zo werd een milkshake in het Afrikaans een ‘melkskommel’.  

In 1838 vond de strijd bij Bloedrivier plaats. De Voortrekkers die rond 1835 uit de Oost-Kaap wegtrokken om te ontsnappen aan de Britse overheersing en de toenemende onrust bij de zwarte bevolking namen het op tegen de inheemse bevolking. Tijdens dit gevecht, diep in KwaZulu-Natal, vonden duizenden Zoeloekrijgers de dood, terwijl er aan de zijde van de Afrikaners slechts drie gewonden vielen. Het zou ons te ver leiden om op alle details in te gaan, maar natuurlijk betrof het een ongelijke strijd met ongelijke middelen.

Het is opvallend dat beide partijen hun eigen versie van het gebeuren geven. De Afrikaners doen dit in het Bloedriviermuseum, de Zoeloes in het Ncome-museum. De auteur beschrijft uitvoerig hoe beide musea de geschiedenis weergeven en doet dit op een objectieve wijze.

In 1899 was er de Anglo-Boerenoorlog, waarin de Afrikanen het opnamen tegen de Britten die het gemunt hadden op de rijke goudvoorraden die ontdekt werden in Transvaal. De oorlog duurde drie jaar en zorgde ervoor dat de Afrikanen een afkeer kregen van de Britten, te vergelijken met de reacties in Europa na WO II en de afkeer van ‘de moffen’.

Ook de Britten gebruikten concentratiekampen om hun tegenstanders klein te krijgen. Deze oorlog liet de Afrikaners verbitterd en verslagen achter.

Na de Boerenoorlog waren goedkope arbeiders gegeerd om het goud boven te halen. Arme Afrikaners en rurale zwarten werken samen in de mijnen. Maar er was geen sprake van solidariteit onder de arbeiders. Armoede en werkloosheid zorgden ervoor dat de toestroom van zwarte werkkrachten als bedreigend werd ervaren.

In 1910 ontstaat dan de Zuid-Afrikaanse unie waarin de twee Boerenrepublieken en de Engelse kolonies van de Kaap en Natal zich verenigen. Zwarten hebben geen stemrecht in deze unie. Drie jaar later komt de Natives Land Act. Deze verbiedt zwarten om buiten de ‘reservaten’ grond te hebben of te huren. De eigenlijke start van het racistische regime.

In 1948 kwamen de Afrikanen aan de macht na een spannende verkiezingsstrijd waarin de anti-Engelse Nationale Partij en de ultrarechtse Afrikaner Partij de handen in elkaar sloegen om de heersende United Party (met veel Engelse ministers) te verslaan. Vervolgens schopte apartheid het tot een wereldwijd bekend begrip.

Dan volgt een hele opsomming van de wansmakelijke wetten die het apartheidsregime uitvaardigde. De ‘Ontugwet‘, die huwelijken en geslachtsgemeenschap tussen blank en niet-blank verbood, en de Pasjeswet, die zwarten ouder dan 16 verplichtte om steeds een pasje bij zich te hebben als ze zich in blanke gebieden bevonden, zijn slechts twee voorbeelden. 

Het Apartheidsmuseum, gelegen tussen Soweto en Johannesburg, schenkt veel aandacht aan dit racistische apparaat, hoe het zijn gif verspreidde en de hele onfrisse geschiedenis ervan.

Naast het zwarte bestreed het regime ook het rode gevaar: Zuid-Afrika speelde een smerige rol in de grensoorlog met Angola medio de jaren ’70 van de vorige eeuw in een poging om het communisme buiten te houden.

Te veel geschiedenis om hier op in te gaan. Gecombineerd met een werk over de andere, gekleurde kant van het verhaal moet dit een volledig beeld van de geschiedenis van het land kunnen schetsen.

Verhelderende gesprekken  

De auteur gaat het gesprek aan met diverse spraakmakende spelers in het verhaal van de Afrikanen. Zo is er Eugene Terre’Blanche, de leider van de ultrarechtse Afrikaner Weerstandsbeweging, die van 1970 tot begin jaren ’90 de boel opstookte. De man beweert dat de blanken geen grond van de zwarten afgenomen hebben, maar dat er koopaktes opgemaakt zijn. Terre’Blanche werd in 2010 gedood in zijn ‘plaas’ (boerderij met land) door twee van zijn plaaswerkers. Er was drank in het spel, en ook ruzie over geld en koeien.

Het verhaal van de populaire band Fokofpolisiekar die harde rock speelde met kwade, vertwijfelde teksten in het Afrikaans geeft het grote belang weer van religie. Toen in 2006 één van de bandleden als handtekening op een geldbeugel van een fan ‘Fok God’ had geschreven, werd de groep het slachtoffer van een hetse opgezet door diepgelovige christenen, die hen godslasteraars noemden en van de podia banden waardoor de band ter ziele ging. 

Anderen die in het boek aan het woord komen zijn Antjie Krog, de progressieve schrijfster en dichteres; ex-minister van Buitenlandse Zaken Pik Botha; ex-president F.W. de Klerk; auteurs Rian Malan en Etienne Van Heerden; Kleinboer, schrijver en hoerenloper Fanie De Villiers die getrouwd is met een Zoeloevrouw; en zangers Steve Hofmeyr en Koos Kombuis. Zij vervolledigen zo het beeld van een heel diverse bevolkingsgroep met hun verschillende kijk op wat de toekomst brengen kan. 

‘De Afrikaner’ bestaat niet    

Natuurlijk zijn er de ongelikte racisten, maar er zijn ook gastvrije en eigenzinnige Afrikaners. Linkse en rechtse Afrikaners en een grote middengroep. Mensen met een stevige band met de Kaap, Transvaal of de Vrijstaat, maar ook mensen wiens Europese achtergrond nog duidelijk zichtbaar en hoorbaar is. Straatarme mensen die zich vestigen in ‘plakkerskampen’, illegale nederzettingen, maar ook steenrijke wittes die uitgestrekte domeinen bezitten in Stellenbosch.

Een aanzienlijk deel Afrikaners emigreerde naar Australië, maar sommigen onder hen keerden later terug. Allen worstelen ze met hun identiteit, het apartheidsverleden en een onzekere, onduidelijke toekomst.

Stof tot nadenken

Dit boek doet je nadenken over migratie, integratie en segregatie, maar ook over positieve discriminatie en herverdeling.
Wanneer spreek je over een minderheid? Behoor je tot een minderheid als je er financiëel duidelijk beter voorstaat dan de meeste van je landgenoten? Wanneer ben je een inwijkeling? Wanneer ben je ingeburgerd? Hoe lang moet een volk aanwezig zijn om als landgenoot gezien te worden? Hoe geef je een minderheid inspraak? Hoe werk je aan een regenboognatie als de kansen ongelijk verdeeld zijn?

Ergens schrijft de Vries dat de Afrikanen zich hebben gedragen als gelijk welke stam en op hun wijze hebben overleefd in Zuid-Afrika, een vergelijking die toch mank loopt, gezien het verschil aan mogelijkheden en de botte repressie.  

Intermezzi

Tussen de interviews, de gesprekken en de voorbeelden uit de rijkgevulde geschiedenis door, vertelt de Vries hoe het hem zelf afging bij zijn integratie.

We schrijven 2004. In Buitenhuis gaat de Vries op zoek naar een weekendhuis. De zoektocht naar een plek in de natuur, niet te ver van Johannesburg, werd beïnvloed door budgettaire redenen. Hij wil voor een prijsje een huis kopen in een buurt die nog niet opgewaardeerd is, om er later misschien wat aan te verdienen. Uiteindelijk vinden hij en zijn vriendin een huis in miserabele staat in het dorp Vrede, in de Vrijstaat, op twee uur rijden van Johannesburg.

De aannemer die ze contracteerden om de eerste, grote verbouwingen te doen, weigert echter om hetzelfde toilet te gebruiken als zijn gekleurde medemens. Ik druk het hier heel wat beleefder uit dan Andries de aannemer in dit boek, hij geeft hier weer hoe de verhoudingen lagen.

In Overval en inbraak worden de Vries en zijn vriendin tijdens het joggen in een park bedreigd door enkele jonge zwarten met een mes en een pistool. Ze komen er met de schrik van af als blijkt dat ze niks van waarde bij zich hebben. De schrijver betrapt zichzelf erop racistische gedachten te hebben. Ook kampt hij met gevoelens van moedeloosheid: het wordt nooit wat met dit land…

Enkele jaren later is er ingebroken in het buitenhuis in Vrede, politieonderzoek wijst uit dat de blanke buren de daders zijn. Vervolgens beschrijft de auteur in In de verkoop hoe hij het buitenhuis weer te koop stelt. Redenen om te verkopen zijn teleurstelling, onvervulde dromen, maar ook iets onvermijdelijks, iets over een land dat niet voor mietjes is. De buurt werd niet opgewaardeerd, hij verkoopt dus met verlies.

Hoge actualiteitswaarde   

De slachtpartij tijdens de mijnwerkersstaking in Marikana in augustus van dit jaar heeft Zuid-Afrika weer volop in het spotlicht geplaatst.

De rol en de plaats van het ANC worden openlijk in vraag gesteld. Niet het minst door Julius Malema, de linkse populist die in de townships zeer populair is. Hij speelt hierbij zijn rol als spreekbuis van de armste zwarten, die er na het einde van de apartheid niet op vooruit gegaan zijn.

Malema wordt in dit boek herhaaldelijk vermeld als de nachtmerrie van de blanke, omdat hij oproept tot herverdeling van de eigendommen, zoals ook in Zimbabwe gebeurde bij de onteigening van blanke boeren. Hij wil ook de banken nationaliseren. Malema werd eerder dit jaar door het ANC uitgesloten als voorzitter van de jongerenafdeling omdat hij het imago van de partij bezoedeld zou hebben en verdeeldheid zaaide.

Diepgaand, accuraat en wel onderbouwd

Met ‘Afrikaners, een volk op drift’ schetst de Vries een boeiend, genuanceerd beeld van de positie van de ‘wittes’. Het is onbegonnen werk om alle nuances in een recensie weer te geven. Het boek is vooral een aanrader voor iedereen die verder wil nadenken over integratie, immigratie en participatie.

Vond u deze bespreking interessant? Steun DeWereldMorgen.be door dit boek in onze shop aan te kopen.

take down
the paywall
steun ons nu!