Bleri Lleshi (foto Wim Schrever)

Bleri Lleshi over migratie, ongelijkheid en racisme

In dit derde deel van interviews met Belgen met andersculturele roots die al lang aan de superdiverse samenleving werken, een gesprek met Bleri Lleshi, politicoloog, auteur en activist. Het interview dateert van lang vóór de aanslagen in Parijs.

vrijdag 30 januari 2015 13:31
Spread the love

Ooit zei Guy Polspoel tegen hem: “Ik
ben een échte Brusselaar”. Bleri Lleshi is het niet met hem eens: “Men moet
niet in Brussel geboren zijn, om pas dan een “Brusselaar” te kunnen zijn”. 

Wie ben je? Wat
typeert jou als persoon?

Bleri Lleshi : “Ik noem mijzelf
eerder een ZinnekeBleri . Een Zinneke is iemand die zich identificeert met Brussel,
ook al is hij hier zelfs  maar tijdelijk,
het is de connectie met de stad en de gemeenschap die telt.”

“Ik ben zelf van Albanese afkomst. Ik
startte mijn studies in de politieke en sociale wetenschappen omdat ik zoals
vele andere jongeren wou begrijpen waarover de conflicten in de wereld – die
meestal fragmentair in de pers aan bod komen- 
in sé gaan. Als jonge student, voelde ik mij vooral een wereldburger en
wou ik veranderingen verwezenlijken  vanuit
het internationale perspectief. Mijn interesse voor het lokale niveau ontstond
pas later, toen ik inzag dat, wanneer men grootse dingen wil veranderen, men op
lokaal niveau moet starten. Dit was een belangrijk keerpunt in mijn leven.”

“Ik startte tijdens mijn
filosofiestudies met veldonderzoek naar de identiteit van Brusselse jongeren,
waarover ik een doctoraat schreef. Aangezien ik ook wou dat hiermee méér zou
gebeuren dan dat dit enkel zou resulteren in een beleidsnota voor de Vlaamse
Gemeenschapscommissie, besloot ik om er een boek over te maken (titel:
Identiteit en interculturaliteit, identiteitsconstructie bij jongeren in
Brussel). Op die manier zou het ruimere publiek er ook iets aan hebben. Het was
het jaar 2009-10, het hoogtepunt van de regeringscrisis in België en een boek
over identiteit was dan ook een heel brandend thema. “

Hoe wordt een
identiteit gevormd?

“Een identiteit is
niet iets dat vast ligt. Het evolueert altijd. Een identiteit is ook
meervoudig, men kan bijvoorbeeld een Afro-Vlaming zijn of een Belgo-Turk.
Identiteiten zijn steeds een dynamisch gegeven. Je kan je pas identificeren
afhankelijk van de context waarin je leeft, en afhankelijk van de invloed die
de omgeving op je heeft. Deze meervoudigheid maakt die  identiteit dan ook complex.“

De eerste grote
migratiebewegingen naar België dateren al van na de Tweede Wereldoorlog. Hoe
komt het dat een beleid in verband met minderheden slechts van de laatste
decennia dateert en dat dit zo moeilijk ligt?

“De eerste
gastarbeiders waren Italianen en Portugezen. Pas toen deze niet meer bereid
waren om in de gevaarlijke Belgische mijnen te komen werken, werden er
overeenkomsten gesloten met Turkije en Marokko. Tot zolang men dacht dat de
gastarbeiders wel zouden terugkeren, leek het niet zinvol om een beleid uit te
werken.”

“Het is pas in de jaren ’80, toen bleek dat deze arbeiders hier zouden
blijven, dat de eerste beleidsnota’s hierover zijn ontstaan. In 1986 verscheen
zelfs een heel goede integratienota voor de sociaal-economische integratie van
migranten. Deze werd echter snel afgevoerd toen het Vlaams Blok een
monsterscore behaalde tijdens “zwarte zondag”. De reactie van de traditionele
partijen was dat het Vlaams Blok gelijk had, maar dat hun voorgestelde
oplossingen fout waren.”

“Vanaf dat moment  werd het integratiebeleid niet meer benaderd
als een socio-economisch probleem. Het werd een kwestie van cultuur, etnische
afkomst en religie. En zo wordt het de dag van vandaag nog steeds benaderd.
Daarmee wil ik niet zeggen dat, als er spanningen zijn, zij geen enkel verband
houden met cultuur, afkomst of religie. De situatie zit echter een stuk
complexer in elkaar.”

“Wat ik vooral wil brengen is een “en/en-verhaal”. Als men vandaag over integratie
spreekt dan gaat het vooral over taal. Het belang van talenkennis wordt de dag
van vandaag overdreven. De taalkwestie op zich, 
wordt meer en meer opgedrongen.”

Wat bedoel je
hiermee?

“Vooral sinds de NV-A
de ministerpost van Integratie en Inburgering heeft gekregen is de nadruk op
taal als dusdanig gaan liggen. Ik vind talenkennis heel belangrijk, het is wat
mensen verbindt met elkaar, alleen wordt taal nu maar al te vaak gebruikt om
verdeeldheid te zaaien onder de mensen.

“Al te vaak wordt taal beschouwd als
dé oplossing om voor zichzelf een plaats in de maatschappij te creëren. De taal
echter is een deel van de oplossing. Het kennen van de taal is niet genoeg om
alle discriminaties uit de wereld te helpen. België scoort binnen Europa als
één van de slechtste landen ten aanzien van personen met een
migratieachtergrond op het gebied van sociale ongelijkheid en discriminatie op
de arbeidsmarkt. Het feit dat men de taal kent, lost deze problemen dus
helemaal niet op.”

“Zie bijvoorbeeld de werkloosheidscijfers bij hooggeschoolde
migrantenjongeren.
Neem het onderwijs:
België staat op kop wanneer het gaat om de taalachterstand van kinderen die
ouders hebben van een vreemde afkomst. Het onderscheid tussen ASO, TSO, BSO en
het bijzonder onderwijs versterkt de sociale en economische achterstand.
Nochtans hebben heel wat wetenschappelijke studies uitgewezen dat tweetalig
onderwijs (zowel in de taal die zij van thuis uit leren als deze van het land
waarin zij wonen) een sterke stimulans is voor deze kinderen om zich te
ontwikkelen.”

“Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat tweetalige opvoeding en
opleiding een heel stimulerend effect heeft op de hersenactiviteit van
kinderen. Dergelijke kinderen kennen een veel grotere woordenschat dan
eentalige kinderen. Nochtans wordt deze meerwaarde op school helemaal niet naar
waarde geschat. Integendeel, migrantenkinderen worden zelfs berispt wanneer
zij de taal spreken die zij van thuis uit hebben geleerd.”

“Heel weinig scholen in België benaderen
meertaligheid positief. Het is niet toevallig dat net deze scholen het best
scoren, wat bewijst dat een concentratieschool niet noodzakelijk samengaat met
leerachterstand”.

“In het onderwijs bestaat er
institutioneel racisme. Het onderwijs behoort tot de fundamenten van de
samenleving, maar het lijdt helaas onder de traditionele pedagogische structuren
en opvattingen met als gevolg dat het volledig aan de hedendaagse realiteit
voorbij gaat.”

“Minister van onderwijs Pascal
Smet had enige tijd terug een nota voorgesteld die een dergelijke
tweetaligheid vooropstelde. Kris Peeters verklaarde tegenover de regering
hierover niet te willen spreken. Door een dergelijke afwijzende houding ten
aanzien van nieuwe studiemethodes gaat kostbare tijd en veel geld verloren.
Leerkrachten in het Brusselse raken gedemotiveerd en verkiezen na enkele jaren
“blanke scholen” omdat ze er meer vooruitgang boeken bij deze leerlingen.”

“Leerkrachten die wél open staan voor nieuwe studiemethodes, botsen dan vaak op
tegenwind van oudere leerkrachten en hun eigen directie. Dit terwijl bij gebrek
aan een goed beleid omtrent onderwijs, het net de leerkrachten zelf zouden
moeten zijn die het verschil moeten maken. De invloed van politiek wordt al te
vaak onderschat in het onderwijs. Nochtans is het  onderwijs het allerbelangrijkste middel om
integratie te verwezenlijken.”

De sociale media en
het internet hebben er mede voor gezorgd dat iedereen de dag van vandaag zijn
mening kan uitdrukken. Er wordt hierbij nog nauwelijks onderscheid gemaakt
tussen de emotionele opwelling van Jan met de pet en de opvatting van een
specialist in een bepaald domein. Zou de pers geen grotere verantwoordelijkheid
in het maatschappelijke debat moeten dragen door meer duiding te geven en meer
genuanceerd tewerk te gaan?

“We leven in een
maatschappij waarbij iedereen uitgaat van het eigen gelijk en het in pacht
hebben van de waarheid. Dit zorgt voor individualisme en verdeeldheid. De
eigenheid van de mens staat centraal wat op zich geen probleem is, maar een
mens is ook een sociaal wezen die solidair kan zijn en samenwerking zoekt. Door
toenemend individualisme en de competitie die het neoliberalisme promoot
vergeten we deze waarden. Ik ben 
trouwens hierover een boek aan het schrijven “De neoliberale
strafstaat” (ondertussen verschenen, zie De neoliberale strafstaat).”

“Ik wil in dit boek aantonen hoe de welvaartsstaat is afgebouwd en
in plaats daarvan we steeds meer richting “strafstaat” gaan. Terwijl de
socio-economische problemen toenemen, zeker de afgelopen vijf jaar, de politici
onmachtig zijn om deze problemen aan te pakken, grijpt men naar  repressieve maatregelen rond thema’s zoals
justitie en veiligheid. Men is dus niet met de oorzaken van de problemen bezig,
maar met de gevolgen. Zolang de oorzaken niet worden aangepakt,zal er weinig
veranderen.”

“Bovendien zijn er een aantal
zorgwekkende evoluties aan de gang. Naar mensen die weten waarover ze spreken,
wordt niet langer geluisterd. Centraal staat de mens in de straat en niet de
justitiespecialist. Dit is een grote evolutie in de voorbije 30 jaar. In de
realiteit willen politici stemmen halen. Zij voeren hun beleid door middel van
de media, die op hun beurt de publieke opinie bepalen. Dit leidt tot populisme.”

“We gaan ervan uit dat wijzelf onze
mening vormen, maar in werkelijkheid wordt onze mening bepaald door de media.
De media laat politici het meest aan het woord, deze vormen dan weer de publieke
opinie.” 

Je hebt zelf een blog. Wat wil je hiermee
bereiken?

“Met mijn blog wil ik
een andere kijk en analyse bieden op wat er beweegt in onze samenleving. Ik
laat ook geregeld andere jongeren aan het woord. Sommigen worden zo opgemerkt
en gecontacteerd door kranten als De Morgen. Jongeren gedragen zich vaak op dezelfde
manier als de perceptie die over hen bestaat in de pers en door hun omgeving.
Er is nood aan positieve rolmodellen met een 
constructieve boodschap.”

“Ik ben bijvoorbeeld gestart met het project Other Voices. Ik organiseer met 0 
euro financiële steun maar met de
hulp van tal van jongeren een reeks van ontmoetingen waar 50 à 60 man
samenkomen, om te debatteren over verschillende thema’s. Deze groepen bestaan
voor de helft uit personen met een migratieafkomst en voor de helft uit
vrouwen.”

“Ik wil met Other Voices een tegengewicht vormen tegen de gewoonte om steeds
het woord te geven aan het type van de “blanke, hogere middenklasse man”.

“We leven in een diverse samenleving
en het is essentieel om die andere stemmen ook te horen. Ze bieden een andere
kijk op mogelijke oplossingen. Bovendien mogen problemen van groepen die niet
aan het woord komen niet worden weggemoffeld. Men mag dan nog zoveel kritiek
geven op de invoer van quota’s inzake vertegenwoordiging, bepaalde
discriminaties raken helaas niet van onderuit opgelost. In dat geval moeten er
van bovenuit maatregelen worden genomen.”

 “Armoede en sociale ongelijkheid zijn
structurele problemen en vragen om structurele oplossingen. Ik ben het niet
eens met het principe dat het individu als enige verantwoordelijk is voor de
situatie waarin hij/zij zit. Iedereen draagt verantwoordelijkheid, de
betrokkene zelf, de ouders, de gemeenschap, de politici, het middenveld,…
Iedereen is samen verantwoordelijk.”

Hoe kan de politiek
in het huidige klimaat iets constructiefs betekenen?

“Maatschappelijke
problemen worden gedepolitiseerd. Nochtans heeft elk politiek probleem een
politieke oplossing nodig. Ook het middenveld heeft hierin een belangrijke rol
te spelen. In feite is er een front van progressieve politieke partijen nodig
om tezamen met het middenveld duidelijke signalen te geven. Dit middenveld is
tezelfdertijd weer afhankelijk van subsidiëring die van de overheid komt. Het
probleem is ook vaak de publieke opinie. Hierdoor houden middenveldorganisaties
zich liever op de vlakte wanneer het over heel gevoelige thema’s gaat.”

“Het middenveld is hard nodig, want
de problemen en de uitdagingen zijn groot. In Brussel leeft één op drie in
armoede, is er in bepaalde wijken tot 50 procent jeugdwerkloosheid, een schooluitval
van 25 procent en slechts 8 procent sociale huisvesting. Daartegenover is er
bijvoorbeeld  in Amsterdam meer dan 50 procent sociale huisvesting.”

“Indien er rellen ontstaan in Brussel
wordt er in de pers gesproken over “kordaat optreden”. Wij leven in een
verhoogde politiestaat. Maar nogmaals, met dit soort beleid  worden de gevolgen aangepakt en niet de
oorzaken.”

“Bijvoorbeeld, Bart De Wever ‘s
eerste prioriteit in Antwerpen was de strijd tegen drugs, terwijl
internationale studies en rapporten hebben uitgewezen dat een eenzijdige
bestrijding van drugs de problemen in de samenleving enkel doen verergeren. We
leven in onzekere tijden, mensen zijn niet meer zeker van hun toekomst, hun
werk, hun pensioen, hun gezondheidszorg, zelf niet meer van hun relatie.”

“Een
beleid gefocust op veiligheid (bijv. bewakingscamera’s in de stad) geeft hen
een gevoel van fysieke zekerheid, in een klimaat waarin al de rest onzeker is.
Men klampt er zich aan vast, maar op zich biedt het geen oplossing.”

“Als filosoof moet ik bescheiden
blijven. Toch probeer ik  in mijn boek
De neoliberale strafstaat om de aanzet te geven tot alternatieven. Ik vind
het belangrijk om bruggen te bouwen tussen theorie en praktijk. Vanuit mijn
theoretische inzichten en werkervaring in de praktijk, kan ik dat. We moeten op
zoek gaan naar wat er moet gebeuren en veranderingen verwezenlijken. We moeten
ook zoeken naar  positieve voorbeelden.
In Brussel is degelijke huisvesting
een enorme uitdaging. Bijvoorbeeld, de eerste Community Land Trust op het
Europese vasteland is  in Brussel
gerealiseerd.”

“Het is een fantastisch project waarbij men anders denkt over
huisvesting en wonen. Het vertrekt vanuit de noden van de zwakkeren. De
gemeenschap staat centraal.
Brussel heeft de meest
ongebalanceerde arbeidsmarkt in Europa. Er is 
vraag naar hooggeschoolden, terwijl de Brusselaars vooral laaggeschoold
zijn. Dit probleem moet aangepakt worden.”

“Brussel heeft nood aan alternatieve,
lokale en sociale economie om jongeren en laaggeschoolden echte kansen te
bieden. Er moet meer geïnvesteerd worden in de jongeren in Brussel, want
jongeren zijn de toekomst. Wat nodig is, zijn constructieve projecten. Daar kan
iedereen op zijn eigen manier aan bijdragen.”

Interview Wim Schrever. Dit verscheen eerder in de Giesbaergsekoleurengazette.

take down
the paywall
steun ons nu!