Bisschop Leonard: een symptoom

Bisschop Leonard: een symptoom

zondag 16 oktober 2011 12:40
Spread the love

De heer Leonard heeft weer van zich doen spreken. In de stijl van een kerkvorst. Zo vult de man blijkbaar zijn functie in. Ik vermoed dat hij de uitdrukking dat de katholieke kerk een “apostolische” kerk is, heel nadrukkelijk wil interpreteren alsof hem dat een mandaat geeft om te bepalen hoe het kerkvolk zich moet gedragen. Het geeft hem het recht om van bovenuit de normen te bepalen. Het brengt ons terug naar debatten uit de eerste en tweede eeuw van onze tijdrekening. Ook toen was er heel wat te doen rond de positie en het mandaat van bisschoppen. Enkele eeuwen later heeft keizer Constantijn dit definitief beslecht door de financiering van kerkgebouwen en het toekennen van privileges op religieuze gronden in zijn keizerrijk te verbinden aan de zogenaamde apostolische lijn, dit wil zeggen het door een legitieme bisschop benoemd zijn als legitieme bisschop. Iets later heeft keizer Theodosius dit definitief vastgelegd. Jezus de Nazoreeër was toen wel al een tijdje dood en, naar gelang men gelovig was of niet, al dan niet verrezen.

De door de Constantijnse inbreng gegroeide interpretatie van het apostolisch mandaat van bisschoppen is de visie – denk ik – van waaruit Leonard spreekt. Overigens zegt men mij dat de man in de gewone omgang heel sociale reflexen heeft  en absoluut niet de drempels opwerpt in zijn communicatie die bijvoorbeeld de heer Danneels kenmerkten (alle televisie- communicatievaardigheden van laatstgenoemde ten spijt). Sommige mensen zijn nu immers heel anders met en zonder camera bij zich. Twee vaststellingen dus aangaande bisschop Leonard: hij geeft een traditionele invulling aan zijn “apostolisch” mandaat en is niet bereid daarvan af te stappen. Die traditionele invulling speelt vooral door in zijn officieel spreken en zal vermoedelijk ook meespelen in zijn beleidsbenoemingen. In de gewone omgang echter zou hij best te pruimen zijn. Bij Danneels lag het in die zin anders dat hij weliswaar evenzeer aan de traditionele invulling van zijn “apostolisch mandaat” vasthield, maar “empathisch” genoeg in de samenleving stond om te weten dat hij dit, minstens in zijn televisie en andere publieke optredens, best sterk milderde. In de gewone omgang was hij echter heus  niet de meest communicatieve medemens, die men kon ontmoeten. Ik ben echt niet de enige die dit zegt…

Waarom werd iemand als Leonard door de paus aangesteld als voorzitter van de Belgische bisschoppenconferentie? Omdat hij in de ogen van de paus himself de man was die het meest garanties bood dat hij niet alleen aan zijn “apostolisch mandaat” volgens de Ratzinger doctrine zou vasthouden – want zo zijn er echt nog wel enkele bisschoppen in België -, maar dat mocht verwacht worden dat hij dit geregeld naar buiten zou doen overkomen. Bisschop Leonard doet dus wat de paus van hem verwacht en hij weet dit.

Interessant zijn nu de reacties. Hugo Camps in De Morgen verdedigt Leonard. Redenering: bisschop Leonard doet wat zijn job is, so what? Anderen, zoals de woordvoerder van het kabinet Milquet (Benoît Lannoo) die hier eventjes niet als woordvoerder reageert, maar als geëngageerde christen (wat hij elders en vroeger ook al in vrije tribunes heeft laten blijken), reageert heel scherp tegen bisschop Leonard. De heer Camps schaart zich duidelijk aan de zijde van degenen die kerk-zijn interpreteren als gezagsgetrouwheid aan een kerkvorst met apostolisch mandaat (sorry, meneer Camps voor de wat omzwachtelde uitdrukking, maar u  houdt dus vast aan de Constantijnse leer van de kerk), voor Camps is christen-zijn in wezen: gezagsgetrouw zijn, of althans: dit hoort erbij. Voor Lannoo hoort dit er niet meer bij. Voor zover ik er zicht op heb, is dit effectief het probleem zoals het zich vandaag stelt: hoort gezagsgetrouwheid aan de apostolische lijn, zoals geïnterpreteerd door Ratzinger, Leonard en Camps, effectief tot het wezen van het op katholieke wijze christen zijn? Dit is een interessant debat.

Het is overigens geen nieuw debat. Het brengt ons terug naar de late Middeleeuwen en het begin van de moderne tijden. Historisch is het niet Luther die zich buiten de kerk geplaatst heeft, maar Rome heeft Luther buiten de kerk gezet. Luther zelf was bereid binnen de kerk te blijven en ei zo na was er een overeenkomst, namelijk had Rome het compromisvoorstel van bisschop Caietanus aanvaard. Calvijn is een ander verhaal. Die zette zich van meet af aan af tegen de Roomse kerk,die volgens hem “des duivels” was. Wat we meemaken (en ik wil Lannoo niet gelijkstellen met Luther) is dat vandaag veel christenen van katholieke huize de facto zoals Luther hun verhouding tot het kerkelijk gezag herinterpreteren – zij het misschien iets minder radicaal dan Luther, wat als gevolg heeft dat ze van veel van de rituelen afhaken of dat ze die rituelen minder frequent pratikeren, maar niettemin nog (rand-)christelijk blijven. De hele vraag is hoe dit zal evolueren?

Twee mogelijkheden: ofwel komt er een kerkleiding die de diversiteit binnen het christen-zijn, zoals dit in de eerste en tweede eeuw van onze tijdrekening toch lang bestaan heeft, in ere herstelt… en dan kan dit tot bijkomend gevolg hebben – positief – dat de oecumene tussen de kerken in gunstige zin evolueert, terwijl de inhoud van het “apostolisch gezag” van de bisschoppen geherinterpreteerd wordt, namelijk minder in kerkvorstelijke maar eerder in morele en spirituele zin. Ofwel drukt de huidige autoritaire tendens zich door en kiest de kerk voor een sectariserend minderheidsstatuut met meer uitgesproken profiel. In mijn ogen is dit maatschappelijk absoluut nog geen uitgemaakte zaak. Want ook bij de jongeren die zich kerkelijk noemen, bestaan de twee tendenzen. Het is niet zo dat alle jongeren, omdat ze jong zijn, progressief denken en voelen in kerkzaken. Sommigen wensen uitdrukkelijk autoritair gezag en duidelijke morele en religieuze keuzes. Anderen dan weer niet.

Het debat rond de heer Leonard is wel degelijk een symptoom voor iets dieper: een gespletenheid binnen de kerk, waar de kerksen nog lang niet uit bevrijd zijn. Wat opvalt, is dat dit in Vlaanderen veel sterker aan de oppervlakte komt dan bijvoorbeeld in Italië, waar het kerkelijk gezag zich weliswaar nog meer dan in Vlaanderen met de “gang van zaken” en zelfs met “de politiek” bemoeit, maar waar de kerksen al van veel langer in het verleden een meer flexibele en cultureel identitaire interpretatie van het kerks zijn in  hun eigen leven geïntegreerd hebben.

take down
the paywall
steun ons nu!