Bij de heropening van Le Comptoir Voltaire.

Bij de heropening van Le Comptoir Voltaire.

Het is op dit moment nog niet zeker of Le comptoir Voltaire, de bistro in Parijs waar op 13 november één van de terroristen zichzelf opblies, ooit nog terug open gaat. In het geval de kelners hun schort weer voorbinden, is het evenmin zeker of dan ook deze situatie zal plaats vinden. Maar het is mogelijk. Mogelijkheidszin, is vandaag even belangrijk als werkelijkheidszin.

vrijdag 20 november 2015 12:45
Spread the love

Op het terras is net een heer komen zitten. Vrijmoedig maar plompverloren en onwennig als was hij de eerste nieuwe mens. Hij bestelt de specialiteit van het huis: gegrilde inktvis. Zijn ogen vonken aanstekelijk. Is hij een gek of een aartsvader? Hij glimlacht. Hij ziet er eeuwenoud en vinnig uit. Zijn broekspijpen zijn te kort, dat maakt zijn kuiten zichtbaar. Bij de mensen aan het tafeltje naast hem is het vermoeden gewekt dat hij twee houten benen heeft. Ook al beweegt hij ze zeker voor zijn leeftijd bijzonder soepel: het is onmiskenbaar. “ Als je het mij vraagt”, zegt de dame schuin achter hem, “is dat linkerbeen gemaakt van Europese beuk, en dat rechter van Arabische Mirreboom.” Maar niet iedere omstaander bejegent de man met evenveel nieuwsgierigheid. De argwaan is gezien de gebeurtenissen groot, ook al lijkt hij erg onschuldig, er is iets ongeziens aan hem. En niet alleen omdat sommigen zich nu afvragen of hij sla gemorst heeft op zijn hoofd, of dat het toch twijgjes zijn die uit zijn schedel schieten? Zijn blik is scherp en speels. 

De kelner komt de man zijn bestelling brengen: “Alstublieft, laat het u smaken”. De man heft het glas naar de mensen aan de tafeltjes naast hem. “Op de heropening van le Comptoir Voltaire!”

“Gezondheid meneer!” Iedereen eet inktvis.

“ Dit is een mooie dag.” zegt de heer. “Niets bijzonders, nochtans is vandaag de dag: hier opent zich de mogelijkheid.” Een meisje aan het tafeltje naast hem vraagt zich af of hij niet teveel mosterd op zijn vork heeft geschept. Maar de heer praat rustig voort. “Je hoort het in het vredige, stille uitblijven van de derde wereld oorlog, je ziet het aan de agenten die een praatje maken, je ziet het aan de vrolijke geliefden hand in hand op straat, aan de moslim die zonder schrik op straat bidt. We oefenen rustig verder aan het kleine mirakel.”

Het meisje kijkt de man aan, ze kan hem niet thuis brengen en toch lijkt hij haar vertrouwder dan haar eigen grootvader.

“Vanzelfsprekend zullen de bommen nooit voorgoed zwijgen. Natuurlijk is weinig onmenselijks ons vreemd, maar de onvermoede, mooiere mogelijkheid is vandaag, hier en nu werkelijkheid geworden.”

Het meisje probeert ook van die mosterd. Passanten houden halt. Ze weten niet wat te denken van deze man, niet van wat hij zegt, noch van de worteldraden die links en rechts uit zijn voeten schijnen te groeien, die zich verstrengelen, en waarmee hij nu teder de straatstenen lijkt te strelen.

“Het was werkelijk zo” gaat de man verder “dat de omstandigheden in onze moslimwijken vernederend en dramatisch waren. Maar er zijn nog gemeenschappen geweest die zich uit armoede hebben geëmancipeerd zonder dat het gekken heeft voorgebracht die met bommen, zelfmoordgordels en hakmessen aan het moorden zijn gegaan. Werkelijk. Om ze tot terroristen te maken was ook iets godsdienstig nodig. Ook al heeft terreur geen godsdienst, de theologische kolder die zij uithaalden was huiveringwekkend, opzwepend, verslavend. Maar door metafysica en esthetiek alleen gingen jonge mannen nog geen zelfmoordgordel omhangen. Er moest ook politiek bij: verontwaardiging over het geweld van het Israëlische leger, over een Assad die chloorgas inzet, over het gebrek aan rechtsregels in Guantanamo Bay… Werkelijk. Maar een mens ging geen honderden medemensen neerschieten omdat zijn gevoel voor maatschappelijk onrecht zo groot was, omdat hij wilde dat het universele recht gerespecteerd wordt en omdat hij zo empathisch was met het lijden van anderen. Psychopathologie, banaal verval, waanzin, de kluwen van een sekte, dat alles… Werkelijk. Maar het is voorbij. Het is nu eindelijk voorbij.

De mogelijkheidszin heeft dit werkelijk gemaakt. De wind waait door de platanen, voorhoofdrimpels plooien zich open, wetenschap en kunst beginnen weer te bloeien als nooit te voren. De werkelijkheidszin heeft dit mogelijk gemaakt.”

Een jonge dame, doctoraatsstudente economische wetenschappen, is tegen beter weten in blijven luisteren naar deze lichtende idioot. Haar schiet op dit moment plots het beslissende idee te binnen voor haar thesis: het nieuwe rechtvaardige mondiale financieel model. Begeesterd kijkt ze de man aan.

“Kom dichter, kijk maar, hier is geen tovenarij, geen magie aan het werk. Nee, het is eenvoudig: we hebben eindelijk evenveel werkelijkheidszin als mogelijkheidzin aan de dag gelegd. Strak getrainde en georganiseerde terroristen werden door geen dichterlijke zielen nog leeglopers of lone wolves meer genoemd. Werkelijk. De reformatie bij vele moslims verliep verschrikkelijk moeizaam. Niets wordt nu nog onder de mat geveegd. Een heldere blik onder die mat bracht ook onze moordkuil aan het licht, onze historisch gegraafde moordkuil van koloniseren, mislukt moderniseren en radeloos reformeren. Werkelijk, niet te ontkennen. De realiteit heeft gesproken: politie, inlichtingendiensten, scholen, buurtwerkingen, ouders, iedereen is beginnen samenwerken, redelijk en in vertrouwen. Het is mogelijk geworden, want er is werkelijkheidszin gevonden. Uiteindelijk werd ook dit mogelijk: zij die zich de verdedigers van de Verlichting in Europa noemden, hebben ingezien dat de bommen van het Jihadisme niet alleen uit de Islam kwamen, maar ook een terugslag waren van decennia mislukte Westerse interventies. Democratie, vrije markt en het vrije denken bleken meer dan eens iets bloederigs te zijn dat uit Amerikaanse gevechtshelikopters kwam gekropen. En meteen werd duidelijk waarom het de laatste jaren maar niet wilde vlotten met de Verlichting: De Verlichting werd door obscurantisten verdedigd die deze ongemakkelijke werkelijkheid ontkende. Maar ook al beriepen de waanzinnige terroristen zich op de Islam en het wangedrag van het Westen, het is even waanzinnig om ze daarin gelijk te geven. Niet de Islam, noch het Westen is verantwoordelijk, dat zijn de terroristen zelf. Er is geen excuus. Ook die werkelijkheid wordt niet langer ontkend. Niets wordt nog verzwegen. Zowel de Islam als het Westen beseften niettemin: werk aan de winkel. Even niet goed op ons gedrag gelet, en voor we het goed en wel in de smiezen hadden hebben we met ons bij wijlen gruwelijk gesmos een waanzinnige octopus gebaard. Maar we hebben hem nu ook gezamenlijk in de pan gehakt.”

Hij heft het glas: “Waarde vrienden. Het is heerlijk hier samen te zitten met u allen. Deze gegrilde octopus smaakt verrukkelijk.”

Aan alle tafeltjes rondom klinkt het instemmend in koor: “Inderdaad, heerlijk! Zeker weten! Achter onze kiezen en harop: we kunnen ons weer richten op wat er op de langere termijn voor onze planeet toe doet!”

“Ik denk aan Goethe,” zegt de heer, bevrijd en verlicht kauwend op een stukje vis. “Ik denk aan zijn liefde en bewondering voor Hafez die hij hoger achtte dan wie dan ook. Hafez en de Islam waren een immense bron van inspiratie voor Goethe, en voor al zijn kinderen. Ik kan niet anders dan me tot de kinderen van Goethe rekenen, goede vrienden. En ik kan niet anders dan me tot de kinderen van Hafez rekenen. Maar dat belet helaas niet, mijn beste, dat er in onze families kinderen zijn waarbij het fout loopt. Dat komt voor in de beste families zal je zeggen. Maar ik wil geen aanspraak maken op de titel “beste familie” , wij zijn mensen. We zitten hier goed, samen, prutsers van half gesjeesde beschavingen bij elkaar. Zolang we dat inzien, is er hoop, en zijn we tot het nobelste in staat. Ik en jij, losers van-jan-mijn-kloten. Gezondheid! Zonder ons gapend tekort was er voor de liefde geen plaats.”

Eén van de mannen die op straat is blijven staan luisteren naar wat hij zegt, kijkt naar de kruin van de bomen, voelt de late herfstwind en haalt opgelucht adem, hij realiseert zich dat hij zich weer kan wijden aan de nobele hoogdringende strijd voor het klimaat. Nu ook alle oliecontracten met Saudi Arabië zijn stopgezet, zal dat allicht ook een stukje makkelijker gaan.

“Voltaire en bommen”, zegt een Algerijnse man die toehoort, “ik ben zo blij dat we dat nu voorgoed achter ons kunnen laten.” En hij legt de hand op zijn buik, nagenietend van deze uitzonderlijk versterkende maaltijd. “Dit zeemonster laat zich dus uitstekend eten met een schijfje citroen.” Zegt de heer. “Ik hef het glas op de wijsheid die wij delen, op de onmetelijke wonden en op de onmetelijke mogelijkheden die we toch maar weer gevonden hebben om toch maar weer op te staan.” Hierop plukt hij een bloesemend twijgje uit zijn haar, breekt het in twee en een prachtige, levendig likkende vlam verschijnt, stijgt op, en nestelt zich als een nieuwe ster aan de hemel. “Deze” zegt hij, “maakt ons tot meer in staat dan onze arme, gekwetste werkelijkheidzin gebiedt. Het is goed gekomen. Het is een mooie dag vandaag. Wie had dat kunnen denken. God en Allah worden weer in vrede het bestaan ontzegd, geloofd, vervloekt, bespot, geprezen, ontkend, aanbeden en genegeerd. Het was een klein mirakel, maar we hebben er dan ook lang op geoefend. Leve de Verlichting, leve de moslims, leve de mogelijkheidszin, leve de werkelijkheidszin, leve Le comptoire Voltaire.”

take down
the paywall
steun ons nu!