De lokale bevolking van Papoea-Nieuw-Guinea leeft nog altijd vlak naast de installaties van de Panguna-kopermijn, die ze in 1989 dwong te sluiten (foto Catherine Wilson/IPS)

Bevolking Papoea-Nieuw-Guinea tegen heropening vuile kopermijn

De bevolking van de stad Panguna op het eiland Bougainville in Papoea-Nieuw-Guinea verzet zich tegen de heropening van een controversiële kopermijn. Vijfentwintig jaar geleden sloot de zwaar vervuilende mijn na hevige protesten, die toen uitmondden in een tienjarige burgeroorlog.

woensdag 29 oktober 2014 15:29
Spread the love

De
verarmde regio heeft inkomsten nodig, zo luidt het argument van de
overheid van Papoea-Nieuw-Guinea en van buitenlandse investeerders.
De bevolking kampt echter nog steeds met de schade die de
verwoestende mijnbouw tot 1989 aanrichtte.

Het
eiland Bougainville is een autonome regio in het oosten van
Papoea-Nieuw-Guinea. De kopermijn van Panguna werd vanaf 1969
geëxploiteerd door het Australische bedrijf Bougainville Copper Ltd
(BCL), dat voor 53 procent eigendom is van het eveneens Australische
mijnbedrijf Rio Tinto Coal Australia. Twintig jaar later ging de mijn
dicht, na een opstand van de kleine inheemse landbouwers. Zij waren
woedend over de economische exploitatie, degradatie van hun grond en
de politieke marginalisering van de bevolking.

Lynette
Ona van de plaatselijke Associatie van van Inheemse Vrouwelijke Landeigenaren,
zegt dat de meeste mensen in het gebied geen mijnbouw meer willen. De
president van de autonome regionale regering van Bougainville, John
Morris, ziet echter wel degelijk mogelijkheden “als negatieve
gevolgen vermeden worden.”

Hij
beweert dat naar aanleiding van een rapport van de
niet-gouvernementele organisatie Jubilee Australia, waarin
gewaarschuwd wordt dat de wonden van het mijnbouwproject destijds “en
de daarmee samenhangende verwoesting” nog niet geheeld zijn.
Morris krijgt steun van BCL, van de nationale regering van
Papoea-Nieuw-Guinea en van een aantal andere verenigingen van
landeigenaren.

Burgeroorlog

De
voormalige mijn van Panguna beslaat een gebied van ruim 13.000
hectare bebost gebied. De belangrijkste dorpen in de omgeving tellen
samen zo’n vier- tot vijfduizend mensen, blijkt uit data die het
internationaal persagentschap IPS zelf verzamelde op basis van
gesprekken met de lokale bewoners.

Toen
de kopermijn in Panguna in 1969 open ging, stond Papoea-Nieuw-Guinea
nog onder Australisch koloniaal bestuur. De mijn leverde jaarlijks
ongeveer 2 miljard dollar op, waarvan 94 procent naar de
aandeelhouders en de Australische regering van Papoea-Nieuw-Guinea
ging. Plaatselijke landeigenaren kregen daar slechts 1,4 procent van.

Vanaf
de eerste dag van exploitatie toonde de plaatselijke bevolking zich
vijandig ten opzichte van de mijn. Dat verergerde nog toen er
milieuschade ontstond door luchtvervuiling en afvaldumping.
Landbouwgrond en de nabijgelegen rivier Jaba werden vervuild, met
negatieve gevolgen voor de gezondheid van de bevolking. “De
taro’s (eetbare knollen) wilden niet meer groeien als voorheen en aan
de fruitbomen kwam geen fruit meer”, zegt Ona. “In Panguna
zitten nog steeds chemicaliën in de rivier. Niemand drinkt dat water
en er zit geen vis in.”

Toen
mijnbedrijf BCL in 1989 de landeigenaren weigerde een
schadevergoeding te betalen van ongeveer 3,9 miljoen dollar, brak een
burgeroorlog uit. Bij dit tien jaar durende conflict vielen
twintigduizend doden. Sinds 2001, toen een vredesovereenkomst werd
gesloten, worden verzoeningsinitiatieven genomen die worden gesteund
door de VN en internationale donoren. Het ontwapenings- en
verzoeningsproces is echter nog steeds niet afgerond.

Referendum

De
oude mijn nieuw leven inblazen is noodzakelijk om voldoende inkomsten
voor Bougainville te genereren “om vooruit te komen als het gaat
om grotere autonomie en onze keuze voor onafhankelijkheid”, zei
president Morris van Bougainville in augustus 2014 in een toespraak
voor het regionale parlement van Bougainville. Binnen zes jaar moet
er een referendum komen over de onafhankelijkheid van de regio van
Papoea-Nieuw-Guinea.

BCL
schat dat de mijn nog meer dan 3 miljoen ton aan koperreserves en een
aanzienlijke hoeveelheid goud bevat. Het opnieuw in gebruik nemen van
de mijn zou een investering van 5 miljard dollar vergen, terwijl de
potentiële inkomsten worden geschat op meer dan 50 miljard dollar.
Bougainville telt naar schatting 300.000 inwoners. De mijn zou
ongeveer 2.500 banen opleveren, maar het is niet duidelijk in
hoeverre die door de lokale bevolking zullen worden vervuld.

Al
sinds 2010 is de regering van Bougainville in gesprek met lde lokale
landeigenaren en andere betrokken. Ze beweert dat het draagvlak voor
het openen van de mijn inmiddels groot genoeg is. Uit gesprekken die
Jubilee Australia vorig jaar voerde met bewoners van de streek bleek
echter dat slechts 13 van de 65 bevraagden onder bepaalde voorwaarden
voor heropening van de mijn is.

Jimmy
Miringtoro, regionaal parlementslid uit Centraal-Bougainville, stelt
dat dat staal van 65 ondervraagde mensen een eerlijke en
representatief beeld geeft van de bevolking in de dorpen rond de mijn
“Zij wonen in een gebied dat in een maanlandschap is veranderd.
Landbouwgrond ligt er begraven onder tonnen slib en steen.”

De
staat en het bedrijfsleven stellen dat de mijnbouwinkomsten nodig
zijn voor groei en armoedebestrijding in Bougainville. Veel mensen
leven daar zonder basisvoorzieningen zoals schoon water,
elektriciteit en medische zorg. De volledige provincie telt tien
artsen, die zorg moeten bieden aan ongeveer 175.000 mensen. De
levensverwachting in de regio is 59 jaar.

De
afgelopen dertig tot veertig jaar brachten economische
afhankelijkheid van deze mijnbouw en een economische groei van 11
procent echter geen enkele welvaartsontwikkeling voor de meerderheid
van de burgers.

Veertig
procent van de bevolking leeft onder de armoedegrens, slechts 12
procent heeft elektriciteit en 50 procent kan lezen en schrijven. De
helft van de kinderen op Papoea-Nieuw-Guinea heeft een
groeiachterstand door ondervoeding, volgens het VN-Kinderfonds
Unicef.

De
bevolking van Bougainville hoopt op ontwikkeling en een beter leven.
Voor velen die de oude mijn vlakbij voor hun deur hadden, staat de
snelheid waarmee het debat rond de heropening van de mijn gevoerd
wordt, echter in sterk contrast met het gebrek aan vooruitgang. De
problemen en onrechtvaardigheden uit het verleden werden nog altijd
niet opgelost.

Bougainville
Voices Say ‘No’ to Mining

take down
the paywall
steun ons nu!