Tot net voor de val van Goma stroomden nog dagelijks nieuwe vluchtelingen toe in het kamp Mugunga1 in de buurt van Goma (foto: Steven Van Damme - Oxfam).
Opinie, Nieuws, Afrika, Politiek, Congo, Noord-Kivu, Rwanda, Goma, Zuid-Kivu, Oxfam-rapport, Rekrutering kindsoldaten, Ituri, Mensenrechtenschendingen, Gewapende rebellen, Illegale exploitatie van Congolese grondstoffen, Oostprovincie, M23-rebellen, Congolese leger (FARDC), Masisi, CNDP-militie (Congrès National pour la Défense du Peuple), Commodities of War. Communities speak out on the true cost of conflict in eastern Congo, APCLS (Burgeralliantie voor een vrij en soeverein Congo), FDLR (Democratisch Bevrijdingsleger van Rwanda, Hutu-milities), Maï-Maï Nyatura - Steven Van Damme

“Bevolking in het oosten van Congo betaalt de oorlog die levens verwoest”, zegt Oxfam-rapport

Rebellengroepen en lokale milities voeren meedogenloze rooftochten uit op de bevolking in het oosten van Congo. Het Congolese leger (FARDC) en overheidsfunctionarissen doen hieraan mee. De spiraal van geweld en misbruik sleurt hele gemeenschappen mee. Dit staat in een nieuw Oxfam-rapport dat net verscheen op de dag dat Goma werd ingenomen door de pro-Rwandese rebellen van M23.

donderdag 22 november 2012 16:40
Spread the love

Volgens het Oxfam-rapport (*) wordt de Congolese bevolking niet enkel verschrikkelijk misbruikt – gaande van verkrachting over ontvoeringen tot moord – ze wordt bovendien financieel uitgebuit omdat de oorlogvoerende partijen niet ophouden met plunderen, afpersen en onwettige taksen vorderen om de controle in handen te houden.

Oxfam deed recent onderzoek bij 1.300 personen in de provincies Noord-Kivu, Zuid-Kivu en de Oostprovincie. Hieruit blijkt dat het Congolese regeringsleger FARDC, maar ook overheidsfunctionarissen zoals de plaatselijke politie en de gewapende rebellengroepen met elkaar wedijveren om de controle over de plaatselijke bevolking om hen geld en bezittingen af te persen.

In sommige gebieden zoals het noorden van Masisi en het zuiden van Lubero (Noord-Kivu) vormen die gemeenschappen zelfs de belangrijkste inkomstenbron voor de gewapende groepen.

Rebellengroepen profiteren van machtsvacuüm

Sinds april 2012, toen leden van de CNDP-militie (Congrès National pour la Défense du Peuple) overgelopen zijn om een nieuwe rebellengroep (M23) te vormen, is de crisis in het oosten van Congo in een stroomversnelling beland. De voorbije acht maanden was er een toenemende activiteit van gewapende groepen die zich zonder ophouden schuldig maakten aan verkrachting, ontvoering, doodslag, foltering en misbruik van de burgerbevolking.

Veel van deze groepen profiteren van het machtsvacuüm nadat het regeringsleger zich terugtrok om M23-rebellen in een ander gebied te gaan bestrijden. De onveiligste gebieden zijn deze waar rebellengroepen onderling strijd leveren om de controle. Het aantal betwiste gebieden is in 2012 ook sterk toegenomen.

“Wrede milities en regeringssoldaten buiten de lokale bevolking meedogenloos uit om hun eigen gevechten te financieren”, zei adjunct-directeur van Oxfam Elodie Martel.

“Het bestelen en uitbuiten van gewone mensen is een alledaagse onderneming geworden van gewapende groepen op zoek naar geld, voedsel en gelijk welke andere hulpmiddelen waar ze de hand kunnen op leggen. Elke dag zijn er mensen die hun woning ontvluchten om aan de terreur van de rebellen te ontkomen, want de eindeloze afpersingen maken hun bestaan haast onmogelijk. Hun leven én bestaansmiddelen zijn voortdurend in gevaar.”

767.000 mensen uit Noord- en Zuid-Kivu op de vlucht voor geweld

Volgens Oxfam heeft de uitbuiting een absoluut hoogtepunt bereikt: mensen vrezen om met geweld te worden ingelijfd bij de gewapende milities, onder dwang aan het werk te worden gezet, onwettige taksen te moeten betalen, enz.

Omdat de gevechten de hele tijd over en weer gaan in een dichtbevolkt gebied, zit er voor de bewoners niets anders op dan te ontkomen naar de overbevolkte vluchtelingenkampen waar de leefomstandigheden erbarmelijk zijn en er zogoed als geen hulp voorhanden is. Sinds begin dit jaar hebben zo’n 767.000 mensen uit Noord- en Zuid-Kivu hun woning moeten ontvluchten voor het conflict.

In het noorden van Masisi (Noord-Kivu) werd de kleine marktplaats Kashuga tussen april en juli 2012 al 12 keer door Congolese troepen aangevallen. Ook rebellen van de APCLS (Burgeralliantie voor een vrij en soeverein Congo) en van de FDLR (Democratisch Bevrijdingsleger van Rwanda, Hutu-milities) leverden strijd om aan de bevolking illegale belastingen op te leggen voor de goederen die zij op de wekelijkse markt kocht of verkocht.

Elders in Masisi meldden boeren dat zij 1.000 Congolese frank (ongeveer 1 dollar of het equivalent van 2 tot 3 kg bonen) betalen aan de lokale rebellengroep Maï-Maï Nyatura voor iedere persoon die naar zijn veld wenst te gaan om er gewassen te telen.

‘Slaap in vrede’

In Irumu, in het Ituri-district van de Oostprovincie, vertelden vrouwelijke verkoopsters dat zij brandhout en stro aan de militie moeten geven bij hun aankomst op de markt. En per gezin moest ook iedere maand 500 Congolese frank (0,5 dollar) betaald worden aan de militie.

Oxfam stelde vast dat deze belastingen als een vorm van bescherming tegen misbruik door gewapende groepen werden gezien. Ze staan inmiddels bekend als beschermende taksen of ‘lala salama‘, Swahili voor ‘slaap in vrede’ of ‘remger ubuzima‘ wat staat voor ‘bescherm het leven’.

Het Oxfam-onderzoek stelde vast dat de bevolking ingrijpend misbruik moet ondergaan, zowel van gewapende rebellen als van Congolese regeringssoldaten. Maar ondanks dit misbruik en de heersende straffeloosheid meent twee derde van de mensen dat ze meer veiligheid genieten als de FARDC (Forces armées de la République démocratique du Congo) de controle heeft over een gebied.

In de steek gelaten door Kinshasa

Omdat er geen daadkrachtige overheid aanwezig is, zeggen nogal wat mensen dat ze zich in de steek gelaten voelen door de centrale overheid in Kinshasa. In sommige gebieden hebben ze het recht zelf in handen genomen en eigen gewapende ‘beschermingskernen’ gevormd. Op die manier zijn er nog maar eens gewapende groepen bijgekomen in het oosten van Congo.

“Wanneer het misbruik en de uitbuiting zulke enorme proporties aanneemt, is er geen plaats voor apathie. Dit is een gigantische humanitaire catastrofe en de wereld kan deze tragedie niet de rug blijven toekeren. De bevolking van het oosten van Congo staat aan de rand van de afgrond nu hun schamele bezittingen afgenomen werden om de oorlog te financieren.”

“Dit conflict betekent niet alleen dat de mensen onafgebroken met geweld bedreigd worden. Bovendien worden ze ook nog eens beroofd van al hun schamele bezittingen en van het weinige dat ze op hun velden kunnen oogsten”, verklaarde Martel tijdens een persvoorstelling in Oxford.

“Het is onaanvaardbaar dat de bevolking weer een jaar lang vol schrik moest slapen gaan, uit angst te worden gedood, bestolen of ontvoerd en dat vrouwen niet naar hun akker durfden gaan uit vrees verkracht te worden. De Congolese overheid, de Verenigde Naties en de internationale gemeenschap moeten luisteren en een antwoord bieden aan de mensen die de allerhoogste prijs betalen voor dit conflict.”

(*) Het Oxfam-rapport ‘Commodities of War. Communities speak out on the true cost of conflict in eastern Congo‘ is het zesde Oxfam-rapport over veiligheid sinds 2007. Tussen 4 en 20 juni 2012 deden Oxfam en 41 partnerorganisaties onderzoek met focusgroepen en ze interviewden 1.328 mensen van 32 door het conflict getroffen gemeenschappen in de drie oostelijke provincies van Congo: de Oostprovincie, Noord-Kivu en Zuid-Kivu.

De mensen gaven hun kijk op de veiligheidssituatie en hun bescherming tegen een achtergrond van aanhoudend geweld, uitbuiting en de alomtegenwoordigheid van talloze gewapende groepen.

In haar analyse van 2012 keek Oxfam verder dan de onveiligste gebieden om ook de dorpen in dit onderzoek op te nemen die niet geregeld met wapengeweld geconfronteerd werden. Op die manier kon een vergelijking worden gemaakt tussen gebieden waar de belangrijkste gewapende daders (die de facto de overheid werden) behoorden tot een gewapende groep, tot het Congolese leger (FARDC) of tot andere overheidsdiensten waaronder de politie of inlichtingendiensten.

Bij dit onderzoek werden ook gemeenschappen betrokken in gebieden waar de controle regelmatig wisselde tussen de FARDC en andere gewapende groepen.

Steven Van Damme

Steven Van Damme is Protection Policy Adviser voor Oxfam-GB in Bukavu, Zuid-Kivu, Congo. Hij is de auteur van het nieuwste Oxfam-rapport ‘Commodities of War. Communities speak out on the true cost of conflict in eastern Congo’ over het geweld in het oosten van Congo.

take down
the paywall
steun ons nu!