Nieuws, Europa, Cultuur, Recensie, Frankrijk, Biografie, Berthe Morisot, Dichteres, Ina Stabergh, Impressionisten, Stadsdichteres -

Berthe Morisot, een vrouw, een mysterie: meesterlijke biografie in dichtvorm

Wie is Berthe Morisot? Een vrouw, een mysterie. Geboren in Bourges (1841) en overleden in Parijs (1895). Dé vrouw tussen de impressionisten over wie veel is geschreven, maar gedichten over haar en haar werk ontbraken tot nu. In een ogenschijnlijk eenvoudige en filmische taal geeft Ina Stabergh met deze bundel het leven van deze mysterieuze figuur gestalte.

woensdag 5 oktober 2011 12:00
Spread the love

De bundel is een poëtische evocatie van Morisots leven en werk waarbij elk gedicht een verhaal op zich vormt. Morisot wist zich met haar schilderijen een weg te banen in een mannenbastion. Na haar dood nam haar roem sterk toe, ook doordat ze werd ontdekt door de feministen.

Ina Stabergh publiceert sinds 1981 proza. In 1983 debuteerde zij met poëzie in literaire en andere tijdschriften. Haar werk werd vaak bekroond en vertaald. Verscheidene gedichten werden getoonzet en meerdere keren uitgevoerd door bekende koren en dirigenten.

In 2006 werd zij officieel aangesteld als stadsdichter van Diest en eerste stadsdichteres van Vlaanderen. In 2008 vierde zij haar 25-jarig jubileum als dichter met de publicatie van ‘Verwondering’, waarin de 75 mooiste gedichten uit negen bundels werden gebloemleesd door dichter Henk van Zuiden.

In 2009 werd zij aangesteld tot eerste Hagelanddichter en verscheen haar bundel ‘Darwin en ik’. Ina Stabergh – en ik weet dat ik in herhaling verval – is één van de betere dichters in Vlaanderen. Om velerlei redenen.

Primo: zij schrijft aansprekende poëzie. Zij laboreert: zij zoekt de grenzen van de poëzie af, wat zoveel betekent als: zij zoekt de grenzen van haar zelf af, om te zien hoe ver haar vrijheid reikt. Zij herschept chaos. Zij kan afstand nemen en kritisch toekijken op wie zij is en wat zij schrijft. Haar poëzie is ad rem: er is spanning, vraagstelling, flexibele vormgeving, engagement.

Secundo: zij beheerst een breed woordlandschap. Uit alles wat zij tot nu toe schreef, spreekt de liefde voor het leven. Het leven in al zijn facetten. Weinigen weten dit zo trefzeker te verwoorden.

Dichter en ‘bedicht personage’ volgen een parallel spoor en trekken zich aan elkaar op, bewegen zich binnen eenzelfde spanningsveld. En dit is kunst: je eigen weg zoeken, je positioneren, gedreven een eigen spoor trekken en in dat spoor loopt ook het personage dat je portretteert. In mijn vorige recensies heb ik dit fenomeen een ‘tweesporenverhaal’ genoemd. Vorm en inhoud zijn één.

Tertio: Stabergh geeft een eigen interpretatie van en een eigen dimensie aan haar personage. Zij gebruikt de passende ingrediënten, zoals verlangen, hunker, illusie, droom, sympathie, bezorgdheid. De wereld die zij ‘bedicht’ (lees: verbeeldt) is nooit fake.

Drie redenen – en straks noem ik er nog enkele op – om deze nieuwe bundel aan te prijzen. Stabergh verleidt de lezer: ofwel dromen zij beiden en ontsnappen zo aan de werkelijkheid, ofwel zien zij het leven als een spel, entertainment. En dat alles gebeurt in slow motion.

Zij vernevelt haar ambachtelijkheid. Dat is alleen bij grote dichters een feit. Misschien is dit een vierde reden om haar poëzie de hemel in te prijzen: zij dicht loepzuiver, soms rakelings langs het sentiment.

Ina Stabergh trekt de lezer in haar dichterlijke ruimte, je kunt ook zeggen: zij creëert een intieme ruimte waarin Berthe Morisot, vrouw is en mysterie. Zij slaat een brug tussen toen en nu, verleden en heden, tussen droom en werkelijkheid, tussen orde en chaos, tussen berekening en sentiment.

Haar poëzie heeft een omsluierd meditatief karakter, waarin zij iedere keer een nieuwe wereld bouwt met overgeleverde bouwstenen. Zij is schepper.

Het is niet toevallig dat de bundel begint met het gedicht ‘Hoe alles begon’.
Het gedicht is een synthese van haar poëzie: sober, universeel, met een licht sensuele ondertoon.

In de pauze (schiep God)
een vrouw.

(p. 11)

Nadat God de maatschappelijke ranking heeft geduid, begint de sprookjesvertelster haar verhaal over zeven mannen en een vrouw in hun atelier. De vrouw heet Berthe Morisot. Eén vrouw tussen een dozijn impressionisten in de tweede helft van de 19de eeuw. De vrouw, sinds mensenheugenis schildersmodel of hoogstens minnares, is thans schilder onder de schilders.

De schilder heeft haar veertien keer op doek gelegd. Zij is de vrouw in profiel, de vrouw met de bonten mof (p. 14). De schilder heeft handen als penselen (p. 15). De vrouw is zijn muze. En dan ineens komt Morisot het mannenbastion ‘treiteren’.

Perfectie

Niets aan haar was kenmerkend klassiek
en romantiek paste niet bij haar ogen

Alleen heftigheid was haar deel

en groter dan haar uithoudingsvermogen.

(p. 17)

In het tweede deel ‘Een stap in de wereld’ schetst Stabergh de wereld van Morisot, haar tijd, haar jeugd, haar zoektocht van atelier naar atelier (p. 27), haar ontmoeting met de vier musketiers: met puntbaard, met de baard van een kerstman, de mopperaar en de dichter (p. 27). Hun eerste tentoonstelling:

Niet in het Louvre maar in de eigen Salon
barsten sommigen in lachen uit
om al die korte streepjes op doek
waaronder schilders hun naam hebben gezet.

Bomen, lucht van verse koude boter
en vrouwenhuid in schimmelkleur
als je niet oppast komen de figuren
uit hun kader gestapt recht in je gezicht.

(p. 28)

Het derde deel gaat over een vrouw aan de zijlijn (p. 31): Berthe Morisot, geboren in Bourges, eerst verleidelijk (als meisje), dan muze en pas jaren later werd zij als een van hen aanvaard (p. 31).

Zij schildert een park met paarden en hun ruiters en vogels die fluiten en kwam onder de invloed van Fragonard: het licht en het sensuele (p. 33).

‘Evenwaardig’ (p. 34) vindt zij antwoorden op vele vragen, maar komt zichzelf nog elke dag tegen:

Jij ziet me
telkens nieuw: glashelder, vurig en soms wild,
ondoorzichtig en stil. Ik ben een spiegel.

Alleen ik kom mezelf nog tegen, alleen ik weet
dat ik in wezen niet verander.

(p. 35)

Ina Stabergh schrijft op het eerste gezicht toegankelijke poëzie, elegant, rustig, maar soms moet je horden lopen naar de meet. Hierdoor wekt zij een groot gevoel van suspense op: zij geeft aan een schijnbare ‘nuchtere’ beschrijving een onbestemd gevoel voor drama, om een sfeer van melancholie te creëren.

Deze gedichten vragen om aandacht voor het afwezige, het perifere, voor de sporen van een boeiende, maar mysterieuze vrouw. Stabergh spiegelt zich aan Morisot, zodat zij haar eigen onvolkomenheden herkent en verbetert. Zij neemt dezelfde houding aan als de schilderes. Het is een literair bijzonder geslaagde vorm van escapisme.

Even terug naar de inhoud.

In het vierde deel ‘Groeien’ beschrijft de dichteres de geleidelijke opgang van Morisot. Eigenlijk kan ik dat beter duiden als een aanvaarding van haar ‘uitzonderlijke’ plaats onder de impressionisten. ‘Uitzonderlijk’, omdat haar een ‘afgemeten’ ruimte wordt gegund als vrouw en als schilder.

Zij schildert de moeder die hapert en leest, of moeder en kind die wachten tot het volgende orgasme, of hoe zij met engelenvleugels gehurkt op een jongen wacht, of verstoppertje speelt, of hoe zij pubert en zich opschikt met een snoer van parels naast een zoenvlek (p. 40 en 43).

Morisot gebruikt de thema’s van de impressionisten, maar haar voorstelling is anders: met zoveel meer rood en groen en zon (p. 45).

De relatie moeder-dochter beheerst haar privéleven: in gedichten, zoals ‘De moeder en de vader’ (p. 18), ‘Voorlezen’ (p. 39), ‘De wieg’ (p. 40), ‘Moeder en dochter’ (p. 48).

Zij bezoeken samen Giverny, de kathedraal van Rouen, het impressionisme is voor hen streepjes van woede, streepjes van pijn, streepjes van genot en in elkaar vervloeien (p. 48).

Ina Stabergh blijft trouw aan haar eigen manier van poëzieschrijven, ze heeft geen boodschap aan veel uiterlijk vertoon of aan trends in de poëzie, ze laat zich niet beïnvloeden door de smaak van het moment, ze blijft haar eigen koers varen. Zij schrijft in een zuivere en eigen stijl.

Ook het vijfde en laatste deel van de bundel ‘Berthe Morisot, een vrouw, een mysterie’ bevestigt mijn analyse: verrassend en origineel, hoe de dichteres het verschrompelen van de tijd oproept, hoe zij leven omarmt tussen geboorte en dood, in deze tussentijd ligt het meisje te kijken alsof ze iemand verwacht (p. 53), zij ziet op haar gezicht de wreedheid van het ouder worden (p. 54), zij vraagt zich of zij dan belangrijk is geweest (p. 55).

Wanneer zij het einde naderbij voelt komen, sterven ook de ogen in voor altijd vergeten (p. 56), dan wordt de stilte een hindernis zonder uitgang. Zonder herkenbaarheid (p. 57).

‘De laatste wil’ van Stabergh Morisot is als de vervulling van hun wensdroom:

Waar zij in stilte naar had getracht
gebeurde
na haar dood.

De musketiers hingen al haar doeken op.

Meer dan honderd, een overzicht van haar leven een vrouw tussen de impressionisten (p. 60).

Met Berthe Morisot, een vrouw, een mysterie bevestigt Ina Stabergh nog maar eens haar uitzonderlijk poëtisch vermogen. Zij is zonder overdrijving een van de meest getalenteerde Vlaamse dichters.

Ina Stabergh, Berthe Morisot, een vrouw, een mysterie, Uitgeverij De Brouwerij, Maassluis, 2011, ISBN 978 90 78905 39 4

take down
the paywall
steun ons nu!