Nieuws, Afrika, Milieu, Klimaatverandering, Overstromingen, Benin, Humanitaire ramp, Sociale ramp, Regenseizoen, Stortregens, Cotonou, Zémidjan, Noodhulpeconomie -

Benin – een ramp die niet plaatsvindt?

De overstromingen in het West-Afrikaanse Benin zijn - alle verhoudingen in acht genomen - bijna even dramatisch als die in Pakistan. De sociale ramp wordt alleen niet voldoende in de schijnwerpers van het wereldgebeuren geplaatst. Het is alsof de ramp niet plaatsvindt, schrijft David Van Peteghem.

dinsdag 2 november 2010 17:25
Spread the love

De afgelopen twee maanden heeft het in Benin zo hevig geregend dat twee derde van Benin onder water staat (1). Met inbegrip van meren en rivieren staat aldus 75.000 km² blank, een gebied ter grote van de hele Benelux. De overstromingen zijn voor het Beninse volk een zoveelste verschrikkelijke slag van het noodlot. De schade is immens. Inmiddels zijn er meer dan 700.000 mensen getroffen door de overstromingen, onder wie 100.000 daklozen.

Bij de getroffenen zijn ook 65.000 kinderen van jonger dan vijf jaar. Meer dan 278 scholen zijn vernietigd, waardoor 60.000 leerlingen noodgedwongen les moeten volgen in andere openbare gebouwen die nog niet onder water staan (2).

Sociale ramp erger dan overstroming

Er zijn al meer dan 100 mensen omgekomen in de ramp. 25.000 ha landbouwoppervlakte of 40 procent van de rijst- en maïsproductie en andere gewassen zijn vernietigd. In de economische hoofdstad Cotonou is ook een cholera-epidemie uitgebroken. Volgens recente tellingen zijn er al 800 mensen geïnfecteerd en een tiental mensen zijn al aan de ziekte gestorven.

De noodsituatie is des te meer zorgwekkend omdat de ramp plaatsvindt in één van de armste landen ter wereld. Volgens UN-Habitat, het VN-agentschap voor huisvesting en stedenbouw, leeft 70 procent van de Beninse bevolking in krottenwijken. Alle vuiligheid, brokstukken van vernietigde huizen en kadavers van verdronken dieren stromen samen in ondergelopen wijken, straten en bouwvallige woningen.

De sociale ramp is qua omvang erger dan de vorige overstromingen. Verschillende internationale hulporganisaties benadrukken de dramatische situatie in Benin. Het gaat dus wel degelijk om een nationale catastrofe die niet moet onderdoen voor de verwoestende overstromingen in Pakistan, alle verhoudingen in acht genomen.

Het feit dat het hier gaat om een aangekondigde ramp, geeft de sociale ramp ook een tragische dimensie. Tijdens het West-Afrikaanse regenseizoen regent het er immers elk jaar opnieuw harder en harder. De meest kwetsbare gebieden waren al gekend. Iedereen weet dat verschillende rivieren en meren tijdens het hoogtepunt van het regenseizoen kunnen overstromen en op vernietigende wijze het leven van duizenden mensen grondig door elkaar kunnen schudden.

De natuur is weliswaar sterker dan de mens. Nochtans had de regering de bevolking beter kunnen beschermen tegen het vernietigend geweld van de natuur. Maar de Beninse regering beschikt niet over voldoende middelen, laat staan dat ze een evacuatieplan klaar hadden liggen.

Het vernietigend geweld van de klimaatverandering

Een deel van de overwegend jonge Beninse bevolking is zich misschien niet volledig bewust van de buitengewone proporties van de zondvloed. Maar de ouderen zeggen dat ze nog nooit zulke verwoestende overstromingen hebben meegemaakt. De overstromingen in Benin zijn dan ook niet louter het gevolg van een cyclisch meteorologisch fenomeen.

Wat we hier zien gebeuren, is het werk van de niets en niemand ontziende logica van de opwarming van het klimaat, met daarbij de onmiskenbare invloed van menselijk handelen. De opwarming van het klimaatsysteem veroorzaakt meer en meer extreme weersomstandigheden zoals stormen, hevige regenval en hittegolven. Die leiden op hun beurt tot vernietiging van wooncondities, slechte oogsten, stijging van de zeespiegel, uitsterven van diersoorten, verwoestijning, en watertekorten.

Enkele concrete Beninse voorbeelden. Aanvankelijk overstroomde de Monorivier één keer om de tien jaar, vervolgens één keer om de vijf jaar, tegenwoordig gebeurt dat één of twee keer per jaar (3).

Het ontbossen van de oevers langs rivieren om ruimte te creëren voor landbouw en huisvesting leidt tot bodemerosie, waardoor overstromingen meer schade kunnen aanrichten. Ook de Ouémérivier gaat gebukt onder gelijkaardige problemen.

De grootste stad van Benin, de kuststad Cotonou, is een sterk vervuilde stad. Het verkeer is er verantwoordelijk voor een dagelijkse uitstoot van 80 ton koolstofdioxide (4).

Duizenden oude, meestal wrakkige uit het Westen geïmporteerde auto’s en vrachtwagens die doorgaans rijden op slechte, gesmokkelde gasolie uit Nigeria en brandstofzuipende brommers van Chinese of Indische makelij zijn hier verantwoordelijk voor de uitstoot van broeikasgassen.

Als je in Cotonou met een zémidjan (nvdr: zémidjans zijn motorfietsen die als openbaar vervoer één of twee passagiers vervoeren over korte afstanden in de stad) in een file komt vast te zitten, is het aangeraden je ademhalingssysteem te beschermen met een doekje.

Een andere klimaatafhankelijke bedreiging vormt de stijging van de zeespiegel. Dat leidt tot bodemerosie van de kustlijn en van de oevers van de Ouémé en het meer van Nokoué. De afgelopen 20 jaar is de regenval er ook met 20 procent gestegen (5).

Al deze factoren zorgen ervoor dat nu verschillende kwetsbare districten van de miljoenenstad onder water staan. Vooral het district Akpakpa is het hardst getroffen.

Een sociale ramp die niet plaatsvindt

De overstromingen in Benin hebben in het Westen evenveel nieuwswaarde als het artikel ‘konijnen vreten chrysanten op’ (6). Anders gezegd: er bestaat nauwelijks aandacht voor de overstromingen in Benin en omringende landen. Het is alsof de ramp niet plaatsvindt. Twee belangrijke factoren verklaren die onverschilligheid.

In de eerste plaats speelt het drama zich af in Sub-Sahara Afrika. Benin wordt nagenoeg nooit in de schijnwerpers van het wereldgebeuren geplaatst omdat het een klein, armzalig en bovenal onbekend West-Afrikaans land is, dat economisch gezien niet veel te bieden heeft. De geografische ligging en de onbekendheid met het land zorgen automatisch voor de inperking van het morele gezichtsveld.

Het wekt dan ook geen verbazing dat de op sensatie beluste massamedia enkel interesse tonen voor Afrikaanse drama’s als ze een brutaal verloop kennen en er massaal veel doden vallen. Als er al werd bericht over de overstromingen in Benin, hebben de meeste media nog niet eens de moeite ondernomen om grondig onderzoek te verrichten, laat staan uit te leggen wat de oorzaak is van de overstromingen. Sommige krantenartikels gebruiken zelfs oude foto’s van vorige overstromingen – niets nieuws onder de zon dus. 

Ten tweede heeft het volgens de Duitse psycholoog Harald Welzer ook iets te maken met het gebrek aan probleembewustzijn en verantwoordelijkheid (7). Er wordt nog steeds getwist of de klimaatverandering nu het werk van de natuur is of van de mens, en dat terwijl het vernietigend geweld van een verstoorde natuur intenser wordt en de lijst van daaropvolgende humanitaire crisissen langer wordt.

Doordat er verkeerde vragen worden gesteld en omdat er politiek-economische belangen op spel staan, ontbreekt er een krachtdadig mondiaal klimaatbeleid. De meeste regeringen blijven uitblinken in apocalypsblindheid en doen op klimatologisch vlak aan struisvogelpolitiek.

In Benin heeft de regering te laat de alarmklok geluid – wellicht omdat de presidentiële verkiezingen meer gewicht in de schaal leggen dan de sociale ramp. Niettemin zijn de politieke middens zich bewust van de klimaatafhankelijke problemen, maar de middelen om zich er tegen te beschermen, schieten te kort.

Volgens een hooggeplaatste medewerker van het stadsbestuur van Cotonou, Léhady Soglo, is er 400 miljard CFA-frank (610 miljoen euro) of ongeveer 1/3 van het nationale budget nodig om alleen Cotonou voorgoed te beschermen tegen volgende overstromingsrampen. Léhady is de zoon van burgemeester en oud-president Nicéphore Soglo. Dat geld is er natuurlijk niet. Het stadsbestuur van Cotonou is dan ook op zoek naar buitenlandse partners om voldoende financiële middelen te vinden (8).

Noodhulpeconomie en de politieke crisis

Benin is volledig overgeleverd aan de welwillendheid van de florerende noodhulpeconomie en de solidariteit van de regeringen van andere landen. Maar die komt maar moeizaam op gang. Het staat nu al vast dat de situatie onbeheersbaar is. De ellende van de overstromingen zal snel vergeten worden.

Het klinkt grimmig, toch mogen de Beniners zich gelukkig prijzen dat hun ellende nog niet werd opgeëist door het mediatheater van medelijden, dat slechts enkel tot doel heeft mensen een schuldgevoel aan te praten, waardoor de aandacht voor de werkelijke oorzaken van de ramp en het belang van pertinente solidariteit vakkundig worden verdonkeremaand.

Het inzamelen van geld en het op touw zetten van noodhulpacties is natuurlijk nodig en lovenswaardig. Maar noodhulpacties hebben niet meer dan een verzachtend, verdovend effect. Sinds Haïti is het ook opnieuw duidelijk dat die noodhulpfondsen niet op de juiste plaats worden ingezet. Hoe komt het toch dat er na 9 maanden nog steeds ongeveer één miljoen mensen opeengepakt zitten in vuile tentenkampen?

De beperkte reikwijdte van noodhulpacties en het verkeerd aanwenden van fondsen zorgt ervoor dat er op structureel vlak niets gebeurt. De gistende onvrede bij de getroffenen die tijdens noodhulpacties in de steek worden gelaten, kan uitgroeien tot protesten. Benin verkeert immers al geruime tijd in een diepe politieke crisis.

Het is dus helemaal niet uit de lucht gegrepen dat de sociale ramp en de politieke crisis elkaar kunnen versterken. Afgaande op de berichtgeving in Beninse kranten heeft de bevolking de afgelopen twee maanden verschillende keren betoogd en werden er enkele betogingen door de regering verboden. Die betogingen staan weliswaar niet in het teken van de sociale ramp, maar het ligt voor de hand dat de schade, verliezen en het ontbreken van voldoende hulp de gemoederen stevig kunnen verhitten.

Hoewel Benin in het Westen vaak wordt bejubeld als het Afrikaanse toonbeeld van democratie wordt de frontvorming tegen het beleid van president Thomas Boni Yayi almaar sterker. Getuige daarvan is de invloedrijke opinietekst van het Front de Défense de la Démocratie (FDD), ondertekend door alle Beninse vakbonden, de mensenrechtenorganisatie, de communistische partij en Union Fait la Nation!, een gezamenlijk project van verschillende (grote) oppositiepartijen.

De tekst hekelt onder meer de ononderbroken reeks van corruptieschandalen, de aanhoudende sociaaleconomische malaise, het verbieden van betogingen, het muilkorven van de pers en vooral de technische problemen en het geknoei bij de organisatie van een nieuw elektronisch kiessysteem (9).

Het laatstgenoemde struikelblok is geen storm in een glas water. De verantwoordelijke van de politieke commissie die de supervisie heeft over het nieuwe elektronische kiessysteem, Nassirou Bako Arifari, heeft al toegegeven dat er zich ongeregeldheden voordoen. Problematisch is onder meer dat mensen afkomstig uit overstroomde gebieden zich niet kunnen laten registreren (10).

Het FDD vreest dat president Thomas Boni Yayi daar electoraal voordeel uit wil halen. Het is één van de redenen waarom oppositiekrachten de afgelopen weken enkele keren hebben betoogd.

Bronnen

(1) Mark Leon Goldberg, Two Thirds of Benin under water, 20 oktober 2010 http://www.undispatch.com/two-thirds-of-benin-under-water  Voor een geografisch overzicht van de rampgebieden: http://www.reliefweb.int

(2) United Nations Children’s Fund, Mobilization in favor of flood-affected populations, 21 oktober 2010, http://allafrica.com/stories/201010211065.html

(3) Alain Tossounon, Jesdias Likpete, Inondations sévères au Benin et dans la sous-région: Les populations face à la dure réalité des changements climatique, 18 juni 2010, http://lemunicipal.org

(4) Benin: Cotonou’s overlooked killer: air pollution, 1 oktober 2008, http://wow.gm/africa/benin/cotonou/article/2008/10/2/benin-cotonous-overlooked-killer-air-pollution

(5) Krystel M R Dossou en Bernadette Gléhouenou-Dossou, The vulnerability to climate change of Cotonou (Benin): the rise in sea level, http://eau.sagepub.com/content/19/1/65.full.pdf+html

(6) Het betreft hier een artikel uit Vandaag, http://www.vandaag.be/bizar/50486_konijnen-vreten-de-chrysanten-op.html

(7) Harald Welzer, De klimaatoorlogen, Ambo, 2009

(8) Léhady Soglo sur TV Africable: “Les étrangers vivent en bonne intelligence avec les Cotonois”, 15 juni 2010, http://www.lanouvelletribune.info

(9) Pour contrer l’oppression du régime de Yayi, http://www.lanouvelletribune.info

(10) Lépi: Nassirou Bako Arifari apporte des explications, 26 oktober 2010 http://www.lanouvelletribune.info

De Belgische vzw Nieuw Thabor organiseert een solidariteitsactie voor de getroffenen in Toviklin, in de Mono/Couffo-regio, in het zuidwesten van Benin. Voor meer informatie en financiële bijdragen: www.Thabor.org

take down
the paywall
steun ons nu!