Elk jaar stuurt het Wereld Economisch Forum een vragenlijstje op naar 14000 ondernemers in 140 landen. De antwoorden op die vragen vormen samen met wat statistieken de basis van het jaarlijkse competitiviteitsrapport.
Het Belgische luik wordt verzorgd door de Vlerick Management School. Onderzoekers van die school selecteren de ondernemers en verwerken de resultaten. Dit jaar werden de vragen beantwoord door 86 ondernemers.
Als het rapport iets leert, is het wel dat onze ondernemers – of toch de ondernemers die aanleunen bij Vlerick – zwartgallig zijn. Op enkele indicatoren scoort België belachelijk laag. Op vlak van overheidsschuld bijvoorbeeld staat België pas op de 138ste plaats. De last van de overheidsregulatie in België is goed voor een 134ste plaats.
Aangezien onze ondernemers koele minnaars zijn van centrale loononderhandelingen, bezorgden ze België op dat vlak een 134ste plaats. Myanmar en Bangladesh doen het in die ranking veel beter. In die twee landen is het ook veel makkelijker om werknemers te ontslaan. Het gevolg is dat België daar maar op een 139ste plaats staat.
Volgens onze ondernemers is het sociaal overleg er in België ook slechter aan toe dan in Colombia, één van de landen met het hoogste aantal vermoorde vakbondsmensen.
Her rapport is dus een spiegel van de mentale toestand van een deel van de ondernemers. Geen wonder dat Zwitserland – een land dat individuele ondernemers en hun fortuinen in de watten legt – elk jaar als winnaar uit de bus komt.