Opinie, Nieuws, Europa -

Belgisch EU-voorzitterschap: fors besparen, lage lasten en groei, groei, groei

Zal de Europese Unie tijdens het Belgische voorzitterschap een andere, meer socialere richting uitgaan? Derk Davids tempert de verwachtingen.

zaterdag 10 juli 2010 11:54
Spread the love

Op vrijdag 2 juli werd België officieel de nieuwe voorzitter van de Europese Unie. Dit betekent dat ons land eens te meer een hele resem Europese topvergaderingen zal herbergen in de komende periode, die uitmonden op een Europese top van staats- en regeringsleiders op 16 en 17 december in Brussel.

Het Belgische EU-voorzitterschap gaat van start in een zeer bijzondere context. In eigen land is het een ontslagnemende regering die dit voorzitterschap moet vorm geven, op Europees vlak heerst er een diepe economische en sociale crisis, met voor het eerst een tussenkomst van het IMF in de eurozone. In december vindt –nog steeds onder Belgisch EU-voorzitterschap- de VN-klimaattop van Cancùn plaats, al verwacht niemand daar veel resultaat van.

Of er nu een ontslagnemende regering is of niet, zo heel veel verschil zal dat niet maken. De Europese machine draait immers steeds meer op eigen kracht. Na de officiële inauguratie op vrijdag 2 juli vond er dan op zaterdag 3 juli een zogenaamd ‘volksfeest’ plaats in de Europese wijk onder de titel ‘I love EU’. Het truukje is simpel: programmeer gratis een hele reeks grote bands op de Europese esplanade en je krijgt aardig wat volk bij elkaar.

Op donderdag 8 juli werd dat nog eens overgedaan met een exhibitietenniswedstrijd tussen Kim Clijsters en Serena Williams – de Monegaske Justine Henin moest verstek laten gaan.De actiegroep www.keerhettij.nu ontrolde er trouwens een metersgrote spandoek met de boodschap: “EU: Make the banks pay for the crisis”. Uiteraard krijg je met dergelijke spektakelevenementen veel volk op de been maar het zegt allicht weinig of niets over de reële betrokkenheid van de bevolking bij het Europese debat, zeker in een land waarin de Europese verdragen nooit een echte democratische toets moeten doorstaan.

Een lidstaat van de Europese Unie kan natuurlijk altijd een voorzitterschap aangrijpen om punten op de agenda te plaatsen, al hoeft dat ook niet overschat te worden. Maar dat zal België dus allicht ook niet doen. Bart Dewever en Elio Di Rupo trachten een regering op de rails te krijgen en de kans bestaat dat ze daar zowat de helft van het voorzitterschap zoet mee zullen zijn.

Natuurlijk schuift ons land formeel wel enkele prioriteiten naar voor. De verdere toepassing van het Verdrag van Lissabon is daar allicht de belangrijkste van. Maar verder beweert de uittredende regering dat ook verdere ‘groei en jobs’, de ‘hervorming van de financiële sector’ en de ‘klimaattop van Cancùn’ op het prioriteitenlijstje staan.  België werkt trouwens in een zogenaamd triovoorzitterschap, samen met voorganger Spanje en opvolger Hongarije. De officiële website van het Belgische EU-voorzitterschap luidt daarom www.eutrio.be.

De banken aan de ketting?

Op die website kan je ondermeer een ‘Programma voor het Belgisch voorzitterschap van de raad van de EU’ terugvinden. Het document telt 56 pagina’s en geeft de belangrijkste krachtlijnen van het Belgische voorzitterschap weer. Benieuwd naar de plannen rond de financiële sector scrollen we meteen door naar pagina 15 naar de hoofding: ‘Hervormen van de financiële sector’. Daar lezen we vooral veel over de noodzaak van een ‘nieuwe toezichtstructuur op het niveau van de Europese Unie’.

Die nieuwe toezichtstructuur moet er zijn tegen begin 2011 en de lidstaten moeten hun eigen toezichtstructuren in de Europese pas laten lopen.  Maar veel verder dan dat gaat het niet. Men neemt zich ook voor om een grotere ‘transparantie’ te creëren op de markt van afgeleide producten –de speculatieve casinopraktijken zeg maar-  zoals credit default swaps en short sellings. Hoe dat precies zal gebeuren is niet duidelijk.

Hoe zit het dan met de bankentaks, waarover al een tijdje zwaar getoeterd wordt in Europese milieus? Het woordje ontbreekt alvast in dit hoofdstukje maar er wordt wel op gealludeerd. Quote: “Gelet op de verantwoordelijkheid van de financiële sector in de crisis zal de Raad bij de financiële sector naar adequate bijdragen zoeken en dit om de mechanismen ter voorkoming en ter beheersing van de crisis te financieren en de spaarders tegen falende financiële instellingen te beschermen.”

En men voegt er nog aan toe dat dit alles zal gebeuren “rekening houdend met de lopende voorstellen en vorderingen binnen de G20.” Dat laatste zinnetje voorspelt alvast weinig goeds gezien de jongste G20-top van Toronto helemaal geen overeenstemming bereikte over zelfs maar een light-versie van de bankentaks. Als de EU dat ritme wil volgen zitten we eerder in de processie van Echternach.

Hoe dan ook blijkt duidelijk dat het Belgische EU-voorzitterschap op geen enkele wijze de ambitie toont om de financiële sector echt aan strikte regels te onderwerpen, laat staan dat ze een echte financiële transactietaks wil invoeren om de sociale noden te lenigen. Over vermogensbelasting of de noodzaak aan openbare banken wordt er helemaal niet gerept, maar dat verrast natuurlijk niet. In het beste geval komt er een soort van Canada Dry-bankentaks die vooral moet dienen om fondsen te verzamelen om bij toekomstige accidenten de blutsen te betalen.

Bij de huidige crisis hebben de staten immers diep in de buidel getast en dat wil men graag op één of andere manier vermijden in de toekomst. Banken echt aan de ketting leggen zou echter helemaal breken met de beoogde strategie om uit de crisis te geraken: groei, groei en nog eens groei moet zorgen voor de jobs van morgen.

Ongezond saneren

Het Belgische EU-voorzitterschap ziet twee obstakels voor die ‘duurzame en slimme groei’ –inderdaad de blabla is niet van de poes in dit voorzitterschapsprogramma. Het eerste obstakel wordt gevormd door de buitensporige overheidstekorten. In de lijn van het stabiliteitspact moeten de lidstaten zo snel mogelijk weer in de pas lopen en hun tekorten afbouwen. De besparingsscenario’s die op dat vlak de ronde deden in Europa zijn heel veelzeggend: economische koploper Duitsland kondigde aan 80 miljard euro te willen besparen tegen 2014 en dat bovenop alle besparingen die de regering van Schröder er reeds door perste.

Op die manier stelt the big boss van de EU een onwaarschijnlijk voorbeeld en draait het de duimschroeven aan in heel Europa. Op dat vlak is het trouwens straf om te zien hoe tijdens de laatste G20-top in Toronto Obama zich gematigder opstelde dan de EU-vertegenwoordigers inzake besparingen. De VS-president deed even opmerken dat bikkelharde besparingen eveneens een rem zetten op de consumptie en dus op de groei.

Het tweede obstakel is –daar zijn we weer – de zwakke concurrentiepositie van de Europese lidstaten. Quote: “De crisis bracht scheeftrekkingen en evoluties in het concurrentievermogen tussen de lidstaten aan het licht. De Europese Unie moet hierop snel reageren door het competitiviteitsverlies te corrigeren dat aan het licht kwam door tekorten op de betalingsbalans en op de lopende rekeningen.” Vooral de eurolanden blijken met een competitiviteitsverlies te kampen en dat dient dus gecorrigeerd te worden.

Hoe? Gezien je als eurolidstaat geen marge hebt om de waarde van je munt te wijzigen, zal er niet veel anders opzitten dan bedrijven in de watten te leggen met lage lasten en goedkopere arbeid. Dat blijkt trouwens ook uit het hoofdstukje fiscaliteit: naast de obligate passages over transparantie en de strijd tegen fiscale fraude, is het onaantastbare uitgangspunt: de globale belastingsdruk mag niet stijgen. Meer sociale herverdeling? Vergeet het maar.

Business as usual

Begin 2010 kwam José Manuel Barroso en zijn Europese commissie voor de pinnen met de zogenaamde Europa 2020-strategie. Het gaat om de opvolger van de eerdere Lissabondoelstellingen, een pakket aan neoliberale doelstellingen uit het jaar 2000, dat van de EU tegen 2010 de sterkste economie ter wereld had willen maken maar afliep met een dikke sisser. Eigenlijk gaat men nu volop verder op dat elan.  Krachtlijnen van de nieuwe strategie zijn méér middelen voor onderzoek (ten dienste of in dienst van de bedrijfswereld), een werkgelegenheidsgraad van 75% tegen 2020 en de zogenaamde groene en slimme groei van de economie (waarbinnen de 20-20-20-doelstellingen rond energie en klimaat vervat zitten).

Eigenlijk zit de EU vandaag nog steeds volledig op het spoor van  de eenheidsakte van 1986 en het Verdrag van Maastricht van 1992. Dat zijn de sleutelverdragen die vorm hebben gegeven aan de huidige Europese structuur. In die verdragen ging men ervan uit dat de markt Europa één zou maken. De concurrentie zou op alle terreinen vrij spel krijgen en zo zou Europa ééngemaakt worden.

Die nieuwe koers betekende halfweg de jaren 80 een totale draai in de methode van Europese opbouw. Alle verdere verdragen van de Europese Unie kaderen in die marktgerichte opbouw van de Europese Unie en vertrekken vanuit neoliberale uitgangspunten. In die 18 jaren die verstreken sinds het Verdrag van Maastricht is de EU vooral een efficiënte privatserings- en liberaliseringsmachine gebleken en een bijzonder inefficiënte regelgever. Dat is uiteraard geen toeval, het is de aard van het beestje.

Het laatste van die Verdragen  werd uiteindelijk geratificeerd  eind 2009. Het zogenaamde Verdrag van Lissabon kwam er nadat het Europees Grondwettelijk Verdrag in 2005 werd weggestemd via referenda in Frankrijk en Nederland, eens te meer een aanwijzing voor het schrijnende gebrek aan draagvlak bij de bevolking voor het EU-project. Nadat tussen 2004 en 2007 de Europese Unie groeide van 15 naar 27 lidstaten waren er nieuwe functioneringsregels nodig, die de basis vormde voor het Verdrag van Lissabon. De EU stelt dit Verdrag – eigenlijk amendementen op de basisverdragen van Rome en Maastricht – graag voor als de grote democratisering van de Europese Unie.

Zonder twijfel kan je hier en daar positieve evoluties opmerken maar aan de basisuitgangspunten wordt er niet getornd: de Europese Unie is  gebouwd op een interne, vrije markt, economische groei en een sociale markteconomie met een groot concurrentievermogen… De vrije markt als grondwettelijke hoeksteen, waarbij er geen sprake is van  openbare diensten of een dirigerende rol voor de overheid in het economische gebeuren. Neoliberalisme in marmer gebeiteld.

Mobilisatie dringend nodig

Met de Europese Unie kan je maar beter uitkijken.  Als je je te zeer verliest in de uiteenlopende verdragen en richtlijnen, dreig je het globale plaatje uit het oog te verliezen. Om misverstanden te vermijden: in België wordt het Europese beleid véél te weinig gevolgd door de sociale bewegingen en op een moment dat Europese richtlijnen bepalend zijn voor de meerderheid van de Belgische nieuwe wetten, kan je niet genoeg al die punten en komma’s opvolgen. We hebben nood aan een grondige EU-watch, aan gedegen analyses van het Europese beleid.  We schieten ver te kort op dat vlak.

Maar tegelijkertijd mogen we ons ook niet laten verblinden door de kleine lettertjes van het Europese beleid. De Europese Unie is en blijft een supranationale staat die zonder enige consultatie van de Europese bevolking tot stand kwam en functioneert. Een bureaucratische machine waarbij zelfs een instelling die de titel van parlement meekreeg haar fundamentele democratische en wetgevende rol niet kan spelen.  Een ondemocratische staat, waarbinnen de cruciale machtsfuncties van bovenaf worden ingevuld en elk beleid van bij de start gekneld zit in een neoliberaal keurslijf. 

Hoe pro-Europees we ook zijn, alle progressieve, democratische en sociale mensen zouden deze Europese Unie moeten verwerpen en opkomen voor een ander Europa.  Wanneer de instellingen tekortschieten is er slechts een weg vooruit: sociale mobilisatie van onderuit. Natuurlijk is de weg naar een verenigde Europese sociale tegenbeweging nog lang, maar er is een eenvoudige logica: als je zelf die strijd niet organiseert op het moment dat je eigen land voorzitter is van de EU, dan kan je maar beter ook zwijgen over wat er in de rest van Europa zou moeten gebeuren. Laar ons daarom nu starten met een mobilisatie voor een ander Europa, een Europa dat banken aan de ketting legt. Wij wij allemaal Grieken, Portugezen, Duitsers, Polen etc.

take down
the paywall
steun ons nu!