De NGO Defence for Children diende in 2011 een klacht in tegen België bij het Europees Comité voor Sociale Rechten, het orgaan van de Raad van Europa dat de naleving van het Europees Sociaal Handvest controleert.
Schending van het recht van kinderen op “bijzondere bescherming tegen gevaren voor lichaam en geest”. Schending van het recht op “bescherming van de gezondheid”. En schending van het recht van kinderen op “sociale, wettelijke en economische bescherming”.
Dat zijn de drie inbreuken die Belgie op zijn conto mag schrijven met zijn falend opvangbeleid.
Leven op straat
De verzadiging van het opvangnetwerk in België verhindert sinds een aantal jaren dat minderjarige vreemdelingen toegang tot opvang krijgen. In 2011, toen de klacht werd ingediend, verbleven ongeveer duizend opvanggerechtigden in hotels. Duizend anderen werden gewoon op straat aan hun lot overgelaten.
“In 2012 leefden 612 niet-begeleide minderjarige vreemdelingen en 2.374 kinderen uit families zonder wettig verblijf op straat. Dat zijn dus meer dan 3.000 mensen op straat. Het echte aantal lag hoger, want van sommige kinderen en jongeren zijn we het spoor kwijtgeraakt”, zegt Katja Fournier van Platform Kinderen op de vlucht.
Het verslag van het Europees Comité voor Sociale Rechten dateert van oktober 2012, maar is pas gisteren publiek gemaakt. De termijn is bedoeld om België in staat te stellen om de aangeklaagde situatie te verbeteren.
Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Maggie De Block reageerde gisteren in een persbericht dat zij deze winter noodmaatregelen had getroffen, zodat alle niet-begeleide minderjarige vreemdelingen in ons land opgevangen werden. Het is onduidelijk of de staatssecretaris daarmee ook kinderen uit families zonder wettig verblijf in België bedoelt.
Wel plaats, geen opvang
“De berichtgeving van Maggie De Block is moeilijk te doorgronden”, zegt Fournier. “Deze winter konden minderjarige vreemdelingen wel in noodopvang terecht. Maar dat is nog steeds niet de opvang die voorzien is in de wet.”
Veel gezinnen zonder wettig verblijf worden volgens Fournier bovendien nog steeds geweigerd voor opvang, hoewel er wel degelijk plaatsen zijn.
“Fedasil (het federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers, nvdr.) beweert dat het netwerk verzadigd is. Maar op 1 maart bedroeg de bezettingsgraad van het opvangnetwerk voor asielzoekers in België 85 procent, volgens cijfers die Fedasil zelf verspreidde. “‘Verzadiging van het netwerk’ kan alleen maar vanaf 93 tot 94 procent”, aldus Fournier.