De Global Rights Index is een rapport dat de International Trade Union Confederation (ITUC), een verbond van vakbondsorganisaties over de hele wereld, jaarlijks publiceert. Voor deze Global Rights Index gaat de organisatie in 141 verschillende landen na hoe het gesteld is met de rechten van arbeiders, waarna de landen worden beoordeeld op een schaal van 1 tot 5. In Categorie 1 vinden we de landen waar arbeiders de meeste rechten hebben, terwijl categorie 5 bestaat uit landen waar arbeiders amper of zelfs geen rechten hebben.

De ITUC stelt vast dat 2015 een slecht jaar was voor de rechten van werknemers. Zo blijkt uit haar rapport dat inperkingen van de vrijheid van meningsuiting en vereniging wereldwijd met maar liefst 22 procent zijn toegenomen. “We zien een inperking van de democratische ruimte en een toenemende onzekerheid, angst en intimidatie van werkmensen”, zegt Sharan Burrow, algemeen secretaris van de ITUC. “Daarbij merken we dat repressie van arbeiders steevast hand in hand gaat met toenemende overheidscontrole over de vrijheid van meningsuiting, vereniging, en andere basisrechten”, gaat Burrow verder.

Top 10

Als tien landen waar arbeiders de minste rechten hebben wijst de Global Rights Index naar Wit-Rusland, China, Guatemala, Qatar, de Verenigde Arabische Emiraten, Colombia, Cambodja, India, Iran en Turkije. 

Die laatste vier landen zijn trouwens nieuwkomers in de categorie 5. “De vier nieuwe landen zijn één voor één duidelijke voorbeelden van de aanval op rechten van arbeiders, in combinatie met de inperking van andere basisrechten van de mens”, stelde Burrow.

België zakt categorie

Uit het rapport blijkt verder dat België dit jaar van categorie 1 naar categorie 2 zakt. Daarmee doen we het slechter dan buurlanden Nederland, Frankrijk en Duitsland, die nog steeds tot de hoogste categorie worden gerekend.

 “Vorig jaar kon België nog beschouwd worden als één van de landen ter wereld waar rechten van arbeiders het meest gewaarborgd werden, maar nu komt deze bescherming steeds meer in het gedrang”, stelt de ITUC vast.

Enkele voorbeelden die het rapport aanhaalt zijn het verbod op betogingen na de aanslagen in Parijs, het inzetten van agenten in burger tijdens betogingen, alsook het alarmerend hoge aantal vakbondsvertegenwoordigers die in 2015 ontslagen werden.

11 landen schenden syndicale vrijheid

De ITUC Global Rights Index is trouwens niet het enige teken aan de wand dat het wereldwijd pover gesteld is met de rechten van arbeiders. Ook tijdens de jaarlijkse conferentie van de International Labour Organization (ILO) van 30 mei tot 10 juni 2016 in Genève werden 24 landen op het matje geroepen.

Daarbij was vooral opvallend dat het ILO 11 van hen bekritiseerde voor schending van de syndicale vrijheid. Zo ook het Verenigd Koninkrijk. “Premier Cameron heeft daar vorig jaar, Thatcher achterna, een botte aanval ingezet op de syndicale rechten, en op het stakingsrecht in het bijzonder”, klinkt het bij de organisatie.