geld money
Foto: Pikist

Begrotingscontrole: de regering hoefde niet te besparen op de meest kwetsbaren

Het zou de taak moeten zijn van de overheid om haar burgers en gezinnen te beschermen tegen armoede. Met deze begrotingscontrole verzaakt de Vivaldi-regering aan die taak. Andermaal worden de vermogenden rijkelijk bediend en betalen de zwaksten het gelag.

maandag 3 april 2023 11:21
Spread the love

 

Verontwaardiging, dat is wat we bij vele sociale organisaties horen over de besparingsplannen van de federale regering. “Het zijn vooral de meest kwetsbaren die het hardst geraakt zullen worden en nog dieper in de armoede geduwd worden”, schrijft Heidi Degerickx, algemeen coördinator van het Vlaams Netwerk tegen Armoede.

Inderdaad, de regering De Croo heeft bij de begrotingsbesprekingen beslist dat er zal bespaard worden bij de laagste inkomens. De regering komt terug op eerder besliste verbeteringen voor mensen met een minimumpensioen, met een leefloon of met een inkomensgarantie-uitkering en voor volledig werklozen.

Enkel de verhoging van de bijstand voor personen met een handicap blijft onaangeroerd.

Is het niet de taak van een regering om haar burgers en gezinnen te beschermen tegen armoede? In ons land kennen we negentien sociale minimumuitkeringen. Slechts drie daarvan gaan boven de armoedegrens. Ongehoord voor een rijk en welvarend land als België.

Is het niet de taak van een regering om haar burgers en gezinnen te beschermen tegen armoede?

In zijn oorspronkelijk plan wou De Croo de vierde en laatste verhoging van de minimumpensioenen schrappen. Zijn argument was dat de belofte om het minimumpensioen naar 1.500 euro netto op te trekken, al lang gehaald is door de vele indexeringen.

Wablieft? Een indexering is toch geen opslag, maar een compensatie van de gestegen prijzen. En weet hij dan niet dat de index het koopkrachtverlies niet volledig compenseert?

Maar goed, bij de minimumpensioenen moest De Croo inbinden omdat dit onmogelijk te verdedigen is voor de partijen PS en Vooruit. Toch gaven zij wat toe: de minimumpensioenen zullen in 2024 nog stijgen, zij het niet met 2,65 maar met 2 procent. Dat zal betekenen dat bij de minimumpensioenen maandelijks 13 euro bruto of 8 euro netto minder zal bijkomen dan gepland.

Maar ook hier wordt de bal serieus misgeslagen. Onze pensioenen zijn al de laagste van West-Europa. En toch bezuinigt de voltallige regering op de rug van de gepensioneerden.

Prioriteiten van de regering

De besparingen op de minimumpensioenen en de uitkeringen leveren voor de begroting 374 miljoen op. Ongehoord als je weet dat er vele miljarden elders kunnen worden gehaald. We nemen twee voorbeelden.

De vorige regering verlaagde de werkgeversbijdragen, dat een gat sloeg van vele miljarden in de sociale zekerheid: de taxshift. En zoals herhaaldelijk hier al is geschreven: werkgeversbijdragen zijn ook een deel van je loon. Het is geld dat je arbeid heeft opgebracht dat naar het collectieve verzekeringsmechanisme van de sociale zekerheid gaat.

Hierop besparen betekent minder financiële middelen voor onder andere de uitkeringen. Stel dat deze maatregel zou worden teruggedraaid, dan zou dit in 2023 alleen al bijna 8 miljard euro kunnen opleveren. Dat is 21 maal meer dan het te gaan zoeken bij de zwaksten in de samenleving.

De besparingen op de minimumpensioenen en de uitkeringen zijn ongehoord als je weet dat er vele miljarden elders kunnen worden gehaald

Al decennialang geven de regeringen loonkostsubsidies aan de werkgevers. Daaronder moet je verstaan: vermindering van de bijdragen aan de sociale zekerheid en de vrijstelling van het doorstorten van bedrijfsvoorheffing op allerlei bezoldigingen.

Voor 2023 schat het Federaal Planbureau de som van de loonkostsubsidies, inclusief de taxshift, aan de bedrijven in de marktsector op 15 miljard euro. Daarbij worden ook nog eens belastingverminderingen gegeven. Dit alles moet de werkgevers aanzetten tot investeringen en ondersteunen in het scheppen van volwaardige tewerkstelling. Maar dat gebeurt meestal niet.

Het voorbeeld van Delhaize

Nemen we het actuele voorbeeld van Delhaize België. In 2021 maakte het bedrijf 48 miljoen euro winst. Daarop betaalde het 2,9 miljoen euro belastingen. Dat is een tarief van 6 procent. Het normale wettelijke tarief is 25 procent. Het bedrijf kreeg dus vele miljoenen euro’s belastingverminderingen. Daarnaast kreeg het bedrijf 7,7 miljoen euro aan subsidies.

Het bedrijf kreeg dus meer terug dan dat het belastingen betaalde. En scheppen ze hiermee volwaardige tewerkstelling? Het antwoord is intussen ruimschoots gekend. Delhaize gaat de 128 winkels die het nu nog in eigen beheer heeft, franchiseren.

Indien dit plan doorgaat, zal van de 9.000 werknemers die Delhaize nu in dienst heeft een deel zijn job verliezen, een ander deel zal moeten werken in minder gunstige loon- en arbeidsvoorwaarden.

De berg geld aan subsidies gaat naar de werkgevers zonder dat daar strikte voorwaarden inzake tewerkstelling aan verbonden zijn

Dit voorbeeld toont aan dat niet alle bedrijven subsidies nodig hebben. De berg geld aan subsidies gaat naar de werkgevers zonder dat daar strikte voorwaarden inzake tewerkstelling aan verbonden zijn.

Het is de plicht van een regering om elke loonsubsidie te analyseren om de impact ervan op de tewerkstelling in vergelijking met de kost te checken. Pas dan kan je misbruik voorkomen.

Minimumbelasting multinationals

In ruil voor het aanvaarden dat er gesaneerd wordt op de uitkeringen, gaat de regering de minimumbelasting op multinationals op zijn strengst invoeren. Dat zou in 2024 meer dan 300 miljoen euro extra opleveren.

Maar dat is geen nieuwe maatregel. Dit is een door Europa opgelegde belasting, die België sowieso moet invoeren. Als je echt iets wil doen om op een rechtvaardige manier de begroting op orde te krijgen, dan zou het beter zijn om de maatregelen in de vennootschapsbelasting die de vorige regering nam terug te draaien.

De vorige regering, vertegenwoordigd door de partijen N-VA, CD&V, open Vld en MR, verlaagde de belastingtarieven op de winsten van de bedrijven: de vennootschapsbelasting. Toen de hervorming werd bekend gemaakt, berekende de Federale overheidsdienst-financiën dat de daling van de tarieven overeen zou komen met een jaarlijks verlies van 5 miljard euro.

De minimumbelasting op multinationals is geen nieuwe maatregel maar een door Europa opgelegde belasting

De toenmalige minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA) beloofde deze kost volledig te dekken door een aantal compenserende maatregelen. Zo zou hij het aantal belastingverminderingen beperken. De hele operatie zou dan budgettair neutraal zijn. Maar het omgekeerde gebeurde. De meeste fiscale aftrekposten werden behouden en sommige zelfs uitgebreid.

Wat had men moeten doen

In plaats van te besparen op de zwaksten zou het veel rechtvaardiger zijn dat men opnieuw de vennootschapsbelasting hervormt, die zorgt dat de meest winstgevende bedrijven meer bijdragen dan de kleintjes. Door de fiscale kortingen zijn het vooral de grote bedrijven die profiteren, waardoor ze meer winsten kunnen doorschuiven naar hun aandeelhouders.

Hiervoor kon de aanzet in de regering bijvoorbeeld komen van de partij Vooruit. Op 1 mei vorig jaar stelde Conner Rousseau voor om het tarief van de vennootschapsbelasting op te trekken van 25 naar 35 procent voor de winsten van meer dan 8 procent op het geïnvesteerde kapitaal. Dat zou één miljard opbrengen. Een mooi voorstel, maar daar is niets van in huis gekomen.

Dit voorstel en de voorbeelden hierboven toen overduidelijk aan dat het absoluut niet noodzakelijk was om andermaal bij de zwaksten aan te kloppen. Ook onder Vivaldi worden de vermogenden rijkelijk bediend en betalen de zwaksten het gelag.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!