(foto: Raymond Clement).
Analyse - Linus Vanhellemont

Begin van een nieuw tijdperk in Turkije?

Nu steeds meer details bekend raken over de resultaten van de Turkse verkiezingen, valt er een voorlopige balans op te maken. Natuurlijk zijn er allerlei interne redenen op te sommen voor het verlies van president Erdogan. Maar vanaf de gebeurtenissen in het Gezi-park klonken er ook steeds luidere tegenstemmen. Het succes van HDP is te vergelijken met dat van Syriza in Griekenland en Podemos in Spanje. Is het toevallig dat er zoveel vrouwen zijn verkozen, en mensen met Armeense, Yezidi en/of christelijke achtergrond?

woensdag 10 juni 2015 09:11
Spread the love

Op
zondag 7 juni vonden in Turkije nationale parlementsverkiezingen
plaats. Daarbij kwam er een eind aan een dertienjarige periode van absolute meerderheid van de AKP in het Turkse parlement. De partij
is niet langer in staat om alleen een regering te vormen. Als gevolg
van HDP’s overwinning – en de Gezi-beweging die politiek voet aan de
grond krijgt  – is de AKP aangewezen op coalitievorming of een
minderheidsregering.

Deze electorale pandoering betekent meteen het einde van Erdogans droom Turkije om te vormen van een
parlementair in een presidentieel systeem dat hem meer macht toe zou
kennen. De verkiezingen tonen eveneens aan dat Turkije nog steeds
een representatieve democratie is, waar politieke verschuivingen
mogelijk zijn via verkiezingen. Ondanks de achteruitgang op het vlak
van democratie en de angst voor grootschalige fraude, liepen de
verkiezingen goed [1].

HDP
deelt electorale pandoering uit

Vandaag
klokken we, met 99,9% van de stemmen geteld, af op een score van 40,86%
voor AKP, 24,99% voor CHP, 16,29% voor MHP en 13,12% voor HDP. Van de stemgerechtigde Turken in binnen- en buitenland ging 84,3% naar de
stembus. Dat is een (licht) hogere opkomst dan bij de voorgaande
nationale verkiezingen. Die stemmen vertalen zich in respectievelijk 258
zetels (AKP), 132 zetels (CHP), 80 zetels (MHP) en 80
zetels (HDP) in het 550 parlementsleden tellende halfrond [2]:

40,86
% – 258 zetels – AKP : (rechts-liberale en conservatief-islamitische
partij
24,99 % – 132 zetels – CHP : (centrum linkse,
sociaal\democratische partij)
16,29 % – 80 zetels – MHP : (Turkse
ultranationalistische en islamistische partij)
13,12
% – 80 zetels – HDP : (radicaal linkse, pro-Koerdische volkspartij)

Dat
resultaat is in de eerste plaats een opdoffer voor de AKP. De regeringspartij verliest 9% van haar stemmen én maar liefst
69 zetels ten aanzien van 2011. Daarmee speelt ze niet alleen haar
recht tot constitutionele voorstellen kwijt (330 zetels). Ze heeft
eveneens geen absolute meerderheid meer in het parlement (276
zetels). Daarmee komt er normaal gezien een einde aan Recep Tayyip
Erdo?ans tijdperk: de facto leider van de AKP en president van de
republiek. Eender welke coalitieregering die gevormd wordt, zal van hem
eisen dat hij zich (eindelijk) aan de grondwet houdt en het
presidentschap invult zoals het hoort. Namelijk als een een louter
ceremoniële functie. 

HDP
is de grote verrassing bij deze verkiezingen. Deze partij is enigszins verwant met Syriza in Griekenland en Podemos in Spanje. Als radicaal linkse, democratische en pro-Koerdische volkspartij haalt ze onverwacht veel
stemmen en breekt zo AKP’s absolute meerderheid. Niet alleen stijgt
ze boven de kiesdrempel van 10% uit, ze haalt zelfs 51 zetels meer dan de onafhankelijke
kandidaten van 2011 die zich toen onder de noemer BDP groepeerden in
het parlement. De partij is nu de grootste in 14 van de 85
provincies, meer specifiek in het oosten van Turkije. Ze behaalt
evenveel zitjes in het parlement als MHP. De partij doet het
bovendien verrassend goed in het Westen en de grote steden. In
Istanbul wordt ze de derde partij na AKP en CHP.

Het
historisch belang van deze overwinning kan moeilijk worden overschat. HDP is
in de geschiedenis van de republiek de eerste partij met
expliciet Koerdische roots die verkozen én vertegenwoordigd zal
worden in het Turks parlement. In voorafgaande decennia
moesten zij zich als onafhankelijke parlementsleden verkiesbaar
stellen om een kans te maken op het parlement. Vervolgens vormde zij
dan tezamen een fractie in het parlement. Maar dit systeem
kostte hun enorm veel zetels. Zo telde de BDP-fractie in 2011 slechts
29 onafhankelijken. Haar scores in het
Westen van het land en in de grote steden tonen bovendien hoe de
Gezi-beweging van 2013 politiek voet aan de grond krijgt.

CHP
doet het 4 à 5 percent beter dan bij de vorige nationale
verkiezingen, maar als gevolg van de zetelberekening lijkt het erop
dat zich dat niet in meer zetels zal vertalen. Integendeel, ze
verliest 6 zetels ten aanzien van 2011. In enkele provincies moeten
ze een zetel afstaan aan HDP, MHP en in één provincie aan AKP [3].
De partij doet het heel goed in het westen van Turkije waar ze nu in acht provincies de grootste zijn. Verder worden ze de grootsten in
Mersin, Eskisehir en Zonguldak. 

De
ultranationalistische eniIslamitische partij MHP doet het
3 percent beter dan in 2011. Dat vertaalt zich in een nettowinst van
maar liefst 22 zetels. Die stijging is het gevolg van een complexe
zetelberekening (de kiesdrempel van 10% blijkt daarvoor
verantwoordelijk). De partij wordt de grootste in één provincie in het
zuiden van Turkije, namelijk Osmaniye.

De
afbeeldingen illustreren de resultaten: 2011 overzicht, 2015
overzicht, resultaten Istanbul en Osmaiye

:













Meer vrouwen dan ooit in parlement.

Het
Turkse parlement zal na deze verkiezingen meer vrouwen tellen dan ooit
in haar republikeinse geschiedenis: 97 parlementsleden, oftewel iets meer dan 1 op 6 verkozenen. Al zijn ze met dat aandeel
niet bepaald een lichtend voorbeeld, ze doen het wel een stuk beter
dan in 2011 toen er slechts 79 vrouwen werden verkozen. Die stijging is voornamelijk te wijten aan de intrede van HDP in het
parlement. Zij leveren plotsklaps dertig vrouwelijke parlementairen of te
wel 39 percent van hun nieuw verkozenen.

Verkozen vrouwen volgens partij [4]:

  • HDP:
    39,24%
  • AKP:
    16,27%
  • CHP:
    15,9 %
  • MHP:
    4,87%

De
andere vrouwen worden (nog steeds) voornamelijk verkozen op AKP-lijsten: 41 parlementairen. CHP stuurt met haar 25 percent stemmen
slechts 22 vrouwen (op de 132) naar het parlement. Dat is
licht beschamend voor een partij die zich als sociaaldemocratisch en
verlicht positioneert.
Enkel
het ultranationalistische MHP doet het slechter met 4 vrouwelijke
parlementairen.

Algemeen
gesproken gaat het er desalniettemin dus wel op vooruit. Maar deze
evolutie is dus bijna volledig te danken aan HDP en haar keuze voor
gendergelijkheid in hun verkiezingslijsten, in het partijprogramma
en in de beleidsvoorstellen. Een uitstekend voorbeeld is hun symbolische
copresidentschap van Figen Yüksekda? en Selahattin Demirta?. Het is niet voor niets dat
de partijleiding vandaag hun overwinning opdroeg aan de vrouwen in
de campagne en de vrouwen die voor hen stemden.

Armeniër,
Christenen, Assyriers, Yezidi

Interessant
is verder dat er voor het eerst sinds lang mensen met een
expliciet Armeense en/of christelijke achtergrond, of met een Yezidi-achtergrond, in het parlement binnenkomen. Vier onder hen werden
verkozen op HDP-lijsten.

In
Istanbuls tweede district werd Markar Esayan verkozen (vanop de twaalfde
plaats): een Armeens-Turkse journalist voor de pro-AKP-krant Yeni
?afak
. Selina
Do?an werd eveneens verkozen in Istanbuls tweede district waar
ze voor CHP als eerste op de lijst stond. Do?an is Armeense van
afkomst en werkt als advocate. Haar lijsttrekkerschap voor CHP kan
als een belangrijk signaal gezien worden van een verschuiving (en
opening) binnen de partij inzake de Armeense kwestie. Garo
Paylan kwam op als de tweede kandidaat voor HDP in het derde
district van Istanbul. Hij heeft Armeense roots. Hij maakt
ook kans om lid te worden van de hoogste verkiezingsautoriteit YSK. Erol
Dora werd als HDP’s derde kandidaat verkozen in de provincie Mardin.
Hij is lid van de Turks-Assyrische gemeenschap en advocaat.

Bovendien
werden twee leden van Turkije’s kleine geloofsgemeenschap Yezidi verkozen, eveneens op lijsten van de HDP. Feleknas Uca werd
verkozen in de provincie Diyarbak?r, Ali Atalan in de provincie
Batman.

Hoe
verloor AKP 9% van haar stemmen? 

AKP’s
verlies is voornamelijk te wijten aan Erdogans alsmaar meer autoritaire bestuur, de regeringscorruptie (die aan het
licht kwam in 2013 [5]), de inperking van de persoonlijke
vrijheden en vrijheid van de pers, AKP’s buitenlandpolitiek én
Erdogan’s voorstel om
Turkije tot een presidentieel systeem om te vormen.

Er waren nog redenen, waarover dadelijk meer, maar natuurlijk klonken er ook steeds luidere tegenstemmen. De
verandering in mentaliteit kwam er na de Gezi-protesten die twee jaar
geleden plaatsvonden en waarin 3,5 miljoen mensen actief waren van
alle politieke strekkingen. Gaande van een meerderheid niet-gepolitiseerde jongeren tot de milieubeweging, LGBT en
antikapitalistische moslims, tot diepgelovige Gülen-aanhangers,
Koerden, Kemalisten, socialisten, liberalen, communisten en
supportersploegen van onder meer Besiktas, Galatasaray en Fenerbahce.

De
Gezi-protesten braken zo met oude stereotypen tussen Turken en
Koerden, gelovigen en seculieren, mannen en vrouwen, hetero’s en
LGBT. De gedeelde barricaden en het gedeelde leed brachten tolerantie
en vertrouwen met zich mee, hetgeen
enkele luttele dagen voor de nationale protesten nog ondenkbaar was.

Dat
vertrouwen vertaalde zich op haar beurt in politieke samenwerking, die
voornamelijk tot uiting komt in:

1. ‘de Verenigde Juni Beweging’
(Birle?ik Haziran Hareketi)
2. de vorm, samenstelling én
programma van de pro-Koerdische radicaal-democratische volkspartij
HDP
3. de relatief grotere culturele openheid bij
de sociaaldemocratische partij CHP.

De verkiezing van dertig vrouwen, twee Yezidi-Turken, één Armeense Turk en één Assyrische
christen op HDP-lijsten is daarvan een goed voorbeeld. Het
lijsttrekkerschap en de verkiezing van een Turk met Armeense roots
voor CHP in één van de drie districten in Istanbul, is dat eveneens.

Voet
aan politieke grond

De
verrassend goede verkiezingsscores van HDP in het Westen en de grote
steden van het land moeten dan ook gezien worden in het verlengde van de Gezi-beweging
die voor het eerst voet aan de politieke grond krijgt. Zij is de
partij die het verst ging in het afbreken van de oude stereotypen en
een project voorstelde dat zowel Koerden als Turken omvat, hetero’s
en LGBT, gendergelijkheid, respect voor verschil in religie, mens én
natuur, én radicale democratie als antwoord op Erdogans
autoritaire politiek. Het lijkt er in ieder geval sterk op dat het hun
de Gezi-stem heeft opgeleverd.

AKP
staat met haar patriarchale aanvallen tegen vrouwen, viscerale afkeer
van LGBT en complottheorieën ten aanzien van het “Gezi-tuig” (of
çapulcu”), om Erdogan te citeren, aan de andere kant van die
evolutie. En het heeft hun veel stemmen gekost die zowat rechtstreeks
richting HDP zijn gegaan: in het Westen van het land en in de grote
steden. (Een analyse per provincie, ter bevestiging van dit punt,
volgt de komende dagen.)

Zo
verloor AKP het liberaal, progressief en anti-autoritaire deel van
haar electoraat dat in 2011 nog goed was voor 5% van haar stemmers.

Conflict
met de islamitische achterban

Er zijn drie elementen die verder erg belangrijk lijken en die
betrekking hebben op de religieuze achterban: de
slabakkende economie en inflatie, het conflict met een deel van de
religieuze achterban (de zogeheten Gülen-beweging), en de neoliberale
voorkeur voor een sterke deregulering van de vastgoedmarkt.

Het
eerste punt heeft voornamelijk betrekking op de vele armen die de
volksbuurten en sloppenwijken van Turkije’s grote steden bevolken
en traditioneel voor AKP stemmen. Zij zagen de werkloosheid stijgen
én hun minimumlonen dalen als gevolg van relatief sterke inflatie.

Het
conflict met de immens populaire Fethullah Gülen en zijn Gülen-beweging, ten tweede, ligt moeilijk bij zowel de de armere achterban
als de rijkere centraal-Anatolische achterban. Sinds 2012 zijn
Erdogan en Gülen in een zwaar conflict verwikkeld. Waarbij de eerste
de latere beschuldigt van poging tot staatsgreep. Gülen beticht
Erdogan en zijn regering dan weer van zware gevallen van corruptie.
Wat er ook van zij, voor dit twee jaar durende conflict betaalt de
partij zeker een tol bij de achterban.

De
drastische keuze voor een neoliberale vastgoedeconomie, tot slot,
ligt moeilijk bij de antikapitalistische moslims.

Winst
voor MHP en SAADET 

De
winst van de nationalistische én islamitische, Soenni-gekleurde
partij, MHP [6]
moet dan ook in dat kader begrepen worden. Hierdoor haalt ze
gemiddeld 3% meer stemmen en 23 extra zetels dan in 2011.
Waarschijnlijk pikt CHP met haar overtuigend sociaal-economisch
programma ook een graantje mee, evenals HDP met haar duidelijk links
programma en respect voor religie.

Ten
slotte gaat 0,8 percent van AKP’s stemmen zeker naar de
conservatieve Islamistische partij SAADET. De partij groeide
daarmee tot 2.1 percent van de stemmen [7].

Zo
verliest AKP dus ook ongeveer 4 percent stemmen bij haar islamitische achterban.

Oost-Turkije

De
bovenstaande analyse verklaard voornamelijk de verschuivingen in het
Westen en de grote steden van Turkije. Het verklaart echter niet
waarom in het Oosten van Turkije zo massaal werd overgestapt naar
HDP.

Het
is natuurlijk zo dat de Koerdische turken zeer sterk vertegenwoordigd
zijn in het Oosten; En in het verleden stemden de Koerdische Turken
inderdaad voor een deel op hun onafhankelijke Koerdische kandidaten.
Maar er werd evenzeer en zelfs meer (al naar gelang de provincie) voor
AKP gestemd. Deze partij beloofde en gaf hun immers belangrijke
cultuurrechten – voornamelijk taalrechten – die voorheen strikt
verboden waren [8].

Dat
HDP in 2015 veruit de grootste wordt in maar liefst veertien Oostelijke
provincies met percentages boven de 60, 70 en zelf 80 percent, kan door
de bovenstaande analyse niet verklaard worden. In 2011 was AKP nog de
grootste partij in twaalf van die veertien provincies. Vier jaar geleden konden
de onafhankelijke kandidaten slechts in twee provincies met een
meerderheid van de stemmen aan de haal gaan.

Dat
heeft voor een deel met het electoraal systeem te maken en het feit
dat er geen Koerdische partij mocht opkomen. Maar het verklaart
onmogelijk het zeer grote verschil in relatieve en absolute termen
tussen 2011 en 2015. 

Kobane
en de Koerdische Koran

Er bestaat een gevoel (en daarvoor zijn
ook nogal wat aanwijzingen) dat Turkije de IS steunt. Namelijk
door ze voor een stuk te bewapenen, door niet in te grijpen en
doordat Turkije de toegang tot Syrië voor IS-strijders en andere
hulp zou laten gebeuren. Hetgeen hen het meeste lijkt te choqueren, is de beslissing van de AKP om niet in te grijpen toen de Koerden in Syrië werden aangevallen en afgeslacht in (het intussen
terug ingenomen) Kobane.

Erdogan
liep op verschillende meetings met een Koerdische Koran te zwaaien.
Los van het feit dat religie en de publieke ruimte voor veel
seculiere Koerden gescheiden moeten zijn, lijken ze het nog
moeilijker te hebben met zijn misbruik van het boek voor politiek
gewin. In één meeting in het Oosten ging Erdogan zo ver om de vertaling van de Koran naar het
Koerdisch op AKP’s conto te schrijven. Daarmee haalde hij zich
vrijwel meteen de woede van een groot deel van de Koerdische
bevolking op de hals. 

Bomaanslagen
en de 10 percent kiesdrempel

De campagne van HDP is bovendien zeer tumultueus verlopen. Volgens de
partijleiding werden hun partijbureaus en mandatarissen tijdens de
campagne bijna tweehonderd keer fysiek aangevallen. Ze waren tot driemaal
toe het slachtoffer van bomaanslagen. Er vielen in totaal zes doden,
van wie vijf bij de laatste bomaanslag in Diyarbakir in het Zuid-Oosten
van Turkije [9].
Bij dezelfde bomaanslag verloren twintig mensen ledematen.

Ten slotte
speelde de kiesdrempel van 10% een rol. HDP koos voor alles of niets.
Ze kwamen niet naar buiten als onafhankelijken, maar als partij.
Hadden ze de 10% niet gehaald, dan hadden ze al hun
vertegenwoordiging in het parlement verloren. Het is aannemelijk dat dit, in
combinatie met de voorgaande elementen, velen in het Oosten ertoe
heeft aangezet om over te stappen van een stem voor AKP naar een stem
voor HDP. 

Presidentieel
systeem

Als
klap op de vuurpijl zette Erdogan in zijn (grondwettelijk verboden)
campagne in op een hervorming van Turkije’s parlementaire systeem.
Hij stelde voor om het te hervormen tot een presidentieel model, wat
hem van nog meer macht zou voorzien.

Als
het niet zo triest was, zou je erom moeten lachen. Erdogan maakte van
zichzelf (en de AKP) een karikatuur met één van Turkije’s minst
populaire voorstellen in de campagne. En het mobiliseerde. Meer dan
84 percent van de bevolking ging stemmen.

De
verkiezing leek wel een referendum over de positie van Erdogan. Hij
werd door de Turkse kiezer afgestraft. En zijn AKP zit zonder absolute meerderheid in
het parlement. Meteen lijkt het einde van Erdogans tijdperk
ingezet.

Noten

[1]
In de voorgaande weken kondigde de anonieme klokkenluider en
twitteraar ‘Fuat Avni’ (een bron dicht bij Erdogan die in het
verleden reeds vaker juiste informatie lekte) aan dat Erdogan een
team van 3000 man klaar had staan om de verkiezingsfraude in goede
banen te leiden. Hij voegde daaraan toe dat hij, indien AKP niet op zijn
passen zou terugkomen, de lijst met namen bekend zou maken.
Enkele dagen voor de verkiezingen kwam de lijst er, met naam,
toenaam, functie en toegekend stemlokaal van alle mensen in het team.
Door de fraude bij de voorgaande presidentiële
en lokale verkiezingen, waren de oppositiepartijen reeds erg op hun hoede.
De berichten van Fuat Avni leidden vorig week dan ook tot een lichte
vorm van paniek over mogelijke grootschalige fraude. Toen op de dag
van de verkiezingen verschillende wagens zonder nummerplaat werden
gesignaleerd – aan de voordeur van stemlokalen in verschillende
steden – werd de spanning om te snijden. Uiteindelijk verliepen de
verkiezingen relatief goed. Er waren enkel grote onregelmatigheden in
een stembureau in Urfa en in Ankara’s centraal stembureau. Eén man
werd ook betrapt op meermaals stemmen. Maar over het algemeen zijn
de verkiezingen goed verlopen. Temeer dankzij de waakzaamheid van de
partijen en de burgerbeweging Oy ve Ötesi (Stem en Verder) die maar
liefst 30.000 vrijwilligers op de been bracht om de verkiezingen te
observeren.

[2] Bron: CNN Turkije

[3]
Mijn analyse per provincie zal dit verder in detail bekijken. Binnen
enkele dagen zouden we alle details moeten hebben.

[4] Via: Orhan Agirdag.

[5]
Grote corruptiezaken waarbij verschillende regeringsleden van de AKP
en – naar men vermoed – Erdogan zelf bij betrokken waren. En als gevolg
waarvan verschillende hoge AKP-functionarissen moesten opstappen.

[6]
MHP (in het Turks: Milliyetçi Hareket Partisi) is een
rechts-nationalistische, islamistische, Soenni-gekleurde politieke
partij. In het Westen staat de MHP bekend als een Turkse
extreemrechtse of fascistische partij. De aanhangers van het
gedachtegoed van de MHP worden veelal ‘Grijze Wolven’ (Turks:
bozkurtlar) of de ‘Idealisten’ (Turks: ülkücüler) genoemd. De
Grijze Wolven en de Idealisten worden ook wel als losstaande
ultranationalistische bewegingen gezien, die met de MHP in het Turks
politiek bestel zijn geïnstitutionaliseerd of eraan gelieerd zijn.

[7]
Daarmee geraakte SAADET natuurlijk niet verkozen, wegens de Turkse
kiesdrempel van 10 percent. De
verschuiving van de stemmen in het Westen en de grote steden van AKP
naar HDP en MHP (in kleinere maten) kan zo worden verklaard.

[8]
Zo werd toegestaan om op universiteiten in het Koerdisch te
onderwijzen. Dorpen mogen de oorspronkelijke Koerdische naam naast de
Turkse naam hanteren. Er is een staatszender die 24 uur in het
Koerdisch uitzendt. Commerciële tv en radiozenders mogen
verschillende uren per dag in het Koerdisch uitzenden, enzovoort.

[9]
Het vijfde slachtoffer stierf op 8 juni aan zijn verwondingen,
vijf dagen na de aanslag in Diyarbakir. Hij was zeventien jaar oud. HDP
annuleerde alle geplande festiviteiten in Istanbul en Van.

take down
the paywall
steun ons nu!