Bea Cantillon: “We zijn er niet in geslaagd de onderkant van de samenleving op te tillen”
Interview -

Bea Cantillon: “We zijn er niet in geslaagd de onderkant van de samenleving op te tillen”

Al 40 jaar bestudeert en analyseert professor Bea Cantillon aan het Antwerpse Centrum voor Sociaal Beleid de armoedestatistieken. Over die voorbije periode heeft ze nu een interessant boek geschreven: “De staat van de welvaartsstaat”. Het is, helaas, geen goednieuwsboek. Het beste nieuws is dat de armoede in de behandelde periode niet is gestegen. “De strijd tegen armoede heeft vaak op de politieke agenda gestaan. Er zijn ambitieuze doelstellingen geformuleerd. Maar die hebben we nooit gehaald”, legt Cantillon uit.

woensdag 12 oktober 2016 13:57
Spread the love

Ons Recht: Om meteen met de deur in huis te vallen: hoe is het gesteld met onze welvaartsstaat?

Bea Cantillon: “In de afgelopen 40 jaar zijn de sociale uitgaven niet verminderd. Integendeel. Ondanks de opeenvolgende besparingsrondes zijn de sociale uitgaven steeds groter geworden. In dezelfde periode is ook de tewerkstelling sterk gegroeid. Er zijn nog nooit zoveel mensen aan de slag geweest als nu. Ook de scholingsgraad is flink verbeterd. Maar desondanks is de armoede niet afgenomen. We zijn er niet in geslaagd de onderkant van de maatschappij op te tillen. Voor langdurig werklozen, werkloze gezinnen en laaggeschoolden neemt het armoederisico zelfs nog toe.”

Ons Recht: Hoe komt dat?

Cantillon: “Dat heeft veel te maken met de veranderingen in de welvaartsstaat. Vroeger was de welvaartsstaat er vooral om de economie te corrigeren voor wie uit de boot viel. Het was een soort ‘morele economie’, afgestemd op de noden van mensen die door de mazen van het net dreigden te glippen. In ruil voor sociale vrede werden akkoorden gesloten over sociale uitkeringen. De welvaartsstaat was een win-win voor alle betrokkenen.”

“Maar steeds meer heeft ook ‘de markt’ de welvaartsstaat nodig. Omdat de nieuwe economie nood had aan hooggeschoolde vrouwen, zorgde de welvaartsstaat voor kinderopvang, systemen om werk en gezin beter te kunnen combineren, opleidingen. De overheid schoot de economie ter hulp via de welvaartsstaat. Het sociaal beleid werd steeds meer opgevat om de markt te ondersteunen. Levenslang leren is nog zo’n voorbeeld. De markt schoof die taak door naar de overheid.”

“Aan de onderkant van de samenleving is de tegenstelling tussen markt en overheid tegelijkertijd toegenomen. Omdat laaggeschoolde arbeid voor de markt niet meer noodzakelijk is, is het nog moeilijk om daar een win-win in te vinden en sociale akkoorden over af te sluiten. En dus is de sociale bescherming verminderd. De werkloosheidsverzekering is nauwelijks nog een verzekering. Het is afgegleden naar het niveau van bijstand. Beschamend laag. De welvaartsstaat zorgt niet meer voor de groep die ‘overbodig’ is voor de markt. Vroeger konden langdurig werklozen terugvallen op een redelijk genereuze sociale zekerheid. Nu worden ze vooral lastig gevallen met sancties en controles.”

Gesubsidieerde jobs

Ons Recht: Volgens sommige politieke partijen is dat ‘een goede manier’ om langdurig werklozen ‘aan te porren’ en te ‘activeren’?

Cantillon: “Alles staat of valt met de beschikbare jobs. Er is een structureel tekort aan jobs voor laaggeschoolden. Al 40 jaar stagneert de tewerkstellingsgraad bij laaggeschoolden min of meer op 40 procent. Het aantal laaggeschoolden is gedaald, maar het aantal jobs voor die doelgroep ook. Meer jobs zijn er niet. Dus moeten we laaggeschoolden niet verwijten dat ze geen werk vinden, maar jobs creëren. De economie heeft steeds minder nood aan laaggeschoolden. Jobs zullen dus niet automatisch door ‘de markt’ worden gecreëerd. Het enige alternatief is gesubsidieerde tewerkstelling. En ja, dat kost geld. Daar moeten we niet flauw over doen. Om laaggeschoolden aan het werk te krijgen is geld nodig, veel geld. Of je dan best jobs subsidieert via een algemene werkbonus of via meer doelgroepgerichte sociale economieprojecten of dienstencheques, is voor mij nog een open vraag. Maar subsidiëring zal alleszins nodig zijn.”

Overheid creëert ook welvaart

Ons Recht: Dat staat haaks op het discours van sommigen die vinden dat de overheid minder moet doen en nog meer moet besparen. De overheid kost te veel, beweert de rechterzijde van de politiek.

Cantillon: “De stelling dat alleen de privésector welvaart creëert en dat de overheid louter een ‘kostenpost’ is waarop bespaard moet worden, klopt niet. De overheid creëert wel degelijk welvaart. Zonder de inbreng van de overheid kan de ‘nieuwe economie’ niet bestaan. Denk maar aan wat ik al zei over kinderopvang en opleidingen. Maar we praten ook bijvoorbeeld over technologische innovatie. Die is voor de economie een bron van rijkdom. Maar ze wordt voor een groot stuk gefinancierd door de overheid.”

“Mijn collega Mariana Mazzucato onderzocht de ontstaansgeschiedenis van de iPhone en kwam tot de conclusie dat die voor het grootste deel werd ontwikkeld dankzij wetenschappelijk onderzoek aan Amerikaanse universiteiten. Dus betaald door de overheid en de belastingbetaler. Maar de winsten gaan wel naar Apple. Ook in ons land financiert de overheid veel wetenschappelijk onderzoek dat achteraf door privébedrijven wordt gebruikt. De winsten worden dus geprivatiseerd, terwijl de kosten en risico’s collectief door de samenleving worden gedragen.”

Sociale zekerheid

Ons Recht: Doet de overheid te weinig voor de onderkant van de samenleving?

Cantillon: “Ja. Er worden uiteraard inspanningen gedaan, maar die komen niet altijd ten goede aan wie ze het meest nodig heeft. De sociale bescherming van kwetsbare groepen is verminderd. We snijden in de werkloosheidsuitkeringen en duwen langdurig werklozen de facto in de bijstand. Het verhaal dat ‘mensen de kansen moeten grijpen die ze krijgen’, gaat niet altijd op. Er is een groep die te weinig kansen krijgt of die gewoon niet in staat is om ze te grijpen. Het beleid is daar niet mee bezig. Want het loont niet wanneer er verkiezingen zijn. Het gaat om een te kleine doelgroep. Het is de taak van de sociale organisaties om voor deze mensen te blijven opkomen. Gelukkig zie ik dat die tegenbeweging opnieuw meer op het voorplan treedt. Een organisatie als Hart Boven Hard, bijvoorbeeld. Het is belangrijk dat de vakbonden die tegenbewegingen steunen en sterker maken.”

Ons Recht: Ondertussen is de regering nog altijd op zoek naar besparingen in de sociale zekerheid. Is daar nog ‘marge’ voor?

Cantillon: “Alleen in de gezondheidszorg is er volgens mij nog ruimte. Maar niet meer in de uitkeringen voor ziekte en werkloosheid, niet in de kinderbijslagen – behalve dan misschien in die voor de hogere middenklasse, maar daar raakt de politiek liever niet aan. In de pensioenen kan hooguit de groei van de uitgaven worden afgeremd door mensen langer te laten werken. Maar dan moeten er natuurlijk wel jobs zijn voor al die oudere werknemers. En dat is op dit moment niet het geval. En zelfs dan is langer werken niet voor iedereen haalbaar. Niet iedereen houdt het zo lang vol, om tal van redenen.”

Ons Recht: Er blijkt ook een probleem met het draagvlak voor de sociale zekerheid. Meer bemiddelde groepen uit de samenleving hebben het gevoel dat het systeem hen alleen maar geld kost, maar niks opbrengt.

Bea Cantillon: “Ze vergissen zich. Iedereen haalt meer uit de sociale zekerheid dan wat hij of zij erin steekt. Je mag niet vergeten dat er bovenop de sociale bijdragen die we allemaal betalen nog een overheidstoelage is van 40 procent. De sociale zekerheid geeft dus meer terug dan erin wordt gestopt.”
Vakbonden en ziekenfondsen

Ons Recht: Een deel van de politiek wil niet alleen snijden in de uitkeringen, maar ook in de administratiekosten voor de sociale zekerheid. Lees: de vakbonden en ziekenfondsen uitschakelen als uitbetalingsinstelling.

Cantillon: “Dat is een idee dat keer op keer de kop opsteekt, maar even vaak weer in de schuif verdwijnt. Omdat het een non-issue is. De reglementering is zo complex dat de uitbetaling onmogelijk is op een superefficiënte gecentraliseerde manier. Er zullen altijd loketten nodig zijn die mensen helpen om de weg te vinden in die complexe regels. Als de vakbonden dat niet meer doen, zullen ze de hulpkassen stevig moeten uitbreiden. En of die daar klaar voor zijn? We hebben hetzelfde gezien bij de overheveling van de kinderbijslagen van het federale niveau naar het Vlaams gewest. Ook dat zou volgens de voorstanders efficiënter en goedkoper zijn. Maar nu zijn ze toch vooral blij dat de compensatiekassen er nog zijn en willen ze niet te veel aan dat uitbetalingssysteem veranderen.”

Jan Deceunynck

Het nieuwe boek van Bea Cantillon, ‘De staat van de Welvaartsstaat’, ligt weldra in de boekenwinkel. Het is uitgegeven bij Acco.

Dit verhaal verscheen in het vakbondsblad Ons Recht van oktober 2016. Ons Recht is het ledenblad van de vakbond LBC-NVK, onderdeel van het ACV. Ontdek meer over de LBC-NVK op www.lbc-nvk.be en via www.facebook.com/vakbondlbcnvk 

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!