Volgens BBTK is goed beschermingsmateriaal tegen het coronavirus essentieel. Zowel voor de bewoners van woonzorgcentra als voor de werknemers. “De sector kreunt zo al onder een personeelstekort. Niemand wilt dat er nog meer uitval is of dat er bewoners besmet geraken. De maatregel om een FFP2-masker gedurende de hele aanwezigheid te moeten dragen is echter onhoudbaar en onnodig. Deze gaat zelfs verder dan de richtlijnen in de ziekenhuizen waar het beschermingsmateriaal uit mag om pauze te nemen”, aldus BBTK.
De meeste werknemers zijn namelijk tussen de 6 en de 11 uren aanwezig in het woonzorgcentrum. Voor BBTK is het absoluut noodzakelijk dat de FFP2- maskers om de 4u kunnen ververst worden. Ze is van oordeel dat de maatregel disproportioneel streng en zo goed als onmogelijk toe te passen is in de praktijk. De regels moeten aangepast worden zodat de verplichting enkel geldt voor handelingen en periodes waarbij er contact is met bewoners. Er moeten momenten zijn waarbij het dragen van een chirurgisch mondmasker voldoende is, klinkt het.
Voor het welzijn van het personeel is het volgens BBTK nodig dat: Er extra en voldoende rustpauzes voorzien worden bovenop de huidige, dat de maskers gratis zijn en dat er om de 4u een vers FFP2-masker wordt voorzien.
BBTK wijst erop dat in de industrie veelal premies worden uitbetaald aan werknemers die de last van het dragen van FFP2-masker ondervinden. Hier is die extra geldelijke vergoeding er niet en kan je die extra inspanning van het zorgpersoneel dan ook niet eisen.
Federaal secretaris Johan Van Eeghem van BBTK: “Het personeel van de woonzorgcentra staat sinds het begin van de coronacrisis in de frontlinie. Eerst zonder het nodige beschermingsmateriaal, met alle gevolgen van dien. Nu moeten ze een strengere richtlijn toepassen dan in de ziekenhuizen. Het welzijn van het personeel maar ook de bewoners is onze prioriteit. We willen uitbraken uiteraard zo veel mogelijk vermijden. Maar wanneer er tegelijk geopperd wordt dat besmette werknemers zouden kunnen werken op een niet-COVID afdeling, dan zijn dergelijke maatregelen om zogezegd de zwakkeren te beschermen buiten alle proportie. Je kan van een werknemer niet het onmogelijke eisen.”