De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Barbara Yelin, vedette van de striproman, op bezoek

Barbara Yelin, vedette van de striproman, op bezoek

vrijdag 25 november 2016 14:24
Spread the love

Een interessante vondst was het zeker, maar striptekenares Barbara Yelin (München, 1977) had aanvankelijk geen enkele intentie iets te gaan doen met de doos vol brieven, kaarten, documenten en sporadische foto’s van haar oma. Een slordige tien jaar geleden stuitte ze er bij toeval op bij haar moeder thuis. In eerste instantie was het ook niet de meest opwindende vondst, licht Yelin toe vanuit een leunstoel op het kelderpodium. Schrijver en literatuurcriticus Matthijs de Ridder, in de rol van interviewer naast haar gezeteld, knikt herkennend. Pas bij integrale lezing van haar grootmoeders correspondenties begonnen zich verhalen af te tekenen. Zeer fragmentarische verhalen nog altijd, maar Yelins nieuwsgierigheid was definitief geprikkeld. Haar oma was namelijk altijd zwijgzaam geweest over haar verleden. Op haar achttiende had ze haar desalniettemin eens durven vragen hoe ze wijlen haar man had ontmoet. “Nee, daar wil ik niet over praten,” was het even uitdrukkelijke als onbehouwen antwoord geweest. Een poging van de Ridder om de retrospectieve geslotenheid van haar grootmoeder in een breder Duits kader te plaatsen, als iets wat de generatie van jongvolwassenen in de Tweede Wereldoorlog typeerde, strandt in Yelins verlangen om het eerste beetje beeld niet te lang op zich te laten wachten.

Onterecht is dat niet: Irmina, de graphic novel die Barbara Yelin uiteindelijk met enige literaire vrijheid op de geschiedenis van haar oma baseerde, is alleen beeldend al een huzarenstukje. Met dezelfde toewijding en nauwkeurigheid waarmee de striptekenares haar grootmoeders geschiedenis reconstrueerde, heeft ze de visueel-historische details uit het interbellum en de oorlog bestudeerd. Gecombineerd met sterke dialogen en een feilloze stijl, waarin duisternis, frivoliteit en leegte een prominente rol vervullen, heeft dit tot een eindresultaat geleid dat critici internationaal verbluft heeft. Niet voor niets ontving Yelin dit jaar de Max- und Moritz-prijs, de meest prestigieuze stripprijs van Duitsland, en is Irmina al meermaals vertaald. Naast deze Nederlandstalige vertaling zijn er onlangs een Engelse en Franse uitgave verschenen. Een Italiaanse staat op stapel.

Dat haar oma, die overigens geen ‘Irmina’ heette, voor de oorlog een half jaar in Londen had gewoond en daar verliefd was geworden op een donkere student, was één van de weinige dingen die Yelin eerder al over haar verleden wist. “Dat was een soort familielegende.” Het was dan ook iets bijzonders, dat een jongedame van modale komaf een secretaresseopleiding in het buitenland ging volgen, draagt de Ridder aan. Opnieuw toont Yelin weinig belangstelling voor zijn sociologische extrapolering en opteert ervoor een karakterschets van het semi-biografische personage Irmina te geven, binnen dier vroege geschiedenis. Ze was negentien, naïef en ontnuchterd over dat ze geen kapitein in het leger bleek te kunnen worden omwille van haar sekse. Ze verlangde naar zelfstandigheid en was avontuurlijk, wat haar naar Engeland bracht, en vooral met zichzelf bezig. Desondanks bezat ze een zeker oppervlakkig plichtsbewustzijn. Bespiegelend en politiek bewust was ze geenszins. Ze trok de verwachtingen die in het steeds conservatiever wordende fascistische Duitsland opspeelden, dientengevolge niet in twijfel en wou er uiteindelijk zelfs aan voldoen.

Met haar lichtzinnigheid en zelfcentrisme is Irmina een krachtig zinnebeeld voor de gewone Duitser die figureerde in het nazisme, zonder het in vraag te stellen of er waarlijk in te geloven. Vandaar dat leegte als abstract motief zo sterk vertegenwoordigd is in Irmina. Uit individuele, geestelijke leegte kan morele leegte voortvloeien, hoe bedrijvig alles van buitenaf ook kan lijken. Uit frivoliteit kan duisternis geboren worden, zo toont de zeer ambivalente spiegeling op de kaftafbeelding vanIrmina direct aan. Naarmate het gesprek tussen de Ridder en Yelin vordert, gaat die laatste iets meer mee in de historisch-maatschappelijke duiding van de interviewer. Ze heeft vooral niet willen oordelen, blijkt. Vandaar dat een verteller volledig ontbreekt in de graphic novel. Het is een confronterend werk geworden, waarin de hoofdpersoon ook niet in bescherming genomen wordt. Irmina zwijgt net zo goed wanneer de vrouw van de in de Kristallnacht uit zijn bed gelichte Joodse winkelier van tegenover haar vernederd wordt door onder dwang en op haar knieën de scherven van de geplunderde winkel van de stoep te vegen. Sterker nog: Irmina is dan al getrouwd met een SS’er. Haar man Gregor probeert fanatiek en opportunistisch carrière te maken als architect van naziprojecten. Toen ze hem ontmoette, werkte ze als secretaresse op het Ministerie van Oorlog in Berlijn.

Het contrast met haar periode in Engeland is gigantisch, poneert de Ridder. Waar haar naïviteit daar tot non-conformisme en een open geest leidde, plaatst het haar terug in Duitsland aan de verkeerde kant van de geschiedenis. Yelin benadrukt de eenzaamheid van Irmina in Londen, hoezeer ze daar een buitenstaander bleef. Dat, eerder dan haar vatbaarheid voor nazipropaganda, deed haar besluiten terug te keren naar haar vaderland. Ook al zou dat al haar ambities fnuiken: Duitse vrouwen mochten inmiddels niet meer studeren en na haar huwelijk zou ze verplicht thuis moeten blijven. In het stapsgewijze ontvouwen van de eerste helft van haar striproman, onmiskenbaar op instigatie van Yelin, komt Irmina’s ambiguïteit telkens weer naar voren. Ze is een ambitieuze, vrijheidslievende, praktische jonge vrouw, maar ondersteunt een realiteit die dat alles onmogelijk maakt. In 1937 schrijft ze Howard, de Barbadiaanse rechtenstudent aan Oxford, nog altijd af en toe. Ze was zelfs bij het Ministerie van Oorlog gaan werken in de hoop dat ze via die weg nog eens naar Engeland terug zou kunnen. Uiteindelijk bemachtigt ze daadwerkelijk een ticket naar Engeland. Een ticket dat ze op het laatste moment onbenut besluit te laten. In plaats van terug te gaan om haar eigen toekomst vorm te geven, trouwt ze een nazi. Yelin noemt dit ticket derhalve hét symbool van opgegeven dromen ten faveure van de verwachtingen van het collectief en zelfgerichte lichtvaardigheid. De liberale droom, neergesabeld door het fascisme, repliceer ik in gedachten.

Waar het beeld van de jonge vrouw die haar zelfontplooiing offert op de altaren van het Derde Rijk en de opportunistische ambitie van haar man wellicht nog enigszins afgezaagd kan overkomen, is de –letterlijke- schetsing van de tijdsgeest hetgeen dat Irmina tot zo’n voltreffer maakt. Gepassioneerd verkondigt Yelin dat de double spreads haar artistiek het meest bevredigden. De tweepaginaprenten die ze het publiek toont, zijn dan ook bijzonder indrukwekkend. Ze tonen een ontzielde leegte, een irrationele kalmte te midden van verwoesting en duisternis. Denken doet ze al schetsend, laat de literaire tekenares zich tegen het einde nog ontvallen. De hele graphic novel is dan ook met het potlood in de hand ontstaan. Na het potlood volgen kleuren, acryl en eventueel andere materialen, wat zeker bij de donkere prenten resulteert in een intrigerende diepte. Yelin blijkt heel de striproman driemaal volledig in storyboardvorm geschetst te hebben. Tijdens het schrijven en tekenen bleef het verhaal zich ontwikkelen. Deze meta-artistieke informatie was verademend na de lichtelijk droge, chronologische recapitulering van het eerste deel van Irmina, waarbij Yelin bovendien weinig ontvankelijk bleek voor de boeiende generaliserende zijweggetjes van Matthijs de Ridder. Maar zeker wanneer je bedenkt dat ze al een lange publiciteitstour in Duitsland achter de rug heeft, blijftIrmina met gemak overeind. En snap je als toeschouwer achteraf moeiteloos waarom Yelin op de achterkant van de Nederlandstalige uitgave ‘één van de grootste stripkunstenaars van haar generatie’ wordt genoemd.

De avond werd georganiseerd in samenwerking met het Goethe-Institut Brüssel en uitgeverij Soul Food Comics.

Door Sjaak Oostenrijk, stagiair Taal- en letterkunde Nederlands (UAntwerpen)

take down
the paywall
steun ons nu!