Armste Landen willen minihandelsakkoord
Verslag, Nieuws, Wereld, Armste landen -

Armste Landen willen minihandelsakkoord

Een wereldwijd akkoord over de verdere liberalisering van de wereldhandel laat waarschijnlijk nog lang op zich wachten, maar misschien is er een miniakkoord mogelijk waarvan de armste landen kunnen profiteren. De staatshoofden en regeringsleiders van die landen maken zich daarvoor sterk op de Top van de Minst Ontwikkelde Landen in Istanboel.

woensdag 11 mei 2011 23:29
Spread the love

“Het is van de opties waarover we discussiëren”, zegt Valentine Rugwabiza, adjunct-directeur-generaal van de Wereldhandelsorganisatie (WTO). “Er is veel frustratie over hoe lang de onderhandelingen al aanslepen”, zegt Rugwabiza, die zelf uit Rwanda komt, een van de 48 Minst Ontwikkelde Landen. De zogenoemde Doharonde begon in november 2001, maar door grote meningsverschillen tussen de rijke landen en de ontwikkelingslanden liggen de discussies al enkele jaren zo goed als stil. Als de ronde dit jaar niet kan worden besloten, dan moeten we toch ten minste resultaten zien voor de Minst Ontwikkelde Landen, redeneren de leiders van die landen volgens Rugwabiza. Ze proberen toezeggingen in die zin los te krijgen in Istanboel.

Eén van de argumenten van de armste landen is dat zij niet verantwoordelijk zijn voor de impasse, zegt Rugwabiza. Als er door een gebrek aan eensgezindheid onder de andere, grotere actoren dit jaar geen akkoord kan worden bereikt, kunnen we het ons niet veroorloven tot in het oneindige te wachten, klinkt het. Het tijdverlies kost de armste landen immers relatief gezien veel meer. De armste landen nemen nauwelijks deel aan de wereldhandel, en veel experts zeggen dat hun welvaart alleen kan stijgen als daar verandering in komt. Bij het begin van de Doharonde werd bovendien afgesproken dat er bij de onderhandelingen bijzondere aandacht zou worden besteed aan de belangen van de ontwikkelingslanden.

Volgens Rugwabiza leggen de Minst Ontwikkelde Landen er de nadruk op dat ze een mondiaal handelsakkoord willen – regionale akkoorden of afspraken met aparte landen vormen voor hen geen alternatief. “Een aantal presidenten is daar heel duidelijk over. Ze willen de multilaterale onderhandelingen niet verlaten.”

Dreigement

Er hangt ook een onuitgesproken dreigement in de lucht. “Iedereen heeft er belang bij dat de Minst-Ontwikkelde Landen zich blijven engageren voor het handelssysteem”, zegt Rugwabiza. “Hun inbreng en engagement zijn erg nuttig geweest, ze hebben op een heel constructieve manier bijgedragen, ze hebben een aantal voorstellen gedaan die nu deel uitmaken van de Ontwikkelingsagenda van Doha: met betrekking tot katoen bijvoorbeeld, of over meer flexibele en eenvoudigere oorsprongsregels.”

Maar nu zeggen de leiders van de Minst Ontwikkelde Landen duidelijk dat ze er genoeg van hebben. “Ze hebben tot hiertoe in een moeilijke omgeving moeten werken”, zegt Rugwabiza, “waar nog altijd een aantal hinderpalen zijn die beletten dat ze toegevoegde waarde kunnen creëren, waar ze nog altijd geconfronteerd worden met piekheffingen, tariefescalatie en subsidies en waar de voorspelbaarheid nog altijd te gering is.”

WTO-voorzitter Pascal Lamay heeft in Instanbul al ettelijke uren vergaderd met leiders van de Minst-Ontwikkelde Landen, al maakt de top formeel geen deel uit van het onderhandelingsproces.

take down
the paywall
steun ons nu!