Vorige maandag en dinsdag werden Buenos Aires en La Plata getroffen door hevige regenval. In Buenos Aires vielen 6 doden, in La Plata, op 50 kilometer van de hoofdstad, minstens 51. Heel wat straten in La Plata waren op slag in rivieren veranderd, getroffenen hadden het over een tsunami-effect; in sommige wijken kwam het water 2 meter hoog.

Sinds 1999, toen overstromingen vaker begonnen voor te komen, heeft Argentinië een Federaal Systeem voor Noodsituaties (Sifem). Maar na vijf jaar bleken nog heel wat zaken niet te werken, waarschuwden experts, en “vandaag is dat nog steeds de trieste realiteit”, zegt geologe Ruth Zagalsky van de Universiteit van Buenos Aires.

Geen preventie

Bij de oprichting van het Sifem werd wel samengewerkt met de Amerikaanse overheid, die een gelijkaardig noodagentschap heeft, maar nadien werden geen actieplannen opgesteld, behalve voor bosbranden, waar het systeem zeer goed werkt, zegt Zagalsky.

“Het belangrijkste in een plan is preventie, en die ontbreekt”, zegt ze. Ze merkt ook een groot “gebrek aan algemene coördinatie” tussen de verschillende overheden.

De regen vorige week viel op feestdagen. Veel eerstelijnsambtenaren waren met vakantie. De crisisteams reageerden te laat.

Regen was aangekondigd

Silvia Gómez van de Nationale Meteorologische Dienst zegt dat op 27 maart al “hevige regens” waren aangekondigd in Buenos Aires en in het centrum en noorden van de aangrenzende provincie. “Onze rapporten gaan naar heel wat instanties en we hebben gezegd dat men zich moest voorbereiden want er zou een aanzienlijke hoeveelheid regen vallen.”

De slachtoffers in La Plata vorige week vertelden dat ze niet wisten wat ze moesten doen toen het water hun huizen binnenkwam. Drie dagen na de ramp doolden velen nog rond in evacuatiecentra waar geen verantwoordelijken waren.

Stads- en provinciebestuur wijzen op het “onuitgegeven” karakter van de regen.