De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Antwoord op Dirk Van Duppen

Dirk van Duppen (dvd) heeft in DWM een antwoord gepubliceerd op de acht kritieken op het boek ‘De Supersamenwerker’ die ik in het Eric Goeman debat tijdens de Gentse Feesten had geformuleerd. Het is niet mijn gewoonte in de pers terug te komen op een fair publiek debat, maar als men het mij opdringt, dan moet het maar.

woensdag 26 juli 2017 17:04
Spread the love

Eén. Dirk Van Duppen beweerde dat Dawkins in ‘God is een misvatting’ niet verwijst naar Darwin’s ‘The Descent of Men’. Dat is inderdaad juist, maar Dawkins verwijst wel naar ‘The Descent of Man…” (de juiste titel van het boek). Zoals ik later heb meegedeeld stond de verwijzing op blz. 171 en niet 117. Hij heeft dat nadien toegegeven, maar intussen moest wel op mijn ‘hoge leeftijd’ (en dus een zekere warhoofdigheid?) gewezen worden. Ik heb echter alleen ter zitting (na vier uur debat) een dyslectische leesfout gemaakt.

In hun ongenoegen over het feit dat Dawkins volgens hen niet naar “The Descent of Man” verwees, vonden dvd en jh (Johan Hoebeke) het zeer erg dat deze verwijzing niet in zijn bibliografie was opgenomen: “Iedere student die zulke flater begaat wordt hiervoor gebuisd.” Vooreerst is het ‘zulke flaters’ of ‘zo’n flater’. Maar met dergelijke denigrerende uitspraken moet men opletten. Bij dvd en jh staat geen enkele verwijzing in de bibliografie en evenmin in het personen- en zakenregister: hun boek heeft zoiets niet eens. Alle werken van Dawkins die ik ken, hebben een bibliografie en een register (of index). Dat een medewerker daarin één titel vergeet vind ik minder erg dan de totale afwezigheid van deze hulpmiddelen. Als je bij dvd en jh onder noot 69 de verwijzing vindt: Music G., dan moet je één voor één alle noten teruglezen tot noot 17, waar uiteindelijk de volledige verwijzing naar dit artikel staat. Dat moet je telkens opnieuw voor allerlei verwijzingen doen. Wie het de lezer zo moeilijk maakt, kan moeilijk op Dawkins kritiek uitoefenen: bij hem vind je alles onmiddellijk terug.

Als ze details zo belangrijk vinden, is het misschien nuttig hen nog op andere ‘detailfouten’ te wijzen. (“Missen is menselijk.”).

Dvd en jh schrijven op blz. 47 “…opium voor het volk.”. Dat is een foute allusie op Marx die heel veel gemaakt wordt. Marx schrijft: “Opium des Volkes” “van het volk”.

Blz 82-83 “…de afschaffing van de slavenhandel na de Amerikaanse burgeroorlog…”. Deze uitspraak zet de zaken op hun kop. Sinds 1809 was de import van slaven in de VS verboden. Meerdere andere landen verboden in de jaren daarna de slavenhandel. Vanaf 1845 werd een gedeelte van de Britse vloot ingezet om de slavenhandel te bestrijden. Pas in 1865 werd het 13th Amendment gestemd dat definitief de slavernij zelf in de VS afschafte. De Atlantische slavenhandel was dan al nagenoeg verdwenen.

Op blz. 103 staat: “112 miljoen km dat is bijna de afstand van de aarde tot de zon.” Die afstand is ca 150 miljoen km; ¾ daarvan is niet ‘bijna’. (Zij verwijten me wel – onder ‘twee’ – dat ik met ‘de laatste tijd’ verwees naar experimenten van ’61 en 71; dus moeten ze zelf ook nauwkeurig zijn.)

Blz. 108 “Hij (Galilei) was samen met Bacon ook de vader van het fysisch experimenteren.” Alleen Galilei was de ‘vader’ van de experimentele methode. Bacon heeft nooit een fysisch experiment uitgevoerd. Hij heeft enkele methodologische opmerkingen gemaakt, maar die hebben geen invloed gehad op het ontstaan van de experimenten zelf.

Blz. 146 “…de taal van het hart, dat, zoals we in het neurologisch hoofdstuk al beschreven, de zetel is van de emoties.” Dat is een middeleeuwse opvatting die sinds Harvey (1628) volkomen achterhaald is.

-De foute opvatting dat ‘struggle for life’ niet in de eerste uitgaven van de ‘Origin of Species’ voorkomt, hoewel de titel van in het begin deze uitdrukking bevat, komt in dit boek voor op blz. 223, 277 en 281 (daar tweemaal). Dat bewijst dat dit geen toevallige fout is, maar het gevolg van een fundamenteel onbegrip over een kerngedachte van Darwin’s werk.

Twee. Dvd vermeldt twee experimenten van de drie die ik besproken had: ‘Stanford Prison’ en ‘Milgram’. Hij verwijst naar twee essays van Bregman. Hieruit blijkt een opvatting van dvd die herhaalde malen voorkomt: zodra hij een artikel of boek vindt waarin een bepaalde stelling wordt betwist, denkt hij dat de zaak daarmee beslecht is. Dat is echter alleen zo als er een consensus ontstaan is. Ik zal aantonen dat voor veel artikels die dvd en jh bespreken, deze consensus ontbreekt.
Vooreerst, als Bregman inderdaad beweert dat die twee experimenten voorbeelden zijn van pseudowetenschap, dan moet hij (en dvd) dringend leren wat pseudowetenschap is. Pseudowetenschappen brengen beweringen naar voren, waarover een algemeen aanvaarde wetenschappelijke consensus bestaat dat ze onmogelijk waar kunnen zijn: bv. astrologische uitspraken, het bestaan van een perpetuum mobile of van Poltergeisten, of een steen die zonder ondersteuning in de lucht blijft hangen, enz.
Men kan kritiek uitoefenen op ‘Stanford’ en ‘Milgram’, waardoor de geldigheid van de conclusies geheel of gedeeltelijk in het gedrang kan komen. Daardoor wordt hun betrouwbaarheid eventueel enigszins aangetast, toch blijven ze ‘wetenschappelijke experimenten’. Iedereen weet dat er kritiek is uitgeoefend op deze experimenten, maar hun betekenis binnen de sociale psychologie is toch definitief verworven. Dat geldt ook voor het ‘bruine ogen, blauwe ogen’ experiment (Jane Elliott). Het blijft merkwaardig dat deze drie experimenten, zelfs als men de geldigheid ervan enigszins reduceert, tot het volgende laten besluiten: het zogezegd normale ethische gedrag, vooral inzake samenwerking, kan door omstandigheden in het tegendeel van solidariteit omslaan. Het historisch vastgestelde concentratiekamp- en Abu Graibgedrag toonde reeds aan dat deze afwijkingen zich op grote schaal kunnen voordoen.
De enorme feitelijke verspreiding van racisme bewijst dat het ‘ogenexperiment’ niets iets denkbeeldig is.
Wie wil nagaan of er inderdaad een consensus bestaat over de waardeloosheid van die experimenten, zal op het internet merken dat dit niet het geval is.
Overigens is er niet zoveel nodig om mensen een correct aanvoelen van immoraliteit te doen verliezen. Na de oktoberrevolutie zijn er van de jaren ’20 af geregeld getuigenissen geweest van de wreedaardigheid van het Sovjet-systeem en vooral over het bewind van Stalin kon men zich behoorlijk informeren. Toch hebben de westerse kommunisten (en hun ‘compagnons de route’ zoals Sartre) gewacht op het 20ste partijcongres van de Sovjets (1956) vooraleer zij de misdaden van Stalin erkenden. Ludo Martens is zelfs daartoe nooit gekomen.
Persoonlijk heb ik het volgende meegemaakt. Toen in april 1975 de Rode Khmers Pnom Peng veroverden, heb ik met enkele vrienden een fles champagne ontkurkt. Twee weken later wist ik al welk een mateloze vergissing dat was: heel de stad was immers, inclusief de zieken, ontruimd. Ik begreep toen dat dit op de ‘killing fields’ kon uitlopen. Mijn maoïstische vrienden wisten het in 1978 nog altijd niet! Door ideologisch vooroordeel kan men dus blind zijn voor afschuwelijke misdaden. ‘Milgram’ hebben we daar niet eens voor nodig. Wie een echt degelijk artikel wil lezen over de kritieken op ‘Milgram’, zie Gie van den Berghe in DWM: 02/10/2014. Wat betreft het ‘Stanford’ experiment: de gezaghebbende neurofilosofe Patricia Churchland bespreekt het nog in 2014 in positieve zin.

Drie. Mijn bedoeling bij het verwijzen naar deze experimenten, was, aan te tonen dat de geïdealiseerde voorstelling van de mens als ‘supersamenwerker’ niet strookt met talloze feiten die bewijzen dat de mens een onnoemelijk wreed en vijandig wezen kan zijn en dat heel vaak geweest is.
Het spreekt vanzelf dat de mens gedurende talloze eeuwen in kleine groepen heeft geleefd. Samenwerking binnen deze groepen moet dus een biologische basis hebben. De solidariteit binnen ‘cosa nostra’ of kernen van al Qaeda en IS kan daar mooi door verklaard worden.
Behoorlijk wetenschappelijk onderzoek moet echter niet alleen dat samenwerkingsaspect verklaren, maar ook de talloze gedragingen die daar radikaal mee in strijd zijn.
Het is helemaal niet zo dat ik een ‘hobbesiaans’ mensbeeld zou hebben: ik heb gewoon geen eenzijdig mensbeeld: de mens is tot extreme solidariteit in staat maar ook tot extreme haat en brutaliteit en voor beide aspecten moet ergens een biologische basis aanwezig zijn.
Dvd ziet niet of wil niet zien dat onze neocortex ‘hard wired’ is om sociaal te zijn in kleine groepen, maar evenzeer om gruwelijk wreed te zijn tegenover out-groepen. De ‘Gulden regel’ wordt door dvd bewust in een bredere context geplaatst dan de oorspronkelijke: het ging in essentie om de houding tegenover de ‘naaste’ dwz. de nabije: familie, buurman, dorpsgenoot, volksgenoot. De formuleringen van de Gulden Regel in de islam bv. hebben betrekking op de eigen gelovigen. Slechts in de parabel van de ‘barmhartige Samaritaan’ (evangelie van Lucas) wordt het naastebegrip voor het eerst uitgebreid tot leden van een ander volk. De uitbreiding naar bredere groepen is dus geen gevolg van biologische aanleg, maar van culturele ontwikkeling.
De hersenen zijn ‘wired’ om kennis en cultuur te ontwikkelen en door te geven: dat sluit ook gevechtstechnieken, wapens en foltertuigen in. Het is kunstmatig alles wat op solidariteit wijst als oorspronkelijk te beschouwen en de rest als spijtige afwijking.
De ‘wetenschappelijke’ resultaten die dvd vermeldt, zijn vaak voorlopige conclusies van enkele geleerden, terwijl een consensus ontbreekt.

(a)Over de talrijke onderzoekingen inzake spiegelneuronen schrijft Patricia Churchland, de zeer deskundige en kritische neurofilosofe, na een grondige analyse, dat de resultaten geen eenvormig beeld laten zien, zodat definitieve uitspraken over de echte impact ervan nog niet mogelijk zijn. (2011). Een uitvoerig onderzoek op het internet laat dezelfde indruk na.

(b) Het zo positief besproken oxytocine speelt inderdaad een belangrijke rol in de relatie moeder-baby en andere vormen van ‘caring’.
Maar we blijven geen babies: van de puberteit af dringt, vooral bij mannen, testosteron zich op. De verhouding tussen testosteron en cortisol speelt een wezenlijke rol in de neiging tot agressie. Vanuit zijn vooropgezet mensbeeld is dvd over testosteron veel minder lyrisch. Het is echter eveneens des mensen.

(c) VEN neuronen worden in geen enkel werk van Churchland vermeld en dat geldt ook voor het standaardwerk over ‘cognitive neuroscience’ van Baars en Gage en dat van Bennett en Hacker. Definitieve resultaten zullen ook hier dus niet voorliggen.

(d) Op blz. 75 en 154 worden de termen ‘schuld’ en ‘schaamte’ dooreen gebruikt, alsof dit ongeveer hetzelfde was. In de antropologische literatuur bestaat echter een duidelijk onderscheid tussen ‘schaamte-‘ en ‘schuldculturen’. Voor een visie op ethiek is dat onderscheid van wezenlijk belang.

(e) Het toppunt van gebrek aan deskundigheid vinden we in de uitspraken over het God Instinct. Zoals in veel teksten wordt religie hier besproken vanuit een westers uitgangspunt. Alsof de gedachte aan één God, schepper van alles en basis van de moraal, universeel was. Religieuze basisfenomenen zoals taboe, rite, mythe, magie, mana, dodencultus, totem, voorouderverering, fetish, enz. moeten elk afzonderlijk bestudeerd worden en de evolutionaire achtergronden ervan eveneens. De relatie tussen religieuze fenomenen en moraal bestond in veel culturen helemaal niet. Ons monotheïsme is ontstaan rond Zarathoestra; de gedachte aan een beloning en straf in een hiernamaals eveneens. Het joodse monotheïsme is, mede onder Perzische invloed, rond de zesde-vijfde eeuw v.o.t. ontstaan, het joodse onsterfelijkheidsgeloof in de tweede eeuw v.o.t.. Het christelijke en islamitische onsterfelijkheidsgeloof vloeien voort uit het joodse. Alleen concreet historisch onderzoek (geen ‘evolutionaire psychologie’) kan hiervoor dus een verklaring bieden. (Terloops, Egypte is een uniek apart geval dat een eigen historische verklaring nodig heeft.)

Het zou mij te ver voeren stelselmatig ieder hier besproken artikel of boek op zijn definitieve betekenis te onderzoeken, m.a.w. de mate van consensus die erover bestaat. De afwezigheid van een index op dit boek maakt elk detailonderzoek tot een tijdrovende onderneming.

Vier.
In verband met de evolutionaire psychologie is het een nogal evidente vaststelling dat wezens die honderdduizenden jaren in kleine groepen geleefd hebben, de sociale vaardigheden hebben ontwikkeld die daarin noodzakelijk waren. Daaruit blijkt helemaal niet dat dit ook voor grote groepen, zonder face to face contacten nuttig is (het kan wel, maar we weten het niet vooraf).
Voor de paleoantropologie geldt hetzelfde.
Voor de evolutionaire dynamica idem.
De voorstellen van Ostrom zijn mooi, maar tot nu toe is niet gebleken dat de diverse commons zoals dampkring, bodem, waterlopen, zeeën, koraalriffen, tropische regenwouden…volgens die regels gestuurd worden.
Dat de mensvisie van het neoliberalisme achterhaald is, weten we al lang; wat precies de ideale verhouding is tussen gelijkheidsstreven enerzijds en competitie anderzijds, daar hebben voorlopig het raden naar.
Dat socio-economische ongelijkheid ziek maakt, is heel plausibel; maar dat volkomen gelijkheid ideaal zou zijn voor ontwikkeling van de geneeskunde en farmacie, is twijfelachtig. Ook hier hebben we de juiste balans nog niet gevonden.

Het spreekt vanzelf dat kennis van de feiten nuttig is voor het uitwerken van morele normen en waarden: zo kunnen we immers nagaan of bepaalde gedragingen negatieve gevolgen kunnen hebben voor het individueel en maatschappelijk welzijn. De feiten kunnen echter niet de grondslag voor de moraal bieden. Moraal is een socio-cultureel fenomeen. Maatschappijen vormen tijdens hun ontwikkeling de morele normen, op basis van wat in elke periode, naargelang van de omstandigheden, het welzijn bevordert of belemmert.
Onze biologische aanleg bv. drijft ons in de richting van het telkens weer ter wereld brengen van kinderen. Ons redelijk denken leert ons dat we die biologische aandrang beter niet volgen. We moeten onze biologische aanleg en culturele verworvenheden bestuderen om daarna uit te maken wat ervan waardevol blijft en wat we moeten afleren.

Vijf. Wat hierboven staat toont aan hoe relatief de impact van de uitspraken van dvd onder ‘vijf’ is.

Zes. Dat het werk van Darwin (volgens dvd) betrekking zou hebben op de struggle for life van soorten zoals de ‘mensensoort’, bewijst andermaal hoe fundamenteel fout zijn begrip van het darwinisme is. Het boek van Darwin is bedoeld om uit te leggen hoe soorten ontstaan. Door mutaties bij individuen van een soort krijgen die een reproductief voordeel. Hun nakomelingen kunnen zich zo nog sterker van de andere individuen onderscheiden, zodat uiteindelijk een nieuwe soort tot stand komt en de vroegere uitsterft. Men neemt aan dat meer dan 90% van de soorten die vroeger bestonden, verdwenen zijn: het is precies de struggle for life en survival of the fittest die ze heeft doen verdwijnen. Die ‘fittest’ zijn niet de soorten, maar individuen ervan en, bij diepere analyse, hun genen. Als soorten fittest zouden zijn, zouden ze blijven bestaan.

Zeven Het behoort tot het naïeve wereldbeeld van dvd dat alles wat fout loopt eigenlijk het gevolg is van het manipuleren van het groepsgevoel tot een wij-zij gevoel. Wie die manipulators zijn en hoe hun optreden en succes verklaard kan worden, blijft nogal duister.
Laten we één voor één enkele negatieve menselijke gedragingen onderzoeken.

a.infanticide. Het doden of te vondeling leggen van kinderen (met veelal de dood tot gevolg) was een van de meest universeel verspreide gebruiken in alle stadia van de menselijke geschiedenis. Op blz 53 schrijven dvd en jh: “…het rationele botst met een emotioneel gedreven moreel besef dat niet toestaat een baby te doden.” Als dat moreel besef zo sterk is, hoe kan men dan dit ruim verspreid gebruik verklaren? Het was heel frequent in het Romeinse Rijk (in de tweede eeuw verscheen reeds in de Didachè een christelijk verbod) in de koran staat een verbod van het levend begraven van kinderen wat bij sommige Arabische stammen gangbaar leek te zijn. China en India waren bekend voor dit gebruik, maar weinigen weten dat tot in de 19de eeuw in Frankrijk jaarlijks duizenden kinderen te vondeling werden gelegd. Wie was hier de manipulator?

b.kinderhuwelijken. Die komen niet alleen voor bij jagers-plukkers, maar ook bij ‘beschaafde volkeren’. Volgens de koran mag men een kind uithuwelijken dat nog niet geslachtsrijp is. Mohammed gaf het voorbeeld door met Aisha te huwen toen ze zes (of zeven) jaar was en dit fysiek te voltrekken toen ze negen jaar was. Waar was (is) de empathie van al die ouders die hun kind overleverden, soms aan mannen van zestig, zeventig jaar? Kunnen ze zich de schaamte en het fysiek lijden van die meisjes niet voorstellen? En wie heeft dat gemanipuleerd?

  1. kinderbesnijdenis. Vooral de besnijdenis van meisjes is een gruwelijk gebeuren dat geregeld op de dood uitloopt. Waar is de empathie van die moeders? Wie is hier de manipulator?
  2. kindermishandeling en -misbruik. Het is al te weinig bekend dat kinderen doorheen de geschiedenis op massale en brutale wijze mishandeld werden; ook nu nog zijn lijfstraffen slechts hier en daar uitgebannen. In de bijbel staat: “wie de roede spaart, haat zijn zoon” en althans dat voorschrift is op grote schaal nagevolgd. Tot op heden, geregeld met dodelijk afloop. Waar is de empathie van die moeders en vaders? Wie was de manipulator?

Blijkbaar was er doorheen de hele mensengeschiedenis een drastisch tekort aan oxytocine…

  1. eremoord. De ‘evolutionair verworven’ zorgrelatie binnen de kernfamilie houdt blijkbaar geen stand als de zogenaamde ‘eer’ in het gedrang komt. Probleemloos kan dan een vader of broer een meisje van het gezin vermoorden. Wie is hier de manipulator?
  2. verkrachting. Oorlogen en strooptochten zijn doorheen de geschiedenis bijna onlosmakelijk verbonden geweest met massale verkrachtingen van onschuldige vrouwen. Aangezien die geen gevaar betekenden voor de overwinnaars, had dit geen enkel rationeel nut. Men moest wel elke vorm van medelijden voor de schaamte en de pijn van de slachtoffers opzij zetten. En veel aansporing had men er niet voor nodig. Hoe weinig medegevoel een rol speelde blijkt uit het feit dat de koran toestaat dat men seks heeft met slavinnen. De ahadith tonen aan dat de krijgers van Mohammed verkrachting na overwinning normaal vonden (hij ook) en in de latere shariah staat dat de schaamdelen van de vrouw eigendom zijn van de meester. Waar is hier de empathie, de evolutionair aangeboren solidariteit? Wie is de manipulator?
  3. verminking van overwonnenen. Tot in onze Middeleeuwen was het gangbaar dat van overwonnennen de neus en de oren werden afgesneden, ook de borsten van vrouwen. Dergelijke praktijken hebben wereldwijd bestaan.
  4. slavernij. Deze schandelijke ontkenning van de menselijke waardigheid, die onvoorstelbaar veel vernedering, lijden en dood heeft veroorzaakt, is tot in de 17de eeuw slechts door een viertal mensen veroordeeld, terwijl duizenden godsdienstige, filosofische en juridische instanties dit instituut goedkeurden, inclusief alle grote godsdiensten. Als er echt een aangeboren aandrang was tot algemene solidariteit en medemenselijkheid, hoe kan men dan de universele goedkeuring hiervan verklaren? Iedereen kon immers zien dat dit systeem mensen tot niet-mensen reduceerde. Zoals hierboven vermeld, werden slavinnen verkracht en op de slavenmarkt werden moeders van hun kinderen gescheiden. Miljoenen mannen werden (vooral in de islamitische wereld) gecastreerd; zelfs met afsnijden van de penis (met talloze sterfgevallen).
    Het is begrijpelijk dat sommigen dat voor eigen voordeel goedkeurden, maar hoe verklaart men dat de hoogste ethische en godsdienstige autoriteiten blijkbaar geen aansluiting vonden bij hun supersolidaire biologische basis?
  5. i. Het toppunt van gruwel werd bereikt tijdens de eeuwen van christelijke en islamitische slavenhandel. Zowel de nooit geziene omvang, als het dodencijfer in de landen van oorsprong en het gruwelijk lijden tijdens de overtocht via de Sahara of de zee, had ieder mens met een greintje gevoel voor ‘solidariteit’ moeten doen inzien dat de mens hier zijn absoluut dieptepunt had bereikt. Toch heeft het eeuwen geduurd om dit besef te laten doordringen.
  6. uitroeiing. Zonder enige ethische reserve (“a good Indian is a dead Indian)” heeft het Westen de totale bevolking van de Caraïbische eilanden uitgeroeid en ook een belangrijk deel van de Indianen van Noord-Amerika.
  7. foltering in de rechtsspraak. Door de eeuwen heen, in Europa tot in de 18de eeuw werd bij het strafonderzoek normaal gebruik gemaakt van vreselijke folteringen om mensen tot bekentenis te dwingen. Ook het straffen zelf ging veelal gepaard met martelingen. Zelfs de evidentie dat iedereen uiteindelijk onder foltering zal bekennen, leidde niet tot empathie, blijkbaar ook niet de ‘aangeboren solidariteit’.
  8. foltering om godsdienstige redenen. Onder aansporing van de hoogste godsdienstige gezagsdragers werd bij de vervolging van ketters en heksen gebruikt gemaakt van foltertuigen. Ook hier moet het verbazing wekken dat diep godsdienstige mensen tot die barbarie in staat waren.
  9. circusspelen. Dat wreedaardigheid voor het loutere plezier, dus zonder enig praktisch nut, tot de normale menselijke natuur behoort kon men merken in de Romeinse spelen in het Coliseum (uiteraard ook in andere circussen). Hetzelfde geldt voor de publieke terechtstellingen die door een talrijk publiek gretig werden gevolgd. Men denke ook aan de gratuite wreedheid tegenover dieren.
  10. oorlogen. Ook de massale gruweldaden en zinloze moordpartijen die zich in de loop der tijden hebben voorgedaan, laten geen mooi beeld van de mens zien. Alexander, Genghis Kahn, Timur Lenk e.a. lieten hele steden volledig uitmoorden en in brand steken, zonder enig voordeel voor de overwinnaars. Ook de wreedheid tijdens de Europese godsdienstoorlogen wordt meestal verregaand onderschat.
  11. holocaust. De uitroeiing van joden, zigeuners en andere ongewensten tijdens de Tweede Wereldoorlog bewijst dat zelfs mensen die sinds de Verlichting over de onzin van moord en wreedheid hadden kunnen nadenken, weinig problemen hadden met deze misdaden. Dat miljoenen mensen, in verpletterende meerderheid christenen, zich niet tegen Hitler verzetten, doet toch vragen rijzen over een fundamentele solidariteit. De enkele (een vijftal) jonge mensen van Die weisse Rose bewezen dat wie zich wou informeren, reeds in 1942 tot inzicht kon komen en zich kon verzetten. Waar bleven de anderen?
  12. Tenslotte moeten we wijzen op de talloze gewone misdaden, huiselijk geweld, moordpartijen, verkrachtingen, pesterijen die in alle maatschappijen schering en inslag zijn. Wie is hier de manipulator?

Hoe kan iemand bij dit al te bondig overzicht van menselijke wreedheid volhouden dat solidariteit de basis is, en al de rest afwijkingen? Zonder het bestaan van een fundamenteel, biologisch gevormd lustgevoel bij wreedheid, zijn veel van die gedragingen onverklaarbaar. Ook is het zo dat allerlei belangen heel vlug de overhand krijgen op de zogenaamde empathie: zo krachtig zal de tendens daartoe dus niet zijn.

Acht. Ik heb niet meer de tijd en de lust om de discussie over het geweld in de prehistorie verder te voeren. In elk geval is het moeilijk met beslissende argumenten voor de dag te komen, aangezien we geen rechtstreekse empirische gegevens hebben. Het is heel onwaarschijnlijk dat de diverse vormen van wreedheden die ik hierboven vermeldde, in die periode niet bestonden. M.i. blijft de thesis van Pinker, dat het geweld tijdens de laatste eeuwen drastisch afgenomen is, tengevolge van wat Elias het civilisatieproces noemde, heel overtuigend.

Wel moet ik nog antwoorden op de opmerking die tijdens het debat gemaakt werd, en ook door een zekere Hamid, over de relatie tussen godsdiensten en oorlog.

Het is evident dat niet alle oorlogen een godsdienstige oorzaak hebben: ook verschillen in taal, ethniciteit, nationaliteit of zelfs sociale klasse, kunnen aanleiding geven tot oorlog. Het is echter extreem naïef de rol van godsdienst te negeren.

Nemen we de jarenlange strijd tussen katholieken en protestanten in Noord-Ierland. Uiteraard speelt het een rol dat de hogere klassen eerder protestants zijn en de armere eerder katholiek. Maar die verschillen bestaan overal. Ze leiden hier tot conflict omdat de godsdienst het verschil tussen die twee groepen accentueert.
Hetzelfde deed zich voor in het vroegere Joegoeslavië. Die mensen hadden dezelfde nationaliteit, taal, rechtspraak, sociale zekerheid, enz. Het wezenlijke verschil was dat de enen orthodox zijn de anderen katholiek en nog anderen moslim: dat was de oorzaak van die vreselijke oorlog.
Je moet ziende blind zijn om te loochenen dat de oorlog in Irak en Syrië enerzijds veroorzaakt is door het conflict tussen een groep die een extreme interpretatie van de islam voorstaat en de meer traditionele moslims. De opstand in Syrië was anderzijds aanvankelijk gedragen door democratisch gezinde burgers tegen een verdrukkend bestuur. Maar de oorlog is geëvolueerd naar een strijd tussen soennitische en sjiïtische moslims (dank zij de steun van Iran). Dat elk van die groepen poogt de aanwezige rijkdommen te veroveren is normaal, maar zonder de godsdienstige tegenstellingen zouden de belangengroepen meer door de sociale structuur bepaald worden, zoals in de andere landen.
Overigens: in Noord-Nigeria en de omringende landen zijn er geen belangrijke bodemrijkdommen (wel in de Nigerdelta). In Mali geldt hetzelfde. In Yemen is er petroleum maar geen grote voorraden; de strijd gaat niet daarover, maar tussen Soennieten en Sjiïeten. In Mindanao op de Filippijnen gaat de strijd tussen moslims en christenen en niet over bodemschatten; de oorlog tussen boeddhisten en moslims in Birma is evenmin daardoor bepaald.
Overigens zijn er bodemschatten in talloze landen zonder dat die aanleiding vormen tot oorlog: eenvoudig omdat er geen religieuze of andere groepstegenstellingen zijn.

De 31.236 terreuraanslagen door moslims (sinds 9/11) kunnen onmogelijk door bodemschatten veroorzaakt zijn.

Dat oorlogen helemaal niets te maken hebben met godsdienst is dus totaal uit de lucht gegrepen.

Uiteraard kunnen ook andere bewegingen veel ellende veroorzaken.
De ideologie die op de meest nadrukkelijke wijze de universele solidariteit in het vaandel voerde: het marxistisch communisme (“prolerariërs aller landen verenigt u”), heeft bij Stalin, Mao en Pol Pot tot enkele van de grootste slachtingen van de mensengeschiedenis geleid en dit niet op externe vijanden, maar op de eigen, onschuldige, bevolking. L’homme n’est ni ange ni bête, mais le malheur veut, que, lorsqu’il veut faire l’ange, il fait la bête. (Pascal)

Er valt nog veel uit te leggen, maar ik zal het hierbij laten.

Alleen nog dit: het antireductionisme op de blz. 244 en vgl. is zo zwak geargumenteerd (bv. nagenoeg zonder nauwkeurige verwijzingen), dat ik er niet op in kan gaan. Het volstaat te vermelden dat de vroegere ‘antireductionisten’: Hans Driesch, Henri Bergson, Teilhard de Chardin, Lysenko… roemloos ten onder gegaan zijn. Hun opvolgers staat hetzelfde lot te wachten. De honden blaffen, maar de karavaan van de wetenschap trekt voorbij.

take down
the paywall
steun ons nu!