colombia ali selvi
Foto: Ali Selvi/FOS
Analyse -

Hoe het Ecuadoraans model is uitgeput

dinsdag 12 november 2019 11:12
Spread the love

De opstand van de inheemse beweging tegen de Ecuadoraanse politiek

In Ecuador trekken activisten, middenveldorganisaties en de inheemse bevolking massaal de straten op tegen de politieke en economische klasse. Hoe is het zo ver kunnen komen?

De opstand van de inheemse beweging in Ecuador in oktober 2019 liet niemand onberoerd. Hun overwinning nog veel minder. Die leert ons het een en ander over de machtsverhoudingen in het land en over het Ecuadoraanse regime dat duidelijk in een crisis verkeert.

Het huidige regime werd ingehuldigd met de machtsovername van Lucio Gutiérrez in 2002. Gutiérrez was een militaire coupleider die zich met de inheemse beweging inliet om aan de macht te komen. Zijn regering bepaalde de algemene richtlijnen voor de komende 17 jaren: afhankelijkheid van Chinees kapitaal, extractivisme, grotere concentratie van de rijkdom, een cliëntelistisch beleid en neutralisering van het inheemse verzet om sociale conflicten te verminderen.

Dit artikel is een lokale bijdrage door J. Cuvi, E. Arteaga en X. Maldonado, Ecuadoraanse activisten die zich verenigen in ALAMES Ecuador. Dat platform zet zich in voor universele toegankelijke gezondheidszorg.

Overvloed

De regeling werkte zolang de publieke middelen in overvloed aanwezig waren als gevolg van de olieboom. De beschikbaarheid van overheidsmiddelen maakte de uitvoering van een economisch herstelbeleid en een opmerkelijke verbetering in verschillende sociale en macro-economische indicatoren mogelijk. Tijdens de periode van Rafael Correa was er een nog grotere beschikbaarheid van openbare middelen en afgezien van haar anti-systematische retoriek, zorgde de eerste regering van Alianza País voor een proces van kapitaalaccumulatie zonder precedent in de geschiedenis van Ecuador.

Het model begon haar limieten te tonen in 2014, toen de internationale olieprijzen instortten. Onder druk van de economische machtsgroepen werd de regering van Correa gedwongen om een aantal maatregelen te nemen die de neoliberale richtlijnen uit het verleden reactiveerden: agressieve schuldenlast, exploitatie van de Yasuní-reservaat, publiek-private allianties, het bezoek van Hilary Clinton om bruggen te slaan met de Verenigde Staten, een uitnodiging voor een “monitoring”-missie van het IMF en ten slotte de ondertekening van een vrijhandelsovereenkomst met de Europese Unie. In de hoek gedreven door corruptieschandalen koos Correa voor straffeloosheid door de kandidatuur van zijn voormalige vicepresident Lenín Moreno naar voor te schuiven.

Ingestort

Moreno erfde een ingestorte economie waarvan de machtsgroepen het tempo bleven bepalen. Het antwoord op de economische crisis mocht dan ook hun verrijking die sinds de tijd van Gutiérrez was overeengekomen, niet in gevaar brengen.

Maar daarmee werden een aantal structurele problemen totaal genegeerd zoals een boereneconomie die niet werd bevorderd of erkend met een integrale landbouwhervorming, maar wel met de levering van compensatiepakketten, inheemse en Afro-Ecuadoriaanse sectoren met de slechtste sociale indicatoren van het land en de regio, werkloosheid, groeiende stedelijke marginaliteit en een primaire exportproductieve matrix. Met andere woorden, een voedingsbodem voor sociale onrust.

Opstand en repressie

De recente oproer kwam dan ook niet uit de lucht vallen. Twee jaar lang nam de Moreno-regering haar toevlucht tot een wanhopige dubbelzinnigheid om strategische beslissingen te vermijden die zijn imago in gevaar zouden brengen. Ondertussen koloniseerden de rechtse bedrijfssectoren geleidelijk aan het openbaar bestuur, terwijl de economische crisis onhandelbaar werd. Het regime van het begin van de eeuw was uitgeput. Aan de uitbuiting en sociale uitsluiting moest een einde komen.

Wat niet te voorzien was, was de brute repressie die de opstand van de bevolking probeerde te stoppen. Twaalf dagen lang waren we getuige van een echt staatsterrorisme, die we ook al zagen bij de voorgaande regeringen: willekeurige repressie, militarisering van de openbare ruimte, oorlogsvoering op de sociale netwerken, doorspekt van racisme.

Tot slot toont de solidariteit van de middenklasse en de arbeidersklasse met de gemobiliserede inheemse bevolking in de straten van Quito ons dat het rechtse racistische discours lang niet bij iedereen aanslaat. In verschillende universiteiten huisvestte, beschermde en voedde de stad duizenden vrouwen, kinderen en mannen die twaalf dagen lang weerstand boden aan de repressie op straat. Er waren groepen jonge studenten die een humanitair en ook politiek engagement op zich namen en medische verzorging boden. De gigantische vrouwenmars de dag voor de installatie van de dialoog tussen de regering en de inheemse beweging was een uiting van een sociale reactie die doorslaggevend was bij het afdwingen van een onderhandelde oplossing, op een moment dat de koppigheid van de regering en de gewelddadige acties van criminele groepen het conflict onbeheersbaar hadden gemaakt.

Quito, de hoofdstad van Ecuador.

De toekomst: plurinationaliteit

Het resultaat van de protesten was zonder twijfel een triomf voor de inheemse beweging. Zij kon de president van de Republiek ertoe dwingen rond de tafel te gaan zitten. Niet alleen werd het decreet #883 ingetrokken met de afschaffing van de brandstofsubsidie, de aanzet tot de protesten en gekoppeld aan het uitvoeringsbeleid van het IMF, maar er werden ook alternatieven besproken om uit de economische crisis te geraken zonder de armere delen van de bevolking nog harder te treffen. De mars van duizenden vrouwen onder leiding van Blanca Chancoso, één van de gezichten van de inheemse volkeren en naties, stroomde door het financiële centrum van de hoofdstad om zichtbaar te maken wat de grote media wilden minimaliseren, dat solidariteit divers is en dat de inheemse beweging niet in de marginaliteit kan weggedrukt worden wat de elites ook proberen. Zo kwam de plurinationaliteit weer op de politieke agenda.

Twaalf jaar lang heeft de regering van Alianza PAIS het collectieve Ecuadoraanse gevoel aan banden gelegd, maar de nationale staking onder leiding van de inheemse volkeren heeft het gemeenschapsgevoel in ere hersteld. De dagen van de mobilisatie laten nog een andere fundamentele les na: de stedelijke jongeren ontdekten dat er buiten de symbolische muren van de stad een wereld is die het roofzuchtige offensief van het kapitalisme trotseert, die zorgt voor water, natuur en biodiversiteit, die zich terecht verzet tegen het mijn- en olieoffensief.

De paternalistische visie van de stedelijke middenklasse zal veranderen. Het gaat niet om liefdadigheid, maar om rechtvaardigheid. De eisen van inheemse volkeren en naties stellen een staatsmodel in vraag dat hen systematisch uitsluit: ze willen geen programma’s en concentratiebeleid, maar een herstructurering van de macht. Na de opstand van oktober wordt de inheemse beweging versterkt, niet alleen door haar cohesie en organisatievermogen, maar ook door de enorme solidariteit die zij in andere sectoren van het land heeft gegenereerd. In de vroege uren van maandag 14 oktober, na de staking, juichten de inwoners van zuidelijk Quito, een arme wijk van de stad, de inheemse bevolking toe op de terugweg naar huis.

Enkele dagen na de nationale staking zijn de dagelijkse gevolgen duidelijk merkbaar: de prijs van het openbaar vervoer (buskaartje) keerde terug naar 25 ctv’s en de prijs van de basisvoedselvoorraden daalde. Dat maakt het verschil om de eindjes aan elkaar te knopen op het einde van de maand.

 Cotacachi

Op maandag 7 oktober reisden we naar Quito vanuit Cotacachi, een dorp in de noordelijke hooglanden van Ecuador, in een karavaan van zo’n tweeduizend vertegenwoordigers van de gemeenschappen van de Unie van Boerenorganisaties van Cotacachi (UNORCAC). We gingen ook naar Intag, een subtropische zone die zich al meer dan 20 jaar tegen de mijnbouw verzet. We zijn meegegaan om ons aan te sluiten bij de inheemse mobilisaties. Langs de route werden we vergezeld door compañeros en compañeras van de inheemse gemeenschappen van Otavalo en Tabacundo. De wegversperringen konden we omzeilen onder toeziend oog van de inheemse bewoners. Ik begon de dimensies van onze pluralistische samenleving te begrijpen.

Gedurende de hele reis heb ik gesproken met verschillende inheemse leiders die ik ontmoette in de vrachtwagen die ons door enkele kooplieden van Intag werd geleend. De leiders zijn geen aanhangers van Correa; de herinnering aan de brute vervolging van de inheemse organisaties door Correa, het aantal leiders dat gecriminaliseerd en zelfs gevangen gezet werd, is nog steeds levend. Neen, deze karavaan werd gefinancierd door de organisaties, de gemeenschappen en sommige gemeentelijke overheden, hoewel de inheemse gemeenschappen de armste van Ecuador zijn. Uitsluiting en ongelijkheid treffen hen al honderden jaren lang.

Onze terugkeer naar Cotacachi, acht dagen later, ging gepaard met gemengde gevoelens, overheerst door de vreugde om deel te hebben uitgemaakt van een historisch moment voor het land, voor Amerika en de wereld. We leerden dat het land vele gezichten heeft, heel mooi. Veel criteria werden opgehelderd, de leugens van de elites werden onthuld. We ontdekten verborgen waarheden tussen de rook van de traangasbommen en de smeulende banden: over de onderdrukte volkeren die samen strijden en de samenleving willen transformeren. We herdenken met pijn in ons hart onze doden die tijdens het protest hun leven hebben gelaten en moeten nog steeds de politieke gevangenen uit Cotacachi vrijkrijgen, wiens enige misdaad het was om hun rechten op te eisen.

 

Auteurs: J. Cuvi, E. Arteaga, J. Cueva en X. Maldonado

Vertaling: Jo Vervecken

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!