De netto-rijkdom van de rijkste 7 procent van de Amerikaanse gezinnen is in de periode 2009-2011 (2011 is het meest recente jaar waarvan officiële bevolkingscijfers bekend zijn) met 28 procent gestegen, die van de andere gezinnen is met 4 procent gedaald. Dit blijkt uit een analyse van het PEW-onderzoekscentrum.
Aandelen
De rijkste 7 procent, dat zijn acht miljoen gezinnen. Hun rijkdom groeide van gemiddeld 2,5 miljoen naar 3,2 miljoen dollar (van 1,9 miljoen naar 2,5 miljoen euro). De 111 miljoen andere gezinnen zagen hun vermogen van 140.000 naar 134.000 dollar (van ongeveer 107.000 naar 103.000 euro) dalen.
PEW verklaart de verschillen door de stijging van de aandelen- en obligatiekoersen in die periode en de stagnering van de huizenmarkt. Rijkere gezinnen hebben hun vermogen vooral in aandelen en andere financiële producten gestopt. Voor andere gezinnen zit het vooral in hun huis.
De kloof tussen rijk en arm is dus toegenomen in de VS. De rijkere gezinnen zijn nu gemiddeld bijna 24 keer rijker dan de andere gezinnen; in 2009 was dat nog 18 keer.
Het aandeel van de 7 procent rijkste gezinnen in de totale rijkdom van VS is sinds 2009 gestegen van 56 naar 63 procent.