Volgens The New York Times, die informatie uit officiële documenten onderzocht, gaat het om minstens 40 organisaties die de afgelopen 10 jaar samen 200 miljoen dollar aan belastingvrije giften verleenden aan Joodse nederzettingen en buitenposten in de Westelijke Jordaanoever en Oost-Jeruzalem.
Beide – nederzettingen en buitenposten – zijn illegaal volgens het internationaal recht (Art. 49 van Vierde Conventie van Genève en diverse resoluties van de VN-Veiligheidsraad).
Volgens een rapport van een parlementaire onderzoeksinstelling – het Congressional Research Service – mogen geen Amerikaanse fondsen gebruikt worden voor nederzettingen in de bezette gebieden. Officieel streeft de Amerikaanse regering naar de oprichting van een Palestijnse staat in het gebied waar de nederzettingen zich bevinden.
President Obama heeft al meermaals laten blijken dat hij de nederzettingen beschouwt als een hinderpaal om tot vrede te komen. Maar het ministerie van Financiën ondergraaft die politiek via zijn belastingvrijstelling.
In een reactie zegt Saeb Erekat, hoofd van het Palestijns onderhandelingsteam dat “de nederzettingen in strijd zijn met het internationaal recht. De VS wordt verondersteld om te werken aan een tweestatenoplossing, maar het organiseert belastingaftrek op hulpfondsen voor nederzettingen.”
Dubieuze giften
De meeste giften gaan naar grote nederzettingen dicht bij de Groene Lijn die in een vredesakkoord, aldus The New York Times, hoogstwaarschijnlijk bij Israël zullen worden geannexeerd in ruil voor land elders. Meestal gaat het geld naar scholen, recreatiecentra, synagogen, e.d.
Maar er worden ook activiteiten gefinancierd die nog weinig te maken hebben met klassieke hulpverlening, zoals voor bewakingsopdrachten, kogelvrije vesten en visuele systemen voor lichte wapens. In veel gevallen wordt de ware bestemming van de fondsen verborgen gehouden.
De Capital Athletic Foundation, een van de zionistische organisaties, maakte officieel belastingvrije sommen vrij ter waarde van 140.000 dollar voor onderwijs en sportactiviteiten georganiseerd door Kollel Ohel Tiferet, een religieuze ‘studiegroep’ in Israël.
In werkelijkheid werd het geld gebruikt voor paramilitaire activiteiten in de nederzetting Beitar Illit, zo leren documenten van een onderzoek door de Amerikaanse senaat.
Het Central Fund for Israël geeft fondsen aan tal van organisaties in Israël en de Westelijke Jordaanoever waaronder Amitz Rescue & Security, die bewakingseenheden traint in de nederzettingen Itamar en Yitzhar.
Christelijke zionisten
Heel veel van de hulpfondsen zijn afkomstig van christelijk-zionistische groeperingen. De evangelische TV-priester John Hagee richtte Christians United for Israël op die zich tot doel stelt om Israël zowel financieel als politiek te steunen.
Hagee hevelde al voor 58 miljoen dollar aan fondsen over richting Israël en de bezette gebieden via een multimedia imperium dat boeken en DVD’s verspreid over Israëls rol in de Bijbel. In 2007 ging 8 miljoen dollar naar nederzettingen in de Palestijnse gebieden zoals een sportcomplex in Ariel (dat nu zijn naam draagt), een Yeshiva in Har Bracha en een religieus centrum in Efrat.
Hagee kreeg al verschillende zionistische onderscheidingen voor zijn werk en onderhoudt contacten op hoog politiek niveau.
Toen minister van Buitenlandse Zaken Hillary Clinton vorig jaar op bezoek was in Jeruzalem oefende ze kritiek uit op de afbraakpolitiek van huizen in de Palestijnse wijk Silwan. In de wijk, die vlakbij de oude stadsmuur in Oost-Jeruzalem ligt, voeren enkele zionistische organisaties een controversieel archeologisch onderzoek dat het Joods karakter van de stad moet benadrukken.
Giften voor verjoodsing van Jeruzalem
Ir David (Stad van David) is een van de Israëlische organisaties die er werkzaam is met een actief fondsenwervingprogramma in de VS. Volgens de aangiftedocumenten gaat het om 8,7 miljoen dollar in 2004, 1,2 miljoen in 2005 en 2,7 miljoen in 2006.
Om belastingvrijstelling te krijgen, beweerde Ir David dat het een hulpfonds heeft opgericht om financiële hulp te verlenen die ten goede komt aan de Joodse bevolking van de oude stad van Jeruzalem en: “om onderwijs te geven over de geschiedenis en archeologie van de bijbelse stad van Jeruzalem. Het verlenen van hulp en bijstand voor onderwijs, huisvesting en rehabilitatie aan mensen in hoge nood.”
In werkelijkheid is Ir David een kolonistenorganisatie die het demografisch karakter van Oost-Jeruzalem wil veranderen ten voordele van de Joodse bevolking.
De kolonistenbeweging voert een gelijkaardige politiek in Hebron waar in het hart van de stad de meest agressieve en ideologische Joodse kolonisten zijn gevestigd.
Het Hebron Fund sluisde belastingvrije sommen door voor ‘sociale en onderwijsdoeleinden’ (bijna 1 miljoen dollar in 2006). Een andere organisatie, de American Friends of Yeshiva High School of Kiryat Arba doneerde 730.000 dollar aan de grootste Hebron nederzetting, Kiryat Arba.
Doorgaans presenteren de pro-zionistische hulporganisaties hun donaties als giften voor projecten in Israël. De American Friends of the College of Judea and Samaria bijvoorbeeld zegt dat de giften dienen om tegemoet te komen aan “de noden van onderwijsinstellingen in Israël”, hoewel de organisatie opgericht is om het hoger onderwijs in de nederzetting Ariel te financieren en op te waarderen tot een universitaire instelling.
Bronnen:
David Ignatius. A Tax Break Fuels Middle East Friction. The Washington Post, 26 maart 2009
