Opinie -

Als wet onrecht wordt, is verzet een plicht

De voorbije weken ontstond controverse over enkele acties waarbij lezingen door staatssecretaris Theo Francken verstoord of verhinderd werden. Jeroen Robbe beargumenteert waarom het debat over deze acties niet moet gaan over het schenden van de vrijheid van meningsuiting van de staatssecretaris, maar wel over legitiem verzet tegen een inhumaan beleid. Voor kritische burgers, zo stelt hij verder, is de wet niet altijd het hoogste goed.

vrijdag 12 mei 2017 16:36
Spread the love

Wat staat er op het spel?

“We weten uit pijnlijke ervaring dat vrijheid nooit vrijwillig gegeven wordt door de onderdrukker, het moet geëist worden door de onderdrukten.” (Martin Luther King, brief uit de gevangenis van Birmingham)

Vorige week blokkeerden studenten de toegang tot een auditorium van de VUB waar Theo Francken zijn beleid zou toelichten in een lezing. Deze week wou hij hetzelfde doen aan de universiteit van Gent en opnieuw werd de lezing verstoord. Deze keer kon de staatssecretaris zijn lezing wel aanvatten, maar die werd van tijd tot tijd onderbroken door activisten die recht stonden om op serene wijze brieven voor te lezen met getuigenissen van mensen die vastzitten in gesloten asielcentra. De reacties op dat tegengeluid waren een pak minder sereen dan de houding van de actievoerders zelf.

selectie-2De staatssecretaris zelf en tal van opiniemakers verspreid over het politieke spectrum proberen deze acties weg te zetten als een inbreuk op de vrijheid van meningsuiting. Maar een niet tegensprekelijk platform bieden voor wat niet louter een mening is, maar een reëel beleid met reële impact op mensenlevens, dat gaat niet meer over vrije meningsuiting. De standpunten van de staatssecretaris worden vertaald naar beleidskeuzes die perspectief geven of ontnemen aan mensen zonder papieren of mensen op de vlucht.

Als we kijken naar de inhoud van dat beleid dan zien we net daar veel voer voor controverse. Het beleid stigmatiseert mensen zonder papieren en bemoeilijkt de zoektocht van vluchtelingen naar een veilig onderkomen. Of het nu gaat over de deportatiewet waarbij de facto een tweederangsburgerschap wordt ingevoerd of de steun voor een onsolidair en dodelijk gesloten grenzenbeleid binnen de Europese Unie, het hele beleid van de staatssecretaris lijkt gebaseerd op een ideologie van ‘liever uitsluiten, dan insluiten’.

In die context is weerwerk vanuit sociale bewegingen niet meer dan logisch.  Maar we moeten daarbij vast stellen dat de handelingsruimte voor die bewegingen pijnlijk klein is geworden. Het is maar de vraag of we nu nog in staat zouden zijn om belangrijke historische sociale overwinningen te herhalen, binnen de marges van wat vandaag beschouwd wordt als ‘beschaafd en democratisch’ verzet. De vraag om een gelijkwaardige behandeling van minderheidsgroepen en sociale rechtvaardigheid was toen immers even goed controversieel. 

Zouden zwarte Amerikanen vandaag stemrecht hebben gehad zonder directe actie?

“We hebben niet één overwinning geboekt op het vlak van burgerrechten zonder vastbesloten, geweldloze druk. Het is een historisch feit dat geprivilegieerde groepen hun privileges zelden vrijwillig zullen opgeven.” (MLK, brief uit de gevangenis van Birmingham)

De Amerikaanse burgerrechtenbeweging is een van de mooiste voorbeelden van een gepolitiseerde strijd waarbij een gediscrimineerde minderheid een succesvolle strijd voerde voor de erkenning van hun rechten. Vandaag wordt de legitimiteit van hun zaak door grote delen van links en rechts onderschreven, maar destijds was dat wel anders. Toen ze hun strijd aanvatten was er zeker geen draagvlak bij de witte meerderheid om op hun eis tot volwaardig burgerschap in te gaan.

Verstorende acties hebben altijd deel uitgemaakt van het repertoire van sociale bewegingen. Dergelijke acties zijn steeds controversieel maar hebben ook tot enkele historische kantelmomenten geleid. De meest bewuste inzet van wat vaak omschreven wordt als directe actie gebeurde wellicht toen, tijdens de hoogdagen van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging in de jaren ’60 van vorige eeuw. Voor boegbeelden als Martin Luther King en Rosa Parks waren verstorende acties niet alleen legitiem, maar noodzakelijk als breekijzer om een niet gevoerd debat op de agenda te krijgen.

actie-collage-civil-rightsEr zijn hiervan belangrijke historische voorbeelden zoals de weigering van Rosa Parks om haar zitplaats af te staan aan een witte busreiziger, waarbij ze de voorschriften over waar ze als zwarte vrouw kon zitten bewust negeerde omdat die regelgeving inherent racistisch was. Vaak kwam de strijd tegen segregatie in een stroomversnelling wanneer opnieuw gekozen werd voor een directe actie. De jongeren van het SNCC (Student Non-Violent Coordinating Committee) trainden om gedisciplineerd en geweldloos de confrontatie aan te gaan als ze in eetgelegenheden gingen zitten op plaatsen die waren voorbehouden voor witte klanten. Ze werden even genegeerd, nadien bespot en uitgescholden, om uiteindelijk met geweld te worden weggesleurd door kwade witte klanten en ook door politie. Maar ze hielden vol. Ze verstoorden dag na dag, week na week het commerciële leven net zo lang tot hun verzet niet meer te negeren was. Want het zijn niet de eenmalige acties, maar wel een aangehouden en gedisciplineerd verzet die een verschil maken.

Toen de burgerrechtenbeweging zwarte Amerikanen mobiliseerde om zich te registreren als kiezer, botsten ze op regelgeving die hen aan een racistische test onderwierp om hun ‘geschiktheid tot stemmen’ te testen. Aangezien eenvoudig protest niets uithaalde, werd overgegaan tot de organisatie van enkele historische marsen. Die werden verboden maar vonden toch plaats. De beweging geloofde namelijk dat de inzet belangrijk was dan de wet in dit geval. Een combinatie van doorzettingsvermogen en discipline bij de geweldloze activisten en de brutale reactie van de politie zette een spiraal van gebeurtenissen in gang die mee het draagvlak creëerden voor gewijzigde regelgeving. Het is zeer onzeker of enkel conventionele acties er ooit waren in geslaagd om die burgerrechten af te dwingen. Martin Luther King zelf leek daar alvast niet in te geloven.

Tot op vandaag blijven zwarte activisten in de VS beroep doen op verstorende acties om hun noden op de agenda te zetten. Die acties richten zich trouwens niet enkel op rechtse politici, zoals blijkt uit de acties van Black Lives Matters activisten die zowel een speech van Clinton als een van Bernie Sanders verstoorden om meer aandacht te vragen voor hun strijd.

De context vandaag en in België is uiteraard geen exacte kopie en we kunnen activisten die zich nu opnieuw organiseren ook niet zomaar vergelijken met de moedige actoren in de bewegingen van toen. Maar er zijn wel belangrijke parallellen. Zwarte burgers waren tot diep in de 20ste eeuw tweederangsburgers in de VS die niet alleen dagelijks geconfronteerd werden met racistisch geweld, maar ook geen aanspraak konden maken op fundamentele burgerrechten. Mensen met een migratieachtergrond en mensen zonder papieren in het bijzonder zijn vandaag bij ons de facto ook tweederangsburgers die nog steeds systematisch geconfronteerd worden met institutioneel, cultureel en individueel racisme. En ook vandaag vergt het heel wat moed om, zoals de veelal jonge activisten deden, in te gaan tegen de hoofdstroom en een zowel populair als machtig figuur te confronteren. Tegelijk zien we dat nu, net als toen, naast steunbetuigingen ook heel wat haatberichten de beloning zijn voor wie het aandurft een discriminerend beleid rechtstreeks te confronteren. Het is ook verontrustend om te zien hoe een grote groep aanwezigen verbaal zeer agressief reageerde op de serene tussenkomst van de actievoerders. Je moet alles in proporties zien, maar het roept weldegelijk ook echo’s op van de vijandige reacties waarmee burgerrechtenactivisten in hun tijd geconfronteerd werden.

Burgerlijke ongehoorzaamheid: een oud recept dat niets aan waarde ingeboet heeft

“Men heeft een morele verantwoordelijkheid om onrechtvaardige wetten niet te gehoorzamen.” (MLK, brief uit de gevangenis van Birmingham)

Het is een blinde vlek van veel van de voorvechters van onze democratische rechtstaat zoals die is: omdat we leven in een democratie, hebben we de mogelijkheid om – binnen de marges van de wetgeving – actie te voeren. Alleen vergeet men er dan bij te vermelden dat het ontzeggen van stemrecht aan vrouwen, raciale segregatie in de VS en apartheid in Zuid-Afrika allemaal voorbeelden zijn van immorele discriminatie die perfect gelegitimeerd werd door de wetgeving in zogenaamde democratieën. Het verzet tegen die discriminatie was bovendien vaak illegaal.

Is er vandaag zoveel veranderd? Of het nu gaat om het ongeoorloofd etnisch profileren door politiediensten, het opsluiten van mensen zonder papieren of het uitzetten van mensen in een precaire situatie uit hun woonst, vaak laat de wet ruimte voor het met de voeten treden van de grondrechten van een minderheid.

De keuze die we bij LABO vzw maken voor ‘kritisch burgerschap’ boven meer mainstream invullingen van burgerschap, is zeer bewust en heeft belangrijke consequenties. Op het eerste zicht kunnen beide benaderingen elkaar makkelijk vinden in een pleidooi voor meer participatie door burgers. Maar over welke participatie hebben we het dan? Voor ons hoeft dat niet steeds te gaan over ‘inburgeren’ of ‘inpassen’ in de samenleving zoals ze is. Dit discours, dat in essentie het status quo wil bewaren, remt te vaak sociale vooruitgang af.

Als kritische burger mogen we ambitieuzer zijn: we mogen ernaar streven om de samenleving aan te passen in plaats van ons er louter in te passen. Martin Luther King gebruikte ooit een mooie metafoor: hij waarschuwde voor progressieven die de zwarte Amerikaan zouden helpen integreren in een brandend huis. Zullen we niet liever onze energie steken in het blussen van die brand of het bouwen van een nieuw huis?

Daaruit volgt een essentiële vraag: moet ik als burger daarbij de wet respecteren of kan ik burgerlijk ongehoorzaam zijn? De overheid bepaalt de wettelijke ruimte waarin actie gevoerd kan worden. Maar als die ruimte systematisch steeds verder wordt ingeperkt, dan is het aan burgers en actievoerders om creatief en gedurfd die grenzen weer te verleggen. Ik heb het dan niet over ethische grenzen, die we maar beter bewaken, wel over puur administratieve grenzen die elke vorm van protest dreigen zinloos te maken. Nu al wordt je geacht elk protest aan te vragen en kan die aanvraag om een heleboel redenen geweigerd worden. Om als samenleving te kunnen groeien is nood aan zuurstof voor contestatie van het beleid. Als die vrije ruimte of handelingsruimte te klein wordt, biedt burgerlijke ongehoorzaamheid een uitweg.

Bondgenootschap moet meer zijn dan holle woorden

“Ik ben diep teleurgesteld in de gematigde blanke, die constant zegt: ik ben het eens met de doelen die je nastreeft, maar niet met je methoden van directe actie. Een oppervlakkig begrip dat komt van mensen van goede wil is nog frustrerender dan een absoluut onbegrip van mensen van slechte wil.” (MLK, brief uit de gevangenis van Birmingham)

Zowel organisaties als individuen kunnen bondgenoot worden in de strijd tegen racisme en voor de rechten van vluchtelingen. Een bondgenootschap in woord en daad impliceert dat je als burger ook gebruik kan maken van je privileges om te strijden tegen een vorm van discriminatie die jou persoonlijk niet treft. Want kan er sprake zijn van authentiek bondgenootschap als we niet bereid zijn zelf een berekend risico te nemen wanneer anderen hun leven op het spel staat? Veel progressieve stemmen aarzelen vandaag om acties die een stap verder gaan te omarmen. Maar door zich steeds verder terug te trekken op het terrein van de ‘wettelijke actie’, laten ze een groot deel van het maatschappelijk speelveld onbenut.

actie-theo-niet-welkom-frederik-sadonesWat zijn de obstakels die ons tegenhouden om meer gedurfd uit de hoek te komen? Gaat het hierbij vooral om de angst om tegenwind te krijgen? Om een te grote afhankelijkheid van het systeem dat tegelijk veel organisaties financiert? Om een gebrek aan historisch inzicht in processen van sociale verandering? Of speelt er ook een soort geïnternaliseerd racisme waarbij de levens van mensen met een migratie achtergrond niet kostbaar genoeg zijn om het risico te nemen? Wat ook de reden is: we moeten durven in eigen boezem kijken. Met alleen conventionele actievormen zullen we de broodnodige sociale verandering niet kunnen afdwingen.

Er is in het middenveld al enkele jaren debat over de nood tot politisering. Vaak blijft dat debat abstract en theoretisch. Durven we de actiepoot van die politisering concreet te maken met een pleidooi voor meer directe actie? Verstorende acties zoals de blokkade aan de VUB of de brieven die werden voorgelezen in Gent dragen bij aan een politisering van de strijd voor gelijkwaardigheid en sociale rechtvaardigheid. Het is onzinnig om te denken dat politisering mogelijk is zonder polarisering als bijproduct. En uiteraard is het belangrijk om ook in te zetten op verbindende acties. Maar gezonde verbinding is enkel mogelijk op basis van gelijkwaardigheid.

Geweldloze directe actie als legitieme tactiek voor kritische burgers bij falend beleid

“Wij die aan directe actie doen, zijn niet diegenen die spanning creëren, we brengen de verborgen spanning die al bestaat enkel naar de oppervlakte.” (MLK, brief uit de gevangenis van Birmingham)

Directe actie is een begrip dat verwant is maar niet gelijk aan burgerlijke ongehoorzaamheid. Waar het laatste gaat over het bewust en openlijk breken van een wet, gaat directe actie over een rechtstreekse interventie om een onrechtvaardige situatie ongedaan te maken of een gewenste situatie te creëren. Het gaat op zijn minstens over het krachtig formuleren van een eis in plaats van te berusten in een makkelijk te negeren verzoek. In die zin zijn directe acties een legitiem alternatief en aanvullend recept voor indirecte actievormen zoals betogingen of petities waarbij een vraag geformuleerd wordt aan een andere actor, vaak de overheid, om iets te ondernemen.

Wat is de functie van directe actie? Martin Luther King omschreef het als volgt: directe actie kan een debat of onderhandeling afdwingen wanneer dit voorheen systematisch geweigerd werd. In die zin is het een logische actiekeuze die inspeelt op een scheve machtsverhouding waarbij een beleidsmaker de macht heeft om legitieme vragen te negeren of een debat te monopoliseren. Het lijkt aannemelijk dat de stem van mensen in gesloten centra inderdaad geen publiek platform zou krijgen zonder dit soort actie die het platform zelf opeist.

Veel voorstanders van directe actie wijzen ook op het verschil tussen hervorming in de marge (symptoombestrijding) en het aanpakken van de grondoorzaken van sociaal onrecht. Wie kiest voor het laatste, zal op een gegeven ogenblik niet aan meer confrontationele actie uit kunnen.

Solidariteitsacties waar hulpgoederen of onderdak worden georganiseerd voor vluchtelingen zijn broodnodig. Maar is het ook niet water naar de zee dragen als we niet tegelijk inzetten op enkele fundamentele burgerrechten voor al wie hier intussen leeft? Voedselbedelingen voor mensen in extreme armoede zijn soms niet te vermijden. Maar kunnen we onszelf bondgenoot noemen als we de structuren die armoede organiseren zelf niet bekampen? En wie het zich kan veroorloven mag gerust biologisch winkelen. Maar zullen we daarmee de klimaatverandering stoppen als we de machtige fossiele brandstoffenindustrie niet rechtstreeks confronteren? Onze overheden zelf lijken alvast niet van plannen om het voortouw te nemen in fundamentele systeemverandering in bovenstaande domeinen.

Strategische escalatie: proportioneel en in functie van je doelen

De historisch meest relevante sociale bewegingen hebben steeds een veelheid aan tactieken gehanteerd: van petities, over grote protestmarsen, tot blokkades en bezettingen. Pleiten voor een diversiteit van tactieken, met ruimte voor directe actie, staat niet gelijk aan een ‘het doel heiligt de middelen’ logica. Wel ligt het in het verlengde van wat Malcolm X bedoelde toen hij de controversiële woorden ‘by any means necessary’ sprak. Het idee van proportionaliteit is daarbij belangrijk. Afhankelijk van de omvang van het onrecht, kan je ook kiezen hoe escalerend je actie moet zijn. En als er na verschillende pogingen nog steeds geen blijk is van een realistisch draagvlak voor sociaal rechtvaardige maatregelen bij het beleid, dan moet je een volgende stap zetten.

Sociale verandering is een langzaam proces, waarbij tegenmacht geleidelijk wordt opgebouwd. Dat maakt dat je dichter bij je doel ook op meer weerstand zal botsen binnen een systeem waar sommige belangengroepen liever niets veranderd zien. Op dat ogenblik moet je automatisch escaleren. Gandhi omschreef de fases van dit soort campagne laconiek: “eerst negeren ze je, dan lachen ze met je, dan zullen ze je bevechten en dan pas win je.” Helaas is er geen enkele garantie op die overwinning, die is er nooit. Maar wat zeker is, dat is dat sociale verandering niet uit de hemel komt gevallen. Hoop kan enkel geboren worden in strijd. Zoals de Amerikaanse abolitionist (voorvechter van de strijd tegen slavernij) Frederick Douglass het verwoordde: zonder strijd kan er geen vooruitgang zijn.

Lees meer brieven van vluchtelingen op de website van Getting The Voice Out. Ook warm aanbevolen is de Engelstalige integrale versie van de brief uit de gevangenis van Birmingham van Martin Luther King waaruit doorheen bovenstaande tekst geciteerd wordt. Hier vind je tot slot een verklaring van de actievoerders die afgelopen dinsdag de brieven voorlazen.
Copyright voor 1ste en 3de foto: Frederik Sadones (hier met toestemming gebruikt)

take down
the paywall
steun ons nu!