Opinie - Lise Vandecasteele

Als rusthuizen sterfhuizen worden: 27 pijnlijke vragen voor Wouter Beke

“Het was oorlog, maar we hadden geen kogels.” Met hart en ziel heeft het personeel gevochten, maar in de rusthuizen hebben we de strijd tegen corona verloren. Het coronadrama laat diepe sporen na. In Vlaamse woonzorgcentra vallen bijna 3.000 coronadoden. “Men dacht: die woonzorgcentra, dat zijn toch al sterfhuizen, als ze daar iets vroeger gaan, dan is het maar zo”, getuigt een rusthuisdirecteur. 

vrijdag 12 juni 2020 09:46
Spread the love

 

“Ik denk niet dat er fouten zijn gemaakt die extra overlijdens hebben veroorzaakt”, verdedigt Vlaams minister-president Jan Jambon zich. Of dat klopt, zal de coronacommissie moeten uitwijzen. Het is alvast mijn overtuiging dat de Vlaamse regering een pak doden had kunnen vermijden als de coronacrisis sneller en vooral daadkrachtiger was aangepakt.

Het zijn niet de helden van de zorg die verantwoordelijkheid dragen voor het coronadrama in de woonzorgcentra. Als huisarts – en parlementslid – heb ik de coronacrisis vanop de eerste lijn meegemaakt. Ik heb meegedraaid op de triageposten, ik heb patiënten verloren, ik heb angstige verpleegkundigen aan de lijn gehad en radeloze rusthuisdirecteurs. Over het schrijnende gebrek aan maskers, schorten, mondmaskers, zuurstofflessen en coronatesten. Over de totale chaos, het gebrek aan coördinatie en daadkracht. Het gebrek aan overleg met het werkveld, de tegenstrijdige adviezen, het trek-je-plan-maar.

Terwijl ik drama’s meemaakte en noodkreten moest aanhoren, hoorde ik week na week de sussende woordenvloed van minister Beke in de plenaire koepelzaal van het Vlaams parlement. Lange monologen die de indruk moesten geven dat alles onder controle was, terwijl zich binnen in de rusthuizen een ramp voltrok. Week na week holde de Vlaamse regering achter de feiten aan. Week na week escaleerden de sterftecijfers. Week na week was het too little, too late.

Daarom wil ik de onderste steen boven. Niet om ‘een zondebok te zoeken’, zoals de Vlaamse regering ons verwijt. Die hebben we al: het virus. Maar om lessen te trekken. Dit willen we geen tweede keer meemaken. De helden van de zorg die zonder wapens naar het front gestuurd zijn hebben recht op een grondig onderzoek. Recht op antwoorden.

En dit zijn de vragen:

1. Op woensdag 4 maart, een maand na de eerste coronabesmettingen in ons land, begint het Wouter Beke te dagen dat de woonzorgcentra met een groot tekort aan mondmaskers kampen. Waarom had Vlaanderen, dat meer dan 800 woonzorgcentra bestiert, geen eigen noodvoorraad? En waarom duurt het tot 23 maart voor een eerste lading van 4,6 miljoen chirurgische maskers arriveert?

2. Erika Vlieghe adviseerde al in februari om mobiele teams op te richten om rusthuizen te testen. De regering reageert niet. Op 8 april biedt PVDA-fractieleider Jos D’Haese aan om de expertise van de mobiele testteams van Geneeskunde voor het Volk te delen en mee een plan uit te werken voor alle woonzorgcentra. De minister gaat hier niet op in. Pas op 10 juni, twee maanden later, kondigt minister Beke mobiele testteams aan. Waarom werd er zoveel tijd verspild?

3. Op 29 maart getuigt een directeur van een woonzorgcentrum dat het “van het grootste belang is dat iedereen in de rusthuizen getest wordt, zodat we weten wie we moeten isoleren.” Op 1 april pleit de PVDA voor een algemene testing in alle woonzorgcentra. “Wat willen we daarmee bereiken”, zegt Wouter Beke op 8 april in het parlement, “om wat te doen?” Pas op 15 april worden algemene testen aangekondigd. Waarom heeft Wouter Beke zich zolang verzet?

4. Op 8 maart werd de medische reserve opgeroepen. Op 11 mei waren er al 5.150 vrijwilligers ingeschreven maar slechts 767 van hen werden effectief ingeschakeld om het zorgpersoneel te versterken. Terwijl het zorgpersoneel dubbele shiften draaide, moesten duizenden vrijwilligers werkloos toekijken. Waarom zijn deze vrijwilligers niet ingeschakeld?

5. De woonzorgcentra kampen met een structureel personeelstekort, blijkt uit de coronacrisis. Er werd wel geïnvesteerd, maar vooral in nieuwe gebouwen, niet in mensen. En dat terwijl de zorgprofielen steeds zwaarder werden. Bovendien zijn er te weinig medisch geschoolde verpleegkundigen in de rusthuizen. Toen die uitvielen, zorgde dat voor grote problemen. Waarom is er niet meer geïnvesteerd in personeel?

6. PVDA-fractieleider Jos D’Haese riep op 10 maart op om meteen te starten met extra corona-opleiding voor het personeel in de woonzorgcentra, op basis van de nieuwste informatie. Twee weken later, op 25 maart, bleek uit een bevraging van de Belgische Federatie voor Zorgkundigen dat 75 procent van het personeel in de woonzorgcentra om een bijkomende opleiding vroeg om om te gaan met besmette personen. Waarom heeft minister Beke niet in opleiding voorzien?

7. Het Europees Centrum voor Ziektebestrijding en -Preventie raadde al op 2 maart aan om een strategie van testen, opsporen en isoleren in de steigers te zetten. De PVDA legde dit op 10 maart op tafel in het parlement. Pas op 17 april echter startten er verkennende gesprekken om dit op te starten. Uiteindelijk startte het testen, opsporen en isoleren pas op 11 mei. Waarom moest dit allemaal zo lang duren?

8. De communautaire versnippering zorgt voor oeverloos tijdverlies. Uit de verslagen van de taskforce blijkt dat dit in de woonzorgcentra cash betaald wordt: op 17 april, 21 april, 22 april, 23 april botst de taskforce op communautaire hindernissen. Hoe evalueert de Vlaamse regering die communautaire versnippering en de impact op de corona-uitbraak in de rusthuizen?

9. Er was geen pandemieplan in de woonzorgcentra. In de ziekenhuizen was dat er wel, sinds de mexicaanse griep in 2009. Waarom was er geen noodplan voor de woonzorgcentra?

10. Op 26 maart raakt bekend dat één derde van alle coronadoden in woonzorgcentra vallen. Toch wordt pas weken later, op 8 april een taskforce opgericht voor de woonzorgcentra. Nochtans was al weken eerder voorgesteld om een taskforce op te richten. Waarom vond Wouter Beke dat niet nodig? Waarom miste de Vlaamse aanpak in de rusthuizen urgentie en daadkracht?

11. Verschillende woonzorgcentra slaagden erin maskers aan te kopen. Ook onze praktijken van Geneeskunde voor het Volk krijgen op 31 maart een levering binnen van 60.000 bestelde chirurgische maskers, die ze ook verdelen onder woonzorgcentra. Maar de bestelling van 100.000 mondmaskers door de Vlaamse regering blijkt op 31 maart onbruikbaar. Hoe komt dat?

12. Op 24 maart stelt minister van Welzijn Wouter Beke in de krant Het Belang van Limburg dat er via verschillende kanalen 43 miljoen mondmaskers besteld werden. Later blijkt het nog niet om de helft te gaan. Voor de woonzorgcentra was het tijdens de crisis vaker niet dan wel duidelijk wanneer zij materiaal zouden krijgen of wie er nu eigenlijk bevoegd was voor dat materiaal. Waarom verliep dat zo stroef?

13. Er was geen richtlijn van het Agentschap Zorg en Gezondheid om het gebruik van beschermingsmateriaal te allen tijde te verplichten voor het zorgpersoneel. Pas op 18 april, twee weken na de piek (!) van de crisis, stuurt het Agentschap Zorg en Gezondheid een richtlijn uit om het dragen van een chirurgisch mondneusmasker door alle zorgpersoneel te veralgemenen. Waarom stuurden wij het zorgpersoneel zolang zonder bescherming naar het front?

14. Van bij het begin was het belang van maskers in de zorg duidelijk, maar pas op 28 april werd het dragen van mondmaskers voor zorgpersoneel volledig verplicht. Op 15 april, naar aanleiding van de eerste testresultaten uit rusthuizen, stelt Karine Moykens, voorzitter van de taskforce, vast dat veel bewoners en zorgverleners besmet lijken te zijn zonder symptomen te vertonen en wijst (nogmaals) op het belang van beschermingsmateriaal. Waarom werden richtlijnen zo traag aangepast en was er geen navraag hoe de richtlijnen werden toegepast op het terrein?

15. Verschillende woonzorgcentra hadden een stock aan mondmaskers, zoals het Zorgbedrijf Antwerpen met 150.000 maskers. De richtlijnen van het Agentschap Zorg en Gezondheid gingen uit van algemene schaarste, maar dit lijkt nooit in beeld gebracht. In de verslagen van de taskforce lezen we dat er op 14 april besloten werd een bevraging op te stellen over de noden op het terrein, maar het is onduidelijk wat daarmee gebeurd is. Is de bevraging over de noden op het terrein ooit gebeurd?

16. In 2006 al stelden academici samen met vertegenwoordigers uit de sector van de ouderenzorg een advies op voor de overheid over “de beheersing van zorginfecties in woon- en zorgcentra’, met een financieel berekend voorstel om voorbereid te zijn op een grote crisis. Het ging onder meer om ziekenhuishygiëne, persoonlijke beschermingsmiddelen als alcoholgel, handschoenen, schorten en maskers, opleiding van personeel en van alle betrokkenen. Hier werd echter geen gevolg aan gegeven door de politiek, met de gevolgen van dien: de woonzorgcentra waren niet voorbereid op de crisis, een voorraad beschermingsmateriaal was niet aanwezig. Waarom heeft men niet geluisterd naar dit advies?

17. Het Agentschap Zorg en Gezondheid had op z’n zachtst gezegd de handen vol tijdens deze crisis. Zo stelden ambtenaren al snel vast dat een aantal cruciale diensten onderbemand was. Ook het testen, opsporen en isoleren moest gestaakt worden vanwege een gebrek aan personeel. Waarom is er toen niet gezocht naar versterking van het Agentschap Zorg en Gezondheid?

18. Op 26 maart blijkt dat op talrijke stagediensten in Vlaamse ziekenhuizen wordt overwogen om arts-specialisten in opleiding technisch werkloos te maken omdat er onvoldoende werk is. Waarom greep de minister dit signaal niet aan om hen in te schakelen in de woonzorgcentra, waar de werkdruk veel te hoog was? Om ook centra waar nog geen uitbraak was preventief te versterken en zo een uitbraak te voorkomen?

19. Het afnemen van testen werd compleet op de schouders van de Coördinerend en Raadgevend Arts (CRA) van het woonzorgcentrum gelegd. Die moesten maar hun plan zien te trekken. Waarom werd er geen gepaste ondersteuning voorzien, met test-teams en een centraal plan van aanpak?

20. Uit het registratiesysteem voor de woonzorgcentra blijkt dat er op 25 maart al 1266 ouderen het virus hebben opgelopen. Op dat moment was overduidelijk dat er een drama op til was. Waarom werd de beslissing om selectief in woonzorgcentra te testen pas op 1 april genomen, en werd pas veel later, op 15 april, beslist om breder te testen?

21. Als op 9 april, na veel vertragingen, de eerste testkits geleverd worden, blijkt dat er foute handleidingen bij de eerste lading geleverde testkits zitten. Hoe komt het dat deze foute handleidingen geleverd werden?

22. Het duurde bijna anderhalve maand om alle woonzorgcentra één keer te testen. Bovendien was er veel onduidelijkheid over de uitrol van de testen in deze periode. Omdat ze het lange wachten beu waren namen verschillende woonzorgcentra uiteindelijk zelf initiatief. Waarom duurde het zo lang om alle woonzorgcentra volledig te testen?

23. Op 24 april stelt Karine Moykens, leider van de taskforce, dat het personeel van de woonzorgcentra twee maal per week getest zou moeten worden, omdat je er niet blind van uit kan gaan dat het virus verdwenen is. Tot vandaag gebeurt dat niet terwijl er nog recent nieuwe uitbraken in woonzorgcentra zijn geweest, zoals in Oostende, Hamme en Oud-Turnhout. Nadat de woonzorgcentra voor de eerste keer volledig getest werden, daalde het aantal afgenomen testen beduidend. Zo werden er in de week van 18 tot 25 mei nog geen 5.000 testen afgenomen bij personeelsleden in de Vlaamse woonzorgcentra terwijl er meer dan 100.000 nodig zijn om al het personeel tweemaal te testen. Waar wacht de minister op om in samenspraak met het federale niveau over te gaan tot een systematische testing van de woonzorgcentra?

24. Er zijn verschillende zaken misgelopen in de rapportage van het aantal overlijdens in de woonzorgcentra. Zo was er de onderraportering van het aantal overlijdens in het begin van april. Recenter was er het technische probleem bij het Agentschap Zorg en Gezondheid bij het doorgeven van overlijdens in de woonzorgcentra en zou er een hertelling gebeuren van de voorbije periode. Waarom verloopt het rapporteren van overlijdens zo stroef?

25. De vakbonden trokken op 15 april en nogmaals op 25 april aan de alarmbel met een open brief gericht aan de Vlaamse regering. Ze vroegen daarin om duidelijkheid over beschermingsmateriaal, een antwoord op het personeelstekort en een betere coördinatie. Wat is er misgelopen in het overleg tussen de regering en de vakorganisaties en de koepels gedurende de gehele crisis?

26. Het draaiboek voor de oprichting van de schakelzorgcentra was klaar op 27 maart en op 30 maart ging het eerste schakelzorgcentra van start in Sint Truiden. Op 19 mei waren er echter slechts 6 schakelzorgcentra geactiveerd, terwijl er 30 op standby stonden. De schakelzorgcentra waren opgericht met het idee de ziekenhuizen te ontlasten indien nodig. Die nood bleef uit, terwijl de nood aan hulp en ondersteuning in de zorg voor zieke bewoners in woonzorgcentra alsmaar luider klonk. Hoe komt het dat, ondanks de signalen vanop het terrein, de schakelzorgcentra niet maximaal zijn uitgerold?

27. Op 11 maart zegt minister Beke dat er geen sluiting komt van de woonzorgcentra, dat staat in de mail naar de directies van Agentschap Zorg en Gezondheid. Pas als Margot Cloet boos haar instellingen wél op slot zet, neemt de minister, onder druk van voldongen feiten, een bocht van 180 graden en gaan alle woonzorgcentra vanaf 12 maart alsnog op slot. Waarom zag minister Beke op 11 maart nog altijd geen reden voor een lockdown van de rusthuizen?

 

Lise Vandecasteele is huisarts bij Geneeskunde voor het Volk en Vlaams parlementslid voor de PVDA.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!