© Lode Vanoost
Opinie, Nieuws, België - Jos Digneffe, Rudy Verleysen

Agressie op het spoor: wie maalt er om?

Door de dramatische dood van de MIVB-werknemer staat de agressie tegen het personeel van het openbaar vervoer in de schijnwerpers. De socialistische vakbond bij het spoor stuurde in januari een bundel met voorstellen naar de top van de NMBS en de bevoegde ministers. Drie maanden later wacht de vakbond nog altijd op een reactie.

dinsdag 10 april 2012 16:27
Spread the love

Het is nu meer dan genoeg geweest. De agressie tegen het treinbegeleidingspersoneel blijft maar toenemen. In het recente verleden werden opnieuw ernstige gevallen van agressie gepleegd. Deze hebben er toe geleid dat enkele collega’s treinbegeleiders met verwondingen werden opgenomen in het ziekenhuis. Zaterdagmorgen 7 april 2012 is een medewerker van de Brusselse vervoersmaatschappij MIVB aan zijn verwondingen overleden na slaag te hebben gekregen van een agressor. En bij de federale politie heeft men een nieuwe trend bij inbrekers vastgesteld: “inbrekers kiezen steeds vaker voor de trein en de bus om zich te verplaatsen”. Het omzeilen van autocontroles en anti-inbraakacties lijkt een van de voornaamste redenen daarvoor.

De treinbegeleiders klagen al langer over de stijgende onveiligheid en steeds meer gevallen van agressie tegen hen. Het gaat dan van beledigingen tot slagen en verwondingen. Ze eisen daarom meer toezicht en meer personeel. Ze eisen ook dat de directie van de strijd tegen agressie een prioriteit maakt.

Onder geweld op het werk verstaan we elk feit waarbij een werknemer psychisch of fysiek wordt lastig gevallen, bedreigd of aangevallen bij de uitvoering van het werk. Treinbegeleiders en hun collega’s van de andere modi van het openbaar vervoer zijn dagelijks het slachtoffer van verbaal geweld ( ze zijn de 1ste contactpersoon met het publiek), van fysiek geweld, van intimidaties en bedreigingen…en toenemende werkdruk. Bedreigingen zijn schering en inslag: “We zullen je weten te vinden, we zullen je eens opwachten met een groepje vrienden, als ik/we ooit uw adres te weten komen”, enz. Op risicolijnen staat het personeel onder constante druk: sommigen zijn bang om hun dienst aan te vangen, sommigen durven geen controles meer uitvoeren…

Er wordt algemeen aangenomen dat agressie een maatschappelijk probleem is. In 1982 schreven James Q. Wilson en George L. Kelling een criminologische theorie: “de theorie van de gebroken ramen”. Volgens hen is misdaad onvermijdelijk het gevolg van wanorde. Als een kapot raam niet hersteld wordt, besluiten voorbijgangers dat het niemand iets kan schelen en dat er niemand voor verantwoordelijk is. Het gevolg is dat er al gauw meer ramen kapot gaan. De sfeer van anarchie en straffeloosheid breidt zich vanuit het gebouw uit naar de straat. Er gaat een signaal vanuit dat alles mag. In een stad, zo schrijven ze, hebben betrekkelijk kleine problemen als graffiti, openbare wanorde en agressieve bedelarij dezelfde betekenis als kapotte ramen en lokken ze ergere misdaden uit (bron: nieuwsbrief 7 – 2010, Sociaal Fonds VOHI-Icoba).

Wat agressie bij het spoor betreft heeft de overheid daarin een belangrijke rol gespeeld. De overheid heeft beslist dat stations openbare ruimtes moesten worden die voor iedereen toegankelijk moesten zijn.

Voor deze beleidsoptie had je geen toegang tot de perrons en de treinen zonder een aangekocht vervoersbewijs of perronkaartje. Tijdens de nacht, wanneer er geen treinverkeer meer was werden de stations afgesloten.
Door de aanhoudende bezuinigingen (afschaffen ingangscontroles, afschaffen en sluiten van stations…) en het beleid van de overheid werden stations openbare ruimtes die voor iedereen toegankelijk waren (stations zijn nu winkelruimtes geworden ).

We hoeven niet helemaal terug te keren in de tijd. Het is aangenaam vertoeven in de grote stations die ontegensprekelijk een belangrijke functie innemen in het lokale maatschappelijke leven. Maar dat betekent ook dat iedereen zonder geldig vervoerbewijs dus vrije toegang heeft tot stations en treinen. Stations en treinen zijn dus welgekomen ruimtes waar verdachte figuren en groepjes jongeren rondhangen die voor problemen zorgen.

De oorzaken van agressie zijn divers maar ongeveer 70% van de agressiegevallen heeft te maken met ongeldige vervoerbewijzen. Logisch als je bedenkt dat de perrons voor iedereen vrij toegankelijk zijn. De afgelopen jaren stellen we echter vast dat een stijgend aandeel van de agressiegevallen zonder reden zijn. M.a.w. men schept er plezier in om de trein te nemen om gewoon eens ….op de vuist te gaan.

Verschillende structurele maatregelen dringen zich op. Er zijn onvoldoende mensen en middelen ter beschikking om het hoofd te bieden aan de stijgende werkdruk en agressietreinen zijn onderbemand. We vragen al jaren dat de begeleidingsnormen van de treinen worden herzien opdat treinen ( op risicolijnen, risicotreinen, met grote samenstelling, druk bezette treinen…) met meer dan één treinbegeleider zouden worden verzekerd. We vragen voldoende middelen om meer veiligheidspersoneel te kunnen inschakelen. Duidelijke wetgevende maatregelen ontbreken om agressors in het openbare vervoer te vervolgen.

Als we rekening houden met het stijgend aantal zwartrijders en amokmakers die elke dag vrij de trein kunnen nemen dan pleiten wij er voor dat men naar systemen gaat waarbij de toegang tot de perrons en de treinen praktisch onmogelijk word zonder geldig vervoerbewijs. De toegang tot het perron en de trein is uitsluitend toegelaten aan personen die een legitieme reden hebben om daar te zijn.

Na de laatste agressiegevallen t.o.v. treinpersoneel is acod spoor niet bij de pakken blijven zitten. Wij hebben zelf een beleidsnota (zie bijlage) tegen agressie opgesteld. Het is meer dan duidelijk dat de maatregelen die door de NMBS-Groep worden genomen ruim onvoldoende zijn.

Met deze beleidsnota streven wij naar een breder overleg om te komen tot meer adequate en prioritaire maatregelen ter preventie en bestrijding van agressie tegen treinbegeleiders en de andere risicogroepen binnen de NMBS – Groep. Over agressie tegen het personeel en de reizigers in het openbaar vervoer moet dringend een breder maatschappelijk debat worden gevoerd.

Om deze doelstelling te bereiken nodigen wij de NMBS –Groep en de publieke overheid uit om samen met acod spoor aan dit overleg deel te nemen.

Deze beleidsnota hebben we op 25 januari 2012 verstuurd naar de verantwoordelijken van de NMBS – Groep en de Ministers van Overheidbedrijven, Justitie en Binnenlandse Zaken.

Het is tot op heden stil gebleven.

Rudy Verleysen is nationaal secretaris ACOD Spoor.
Jos Digneffe is voorzitter ACOD Spoor.

take down
the paywall
steun ons nu!