Afscheid van de VN-diplomaat die niet bang was van Trump, Orban en co

Zeid Ra'ad al-Hussein neemt na vier jaar afscheid als hoge commissaris van de mensenrechten van de VN. Hij vreest dat hij in een tweede termijn zijn onafhankelijkheid zal verliezen. De diplomaat ontpopte zich tot een moedige stem in de duisternis.

dinsdag 19 juni 2018 15:41
Spread the love

Al vier jaar draagt Zeid Ra’ad al-Hussein de titel van hoge commissaris voor de mensenrechten van de Verenigde Naties. Binnen twee en een halve maand zwaait hij af. In het Paleis der Naties in Genève hield hij vorig weekend zijn laatste grote toespraak. Het werd een stevig pleidooi voor de universaliteit van mensenrechten en een keiharde uithaal naar extreemrechts dat overal in de wereld haat zaait en de spanningen oppookt.

Zeid Ra’ad al-Hussein zou zichzelf kunnen opvolgen voor een tweede termijn, maar dat wil hij niet. In een interne mail aan zijn medewerkers legde hij uit waarom: “Mocht ik dat doen in de huidige geopolitieke context, dan zou met de knieën op de grond moeten smeken want de onafhankelijkheid en de integriteit van mijn stem zou verminderen.”

Vier jaar geleden kon Zeid Ra’ad al-Hussein nog profiteren van het verrassingseffect. Hij is een Jordaanse carrièrediplomaat, maar eenmaal hij hoge commissaris werd, schuwde hij de klare taal niet. Hij viseerde niet alleen de evidente doelwitten zoals Rusland, Iran en Noord-Korea, maar haalde regelmatig ook uit naar de VS en Europese landen. Zo noemde hij de vorming van de extreemrechtse regering in Oostenrijk een ‘gevaarlijke evolutie’. Zelfs zijn eigen land spaarde hij niet. Hij reageerde scherp toen de Soedanese heerser Omar al-Bashir (die waar Francken graag mee samenwerkt) er op bezoek mocht.

Zonder verzet, geen vrede

Aan zijn toehoorders – een publiek van VN-vertegenwoordigers van de lidstaten – vroeg hij waarom de VN zo stil bleef tegenover het nationalisme en chauvinisme – “de meest destructieve krachten”, aldus Zeid Ra’ad al-Hussein. “Zonder verzet tegen die krachten is geen vrede mogelijk”, klonk het.

Hij gaf ook voorbeelden. Orban en Trump kregen er van langs. De eerste wegens een wetsontwerp dat de controle van mensenrechten aan de grenzen en in het binnenland zou criminaliseren. Trump omwille van de scheiding van kinderen en ouders in detentiekampen voor vluchtelingen en migranten bij de Mexicaanse grens.

In een opiniestuk in de Washington Post toont Zeid Ra’ad al-Hussein zich nog scherper:

“We keren terug naar een tijd toen racisten en xenofoben bewust haat en discriminatie aanwakkerden bij het publiek, terwijl ze zichzelf zorgvuldig verhullen achter de vermomming van democratie en de rechtsstaat. Terug naar een tijd dat vrouwen hun eigen keuzes en hun lichaam niet mochten controleren, toen kritiek gecriminaliseerd werd en mensenrechtenactivisme je in de gevangenis bracht of erger.”

“Zo worden oorlogen gemaakt: met het gegrom van oorlogszucht en de grijns van ontmenselijking; de zweep van onrecht en de toenemende erosie van oude en schijnbaar vermoeiende controlemechanismes. Het pad van het geweld wordt gebouwd op de onontgonnen gevolgen van banale, incidentele brutaliteit die in het politieke landschap sijpelt.”

Hij schrijft ook nog:

“Xenofoben en racisten treden uit de schaduw. Er is een backlash tegen de vooruitgang van vrouwenrechten en vele andere rechten. De ruimte voor activisme wordt kleiner. De legitimiteit voor mensenrechten wordt aangevallen en de toepassing van mensenrechtennormen zit in de verdrukking.”

Het zijn beschrijvingen van een realiteit die perfect toepasbaar zijn op ons land. Denk aan de manier waarop Francken en De Wever tekeer gaan tegen het Europees hof van de Mensenrechten of tegen rechters die niet meegaan in hun afbraakbeleid.

Volgens Zeid Ra’ad al-Hussein is er maar één remedie: activisme en de strijd voor meer vrijheid en rechtvaardigheid. Benieuwd wie zijn opvolger wordt en of hij de moed vindt om even vrij te spreken.

take down
the paywall
steun ons nu!