Diverse beelden tonen de verwondingen van LGBTIQ+ vluchtelingen in Kakuma.
Opinie - Denis Bouwen

Aanval tegen Jordan Ayesigye illustreert droevig lot holebi-vluchtelingen in Kenia

De leefomstandigheden in het omstreden vluchtelingenkamp in het Keniaanse Kakuma, gerund door UNHCR, zijn zo schrijnend en onthutsend dat het Europese Parlement er op 16 september 2021 een debat aan wijdde. Voor specifieke kwetsbare groepen zoals LGBTIQ+-ers (onder meer holebi-personen en transgender personen) en niet-begeleide minderjarigen is leven in het kamp zo mogelijk nog moeilijker dan voor doorsnee vluchtelingen. De jonge Oegandees Jordan Ayesigye werd in het voorjaar het slachtoffer van een gruwelijke aanval met een Molotov-cocktail. Hij ligt nu in een ziekenhuis in Nairobi en doet zijn verhaal over het leven in Kakuma.

maandag 20 september 2021 17:57
Spread the love

 

De Belgische europarlementariërs Hilde Vautmans (Open VLD) en Marie Arena (PS) waren intens betrokken bij een resolutie waarover onlangs werd gedebatteerd en gestemd in het Europees Parlement. Mevrouw Vautmans had zich sterk ingespannen om de situatie in Kakuma op de agenda te krijgen.

In de resolutie werd onder meer verwezen naar trieste feiten die dateren van 15 maart 2021. Op die datum raakten twee Oegandese vluchtelingen zeer zwaar verbrand toen ze in hun slaap in het kamp werden aangevallen met een Molotov-cocktail. Jordan was één van de slachtoffers. Het andere slachtoffer, Chriton ‘Trinidad’ Atuhwera, overleed nadien aan zijn zware verwondingen. In Kakuma is het niet uitzonderlijk dat LGBTIQ+-vluchtelingen worden aangevallen en verwond; sommigen van hen ontvluchten het kamp in de hoop elders in Kenia minder onveiligheid mee te maken.

De indieners van de resolutie toonden zich uitermate verontrust over de humanitaire situatie in Kakuma en de geregelde berichten over geweld in het vluchtelingenkamp. Ze uitten hun afschuw over de tragische feiten van 15 maart van dit jaar en hun ongerustheid over de aanhoudende dreigementen tegen LGBTIQ+ bewoners van het kamp. In de voorbije maanden werden meer dan 30 personen noodgedwongen overgebracht naar andere locaties in Kenia. Vorig jaar, meer bepaald in oktober 2020, werd in Antwerpen overigens een symbolische kaarsenwake gehouden om de aandacht te vestigen op de droevige situatie van LGBTIQ+-vluchtelingen in Kakuma en Kenia.

Diverse beelden tonen de verwondingen van LGBTIQ+-vluchtelingen in Kakuma.

Volgens de bezorgde europarlementariërs moet de EU inspanningen doen om de voedselbevoorrading in het kamp te verbeteren en andere basisbehoeften te helpen dekken. De EU zou ook nauw moeten samenwerken met de Keniaanse regering, UNHCR en de ruimere internationale gemeenschap om te zoeken naar oplossingen voor de vluchtelingen in de regio. Bovendien heeft de EU ook een rol te spelen wanneer het gaat om de bescherming en bevordering van de mensenrechten in Kenia.

Resettlement

Hilde Vautmans en een aantal van haar collega’s in het Europees Parlement dringen aan op grotere inspanningen om LGBTIQ+-vluchtelingen te beschermen. De EU en de internationale gemeenschap moeten veel meer doen om de ‘resettlement‘ (hervestiging) van zulke vluchtelingen mogelijk te maken. Momenteel doen de meeste landen veel te weinig om mee te werken aan resettlement. Wellicht laten veel regeringen zich afschrikken door de misplaatste ressentimenten tegen vluchtelingen en migranten die tegenwoordig zo ‘bon ton’ zijn in Europa.

De EU heeft overigens een eigen delegatie in de Keniaanse hoofdstad Nairobi. Die delegatie moet, zo vinden de ongeruste europarlementariërs, de situatie van LGBTIQ+-vluchtelingen en Afrikaanse vrouwen nauwgezet blijven monitoren. Ze moet ook ondersteuning bieden aan organisaties uit het middenveld, mensenrechtenverdedigers en LGBTIQ+’ers in Kenia, luidt het.

Europese Commissie

Aan het slot van het debat in het Europees Parlement reageerde Ylva Johansson, lid van de Europese Commissie, op de interventies van diverse europarlementariërs. Zij sprak er in naam van Josep Borrell Fontelles, de Hoge vertegenwoordiger van de EU voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid.

De EU ziet Kenia als een belangrijke partner in Oost-Afrika en wil graag de relaties met het land voort uitbouwen. Volgens Johansson verdient Kenia een pluim omdat het land sinds lang honderdduizenden vluchtelingen opvangt en beschermt. Ze is van mening dat veel van die vluchtelingen op termijn beter zouden terugkeren naar hun land van oorsprong. Tegelijkertijd maakt de EU zich zorgen over het plan van de Keniaanse autoriteiten om Kakuma en andere vluchtelingenkampen op te doeken. Veel van de vluchtelingen in Kenia komen uit Zuid-Soedan en Somalië, landen waar de veiligheidssituatie problematisch blijft.

“Het is belangrijk dat vluchtelingen toegang krijgen tot essentiële diensten en dat ze een veilig en productief bestaan kunnen leiden”, onderstreepte Johansson. Ze erkende ook dat de rechten van kwetsbare groepen zoals LGBTIQ+-vluchtelingen en niet-begeleide minderjarigen afdoende moeten worden beschermd.

De Europese Commissie is zich bewust van de ‘incidenten in de voorbije lente’ en van de reacties die nadien volgden vanwege de Keniaanse overheid en UNHCR. Ze is naar eigen zeggen in gesprek met haar partners over ‘de uitdagingen voor LGBTIQ+-personen’ en bekijkt of er ‘bijkomende maatregelen mogelijk zijn om hen te beschermen’. “We zullen ook bekijken op welke manier we meer kunnen doen op het vlak van resettlement”, beloofde Johansson.

Het verhaal van Jordan

Jordan Ayesigye (31) ondervond aan den lijve wat het betekent om als homoseksuele vluchteling in het kamp van Kakuma te verblijven. Hij is afkomstig uit Oeganda, waar hij afstudeerde als maatschappelijk werker. Uit heel wat Afrikaanse landen komen LGBTIQ+’ers naar Kenia in de hoop daar iets veiliger te kunnen leven. In de praktijk stuiten ze ook daar echter op heel veel homo- en transfobie, onverdraagzaamheid, discriminatie, uitsluiting en stigmatisering.

“Voor mij was het heel moeilijk om in Oeganda te leven”, vertelt Jordan. “Als men daar ontdekt dat iemand homoseksueel is, is dat een soort doodsvonnis. Ik probeerde het er vol te houden, maar het liep mis. In 2019 werd ik met mijn vriend betrapt. We werden toen verjaagd uit het dorp waar we samen naartoe waren getrokken rond de tijd van Kerstmis. Er zat niets anders op dan naar de stad te vluchten. Ik verloor al mijn bezittingen, mijn partner verdween en ik had maar één keus: ontsnappen naar Kenia om mijn leven te redden”.

Op 20 februari 2020 nam Jordan het besluit om naar buurland Kenia te gaan. Hij hoopte daar bescherming te vinden met hulp van de VN-vluchtelingenorganisatie (UNHCR). “Toen ik in Kenia werd ingeschreven, werd me verzekerd dat ik zou worden beschermd. Maar in werkelijkheid werd het daar nog erger dan de situatie die ik in Oeganda had meegemaakt”.

Vervloekt

Op 23 februari 2020 stak de Oegandees de grens met Kenia over. Na zijn registratie door UNHCR werd hij overgebracht naar het kamp van Kakuma dat als ‘veilig’ werd bestempeld. “Ik belandde in de LGBTIQ+-gemeenschap in het kamp. Al in de eerste dagen werd ik er aangevallen. Op Paasmaandag ging mijn huisje in het kamp in vlammen op. Samen met anderen werd ik overgebracht naar een ziekenhuis.

Sindsdien werd het eigenlijk nooit rustig in het kamp. De andere vluchtelingen daar denken dat LGBTIQ+’ers een vloek met zich meedragen en de oorzaak zijn van hun ellende. Ze willen niet dat wij water halen wanneer zij dat doen. En in de winkeltjes willen ze ons ook niet tegenkomen. Als ze je te pakken krijgen, word je geslagen. Toen we in het kamp om betere bescherming vroegen, werden we geslagen door politieagenten. Ze stuurden ons naar ‘Block 13’, waar het leven een hel is”.

Jordan schat dat er in het kamp van Kakuma zeker meer dan 300 LGBTIQ’ers verblijven. Een deel van hen verblijft in Block 13. Anderen zitten elders in het kamp en trachten zo discreet mogelijk te leven om aanvallen te vermijden en niet te worden mishandeld door de politie. Er zijn ook LGBTIQ+-vluchtelingen die elders in Kenia – bijvoorbeeld in de hoofdstad Nairobi – trachten te overleven.

Molotov-cocktail

Op 15 maart 2021 nam het leven van Jordan een heel tragische wending. Hij werd toen aangevallen met een Molotov-cocktail. “Ik had iets vreemds gehoord, en toen ik mijn ogen open deed, stonden al mijn kleren in brand. Ik liep weg, en viel op de grond. Anderen deden mijn kleren uit: die zaten vastgekleefd aan mijn lichaam. Ik voelde vreselijk veel pijn. De aanvallers heb ik niet kunnen zien”.

Jordans benen raakten erg zwaar verbrand, tot aan zijn dijen. Hij was niet het enige slachtoffer van de drieste aanval. Ook Chriton “Trinidad” Atuhwera liep zeer zware verwondingen op. “Bijna heel zijn lichaam raakte verbrand”, herinnert Jordan zich.

‘Trinidad’ stierf aan de gevolgen van een aanval met een Molotov-cocktail in Kakuma. Patricia was de baby van een lesbische vluchtelinge in Kamuka; het kindje raakte gewond bij een aanval met traangas in het kamp. Arnest Mweru was een homoseksuele vluchteling in Kakuma, hij hing zichzelf uit wanhoop op aan een boom nabij de kantoren van UNHCR in Nairobi.

De twee slachtoffers van de aanval werden overgebracht naar het Kenyatta-ziekenhuis in Nairobi, waar ze zowat drie weken verbleven. “Trinidad” stierf uiteindelijk aan zijn verwondingen. “Naar mijn mening was zijn dood te wijten aan de nonchalance in dat ziekenhuis”, aldus Jordan. “Toen de verpleegkundigen beseften dat we Oegandezen waren en uit het kamp van Kakuma kwamen, begonnen ze contact te vermijden. Ik werd tegen mijn zin weggehaald van de intensive care. Een week na het overlijden van Trinidad begon het medisch personeel me te isoleren. Mijn verwondingen werden niet verzorgd zoals het hoorde, en mijn benen stonken verschrikkelijk. Wanneer er dan toch iets voor me werd gedaan, kreeg ik zelfs geen pijnstillers toegediend. Ik was bang dat ik ook zou sterven, maar uiteindelijk dook er een weldoener op die ervoor zorgde dat ik werd overgebracht naar een ander ziekenhuis in Nairobi, Beleview; daar word ik gelukkig beter verzorgd”.

Jordan ervaart dat andere LGBTIQ+’ers zich solidair tonen nu hij zo’n zware periode in zijn leven moet doormaken. “Ik krijg van hen financiële, sociale en psychologische steun. Ze zijn een stukje van mij geworden”. Voor de Oegandees is het heel belangrijk dat europarlementariërs aandacht hebben voor de gang van zaken in Kakuma en het lot van LGBTIQ+-vluchtelingen. “De Keniaanse poot van UNHCR heeft altijd proberen te verdoezelen wat wij meemaken. De EU weet nu eindelijk hoe de vork precies in de steel zit. Ik hoop dat Europa zal handelen en ons zal redden”.

Arnold is een andere homoseksuele vluchteling die in Kakuma verbleef, en die overleed bij gebrek aan een degelijke medische verzorging.

Volgens Jordan moeten LGBTIQ+’ers beter worden beschermd in Kenia, en moeten vluchtelingen de kans krijgen om een beter bestaan op te bouwen in een veilig land. “In veel Afrikaanse landen zijn er wetten die homoseksuelen criminaliseren. Buiten Afrika zullen wij een veel betere kans hebben om een normaal leven uit te bouwen”. Vluchtelingen als Jordan denken daarbij aan Europa, Noord-Amerika of Australië.

Kans voor Sammy Mahdi

Het is nu afwachten of de mooie woorden van de Europese Commissie ook in de praktijk zullen worden omgezet. Ook België heeft daarbij een rol te spelen, tenminste als daartoe de politieke wil bestaat. In het regeerakkoord van de Vivaldi-coalitie, geleid door Alexander De Croo, staat trouwens duidelijk: “België speelt een internationale voortrekkersrol wat betreft de kinderrechten, genderdimensie en gendergelijkheid. Ook wat LGBTQIA+-rechten betreft neemt ons land het voortouw en focust daarbij op decriminalisering, en op bescherming van LGBTQIA+-personen”. Sammy Mahdi, de staatssecretaris van Asiel en Migratie, heeft in Kenia een uitgelezen kans om te laten zien wat ons land kan doen om LGBTIQ+’ers beter te helpen beschermen én hen te hervestigen. Hopelijk zal hij die kans ook willen grijpen.

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!