Aanslag in Istanbul brengt Turkije nader tot Israël

Op 16 maart ontvingen veel Turken SMS-berichten van kennissen over een dreigende aanslag in Istanbul. De volgende dag sloot het Duitse consulaat in die stad de deuren. Een teken aan de wand, maar Istanbuls gouverneur Vasip Sahin noemde berichten over op handen zijden aanslagen ongegrond. Voor Sahin was er niets aan de hand.

dinsdag 22 maart 2016 08:01
Spread the love

Regeringsgezinde kranten openden zelfs de aanval op Duitsland. De beslissing daarvan om het consulaat te sluiten werd hier weergegeven alsof het om ‘steun aan terroristen’ ging.

 Dan wordt het zaterdag 19 maart. In Istanbuls Istiklal Caddesi, de meest populaire winkelstraat van de stad, regent het om 10.15 een beetje en is het nog rustig. Toeristen die in een paar dagen zoveel mogelijk van de stad willen zien zijn echter al op pad. Ze komen uit alle windstreken. Uit Dubai, Duitsland, Ierland, Iran en IJsland. Daarnaast loopt een voor een culinair tripje naar Istanbul gekomen groep Israëliërs door de Istiklal-straat.

Explosie 

Dan is er de explosie: de tweede zelfmoordaanslag binnen een week in Turkije, de tweede in drie maanden in Istanbul. De dader komt om bij de aanslag en sleept vier buitenlandse toeristen mee de dood in. Drie komen er uit Israël (de ander uit Iran, een bizarre combinatie). Onder de 37 gewonden bevinden zich twaalf buitenlanders.

De politie zet de straat af, sociale media worden geblokkeerd en Tv-kanalen beperkt in hun berichtgeving. Een pandemonium verspreidt zich over de stad.

In de avond geeft de politie de Istiklal-straat weer vrij, maar de volgende dag heerst nog steeds een doodse en surrealistische stilte in dit anders zo drukbevolkte gebied. Ook in het openbaar vervoer en op alle andere plaatsen in Istanbul waar je normaal gesproken over de hoofden kunt lopen, blijft het erg rustig. Op de twee snelwegen door de stad staat het verkeer bij hoge uitzondering eens niet vast. Restaurants blijven leeg en toeristen verschansen zich op hun hotelkamer, als ze niet proberen om het land zo snel mogelijk te verlaten.

TAK/IS

Aanvankelijk brengen de autoriteiten de aanslag in verband met de Koerdische Vrijheidshaviken (TAK). Die pleegde nog geen week eerder immers een zelfmoordaanslag in Ankara. Deze keer ging het echter niet met een autobom, maar met explosieven op het lichaam. Dat deed denken aan de aanslag op Duitse toeristen van 12 januari in Istanbul door de Islamitische Staat (IS). Als blijkt dat de slachtoffers ook nu weer voor een groot deel buitenlanders zijn ontstaat twijfel of TAK verantwoordelijk is.

Een paar uur na de aanslag gaat een naam van een dader rond, al zal het de verkeerde naam blijken te zijn. De volgende dag verklaart minister van Binnenlandse Zaken Efkan Ala dat de aanslag gepleegd werd door de in 1992 geboren, uit de provincie Gaziantep afkomstige Mehmet Öztürk. Hij had volgens Ala banden met IS.

Dezelfde dag wordt een belangrijke voetbalwedstrijd in Istanbul uit veiligheidsoverwegingen afgelast. Later verschijnen berichten dat IS een aanslag in het stadion wilde plegen, zoals vorig jaar in Parijs. 

Regeringsgezinde kranten

 De regeringsgezinde kranten leken bijna teleurgesteld dat de aanslag niet door een Koerdische organisatie werd gepleegd. Daarom schreven ze maar dat Koerden dezelfde dag in Antalya dansten om het jaarlijkse Newroz-feest te vieren en beschuldigden ze de leider van pro-Koerdische Democratische Volkspartij (HDP), Selahattin Demirtas, ervan dat hij zijn dagprogramma niet aanpaste. Aldus kregen Koerden morele verantwoordelijkheid in de schoenen geschoven voor een aanslag waar deze keer geen Koerd iets mee te maken had.

Waar de regeringsgezinde kranten geen probleem mee hadden was dat president Erdogan zich onttrok aan zijn presidentiële taak om in tijden van onheil voor eenheid binnen de natie te staan. In plaats daarvan ging Erdogan naar een trouwfeest.

Veel ophef ontstond na de aanslag rond Irem Aktas, een betrokkenen van een lokale aan Erdogans Partij voor Gerechtigheid en Ontwikkeling (AKP) verbonden vrouwenorganisatie. Aktas zal voor de tuchtraad van de AKP worden gesleept omdat ze in een tweet schreef het jammer te vinden dat er niet meer Israëlische burgers bij de aanslag om het leven kwamen. De regeringgezinde media lieten deze ongehoorde opmerking van Aktas liever buiten beschouwing.

Israël

Het is moeilijk om de tweet van Aktas los te zien van de toenadering gedurende de laatste maanden tussen Israël en Turkije. De laatste weken werd daar veel over bericht. Hoewel Erdogan Israël een paar jaar geleden nog als zijn ultieme vijand noemde, is hij de laatste maanden opvallend bijgedraaid. Zo zei hij eerder dit jaar ‘dat Israël en Turkije elkaar nodig hebben.’ Waarnemers verbinden deze aanpassing van het Turkse buitenlandbeleid aan het isolement waar Turkije zich in is komen te bevinden binnen de regio.

De tweet van Aktas zou als indicatie begrepen kunnen worden dat niet iedereen binnen de AKP blij is met een herstel van de betrekkingen met Israël, die na de Israëlische aanval op het Turkse passagiersschip Mavi Marmara (dat hulpgoederen voor Gaza vervoerde) in 2010 werden verbroken. Dat Aktas zonder dralen voor de tuchtraad van de AKP wordt gesleept is echter veelzeggend.

Het verband met Israël plaatst verder vraagtekens bij de veronderstelling uit de eerste uren na de aanslag dat de dader voor willekeurige slachtoffers koos. Israël en Turkije zouden momenteel in gezamenlijk overleg onderzoeken of dat werkelijk zo is, dan wel of er sprake was van een meer gerichte aanslag. Een samenwerking tussen beide landen kwam direct na de aanslag al op gang. In Israël sprak men daar volop lof over uit.

De aanleiding mag dan dramatisch zijn, maar dat er nu samengewerkt wordt is een belangrijke fase in de verstandhouding tussen beide landen. Dit werd benadrukt door de komst van Dore Gold, de directeur-generaal van het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken, naar Turkije op de dag na de aanslag. Sinds 2010 heeft Turkije niet zulk hoog diplomatiek bezoek uit Israël ontvangen.

 Voor de Turkse buitenlandminister Feridun Sinirioglu is Gold geen onbekende. Vorig jaar ontmoette hij hem bij twee gelegenheden in het kader van gesprekken over een herstel van de betrekkingen.

 Of die geheel gerepareerd kunnen worden is de vraag. Daarvoor bestaat er in Israël wellicht teveel wantrouwen jegens Erdogan na al zijn uitspraken van de afgelopen jaren. In de huidige situatie is een toenadering ook belangrijker voor Turkije dan voor Israël. Laatstgenoemde land zal vooral denken aan de transportmogelijkheden van zijn aardgas naar Europa. Dat gaat het meest voordelig voor Israël via Turkse bodem. Of dat genoeg is voor Israël om het geschil met Turkije bij te leggen moet blijken. Vast staat dat er gepraat wordt. De samenwerking naar aanleiding van de aanslag in Istanbul zou daar een factor van betekenis bij kunnen zijn.

Volg Peter Edel op Twitter

Peter Edel is schrijver van De diepte van de Bosporus, een politieke biografie van Turkije (2012, Uitgeverij EPO, Antwerpen)

  

take down
the paywall
steun ons nu!