De community ruimte is een vrije online ruimte (blog) waar vrijwilligers en organisaties hun opinies kunnen publiceren. De standpunten vermeld in deze community reflecteren niet noodzakelijk de redactionele lijn van DeWereldMorgen.be. De verantwoordelijkheid over de inhoud ligt bij de auteur.

Aanhoudend Amerikaans militarisme, of aloude diplomatie?

Aanhoudend Amerikaans militarisme, of aloude diplomatie?

maandag 10 augustus 2020 07:13
Spread the love
A U.S. Army Special Forces soldier with Special Operations Task Force – South scans the horizon for enemy activity in Shah Wali Kot District, Kandahar province, Afghanistan, during a clearing operation, Feb. 8, alongside Afghan Commandos from 2nd Company, 3rd Commando Kandak. Photo: Staff Sgt. Jeremy D. Crisp (Wikimedia Commons)

 

Denktank New America bepleit een einde aan Amerikaanse militaire betrokkenheid in het Midden-Oosten. Klassieke diplomatie moet ‘avontuurlijke’ Arabische staten in het gareel krijgen. De denktank zwijgt echter over de machtige lobby’s van Israël en het militair-industrieel complex, en komt met voorstellen die indruisen tegen het internationaal recht. New America zal uit een ander vaatje moeten tappen.

In een long read op het alom gerespecteerde Amerikaanse online magazine Foreign Policy bepleit Alexandra Stark een fundamenteel gewijzigd Amerikaans beleid in het Midden-Oosten. De auteur is verbonden aan de denktank New America, die zich beschrijft als niet-partijgebonden, maar door sommigen wordt gezien als liberal (progressief) georiënteerd. In zijn mission statement positioneert New America zich als voorvechter van herstel van de disfunctionerende Amerikaanse democratie en van het vertrouwen in de overheid. Het democratisch proces wordt gefnuikt door een zichzelf versterkend machtsoligopolie dat elke innovatie verhindert, aldus New America.

Lokale actoren moesten het vuile werk opknappen

In haar stuk betoogt Stark dat de VS zijn proxy-oorlogen in het Midden-Oosten maar beter kan opgeven. Tegen beter weten in poogden opeenvolgende Amerikaanse regeringen het risico van een terroristische aanslag op Amerikaanse bodem te verkleinen, Al Qaida en IS uit te roeien, en maximale druk uit te oefenen op Iran, dat zijn invloed in het Midden-Oosten had zien toenemen. Na het Amerikaanse fiasco in Irak was de inzet van grondtroepen immers politiek onhaalbaar geworden. Dus moesten lokale actoren het vuile werk opknappen. Die konden rekenen op steun van ‘onzichtbare’ Amerikaanse speciale troepen, training en wapenleveringen, aldus Stark.

Amerikaanse bondgenoten in de regio zien het falen van hun proxy-oorlogen in, zo leert onderzoek. In de visie van Stark hebben de interventies in Libië en Syrië enkel geleid tot uitzichtloze conflicten, tot instabiliteit in de hele regio, en tot onnoemelijk veel menselijk leed. In plaats van de Amerikaanse doelstellingen te realiseren hebben de proxy-oorlogen ertoe geleid dat de VS betrokken raakte bij tal van nieuwe conflicten zodat het zich niet kon terugtrekken uit de regio. Zo kon de Houthi-beweging in Jemen uitgroeien tot een groepering die de Saoedische hoofdstad Riyad kon raken met raketten, Al-Qaida vaste voet krijgen op het Arabische schiereiland, en Amerikaanse wapens in handen van terroristen konden vallen.

Stark meent dat de VS zal moeten afrekenen met de gevolgen van de instabiliteit, het terrorisme en de de politieke polarisatie in het Midden-Oosten waar het zelf aan heeft bijgedragen. De VS moet leren van het fiasco, en het roer omgooien: klassieke diplomatieke druk kan ‘avontuurlijke’ Arabische staten in het gareel krijgen, maar de VS moet niet blijven aanmodderen in situaties waar het geen druk kan uitoefenen. Zo is er geen enkele rechtvaardiging voor het rest-contingent Amerikaanse troepen in het noordoosten van Syrië. Na vijf jaar steun aan de Koerden om de Russische en Iraanse invloed in Syrië aan banden te leggen liet Trump deze bondgenoot ijskoud vallen en waren de Koerdische troepen aangewezen op het Assad-regime voor steun tegen de Turkse inval.

Israël bepaalt het Amerikaanse Midden-Oostenbeleid

Stark bedoelt het goed, maar haar betoog gaat voorbij aan de essentie. De afgelopen decennia, en vooral sinds de Zesdaagse Oorlog in 1967, staat het Amerikaanse Midden-Oostenbeleid in het teken van de relatie met Israël1. In een democratie bepaalt het parlement het overheidsbeleid. In Amerika wordt het beleid ten aanzien van Israël en het Midden-Oosten echter bepaald door de Israël Lobby. De meeste Congresleden zijn schatplichtig aan de Lobby. En het is bekend dat Israël de afgelopen decennia probeert af te rekenen met elk land dat het maar enigszins als bedreigend ervaart. Zo moesten landen als Irak, Syrië en Libië eraan geloven, en zucht Iran, ‘de grote vijand’, onder ongemeen harde Amerikaanse sancties die neerkomen op economische oorlogsvoering.

Voor de auteur is, net als voor sommige opiniemakers bij ons, dit issue blijkbaar nog altijd een taboe. Al wat zij erover zegt is een verwijzing naar de Amerikaanse bilaterale steun aan het Palestijnse bestuur op de Westelijke Jordaanoever en in Gaza, steun die sinds kort geconditioneerd wordt aan aanvaarding door de Palestijnse overheid van het plan-Kushner dat voorziet in annexatie van grote delen van de Palestijnse gebieden. De auteur gaat volkomen voorbij aan het feit dat de kwestie Palestina een pan-Arabische zaak2 is die de gemoederen bij de bevolking danig bezigheid houdt: voor 90% van de Jordaniërs, 85% van de Egyptenaren en 80% van de Saoedi’s is de Palestijnse zaak een pan-Arabische zaak, terwijl dit issue hun autocratische leiders blijkbaar volkomen koud laat.

Stark wijst erop dat de regering-Trump elke poging tot wederopbouw van Syrië torpedeert omdat steun aan wederopbouw steun is aan de regering-Assad. Haar suggestie om fondsen voor de wederopbouw van het geruïneerde land rechtstreeks aan Syrische lokale raden en niet-gouvernementele organisaties te verstrekken is verwerpelijk. Dat komt neer op bestendiging van het Assad-must-go-credo en inmenging in de binnenlandse aangelegenheden van een internationaal erkende soevereine mogendheid, in strijd met het Handvest van de Verenigde Naties en het internationaal recht. Niet de Verenigde Staten, het Westen of de internationale gemeenschap maken uit hoe Syrië wordt bestuurd, maar de Syrische bevolking.

Geen militaire maar economische steun

De Amerikaanse buitenlandse hulp is geconcentreerd op eng gedefinieerde strategische doelen. In de visie van de auteur moet hier het roer om: de hulp aan de regio moet voorzien in onmiddellijke humanitaire behoeften en gericht zijn op welvaart voor de mensen. Zo moet Egypte geen fondsen krijgen om Amerikaanse wapens aan te kopen, maar economische hulp. Ook hier ziet de auteur een essentieel issue over het hoofd: de machtige lobby van het Amerikaans militair-industrieel complex die menig Congreslid in zijn zak heeft. Samen met de legertop en grote contractors profiteren die van zo hoog mogelijke defensiebestedingen. De auteur heeft blijkbaar niet de moed om concreet de militaire en de Israël Lobby op de korrel te nemen.

Het valt op dat de auteur zich in haar pleidooi voor een eind aan het Amerikaanse militarisme en herbronning op diplomatie beperkt tot het Midden-Oosten. Volgens Wikipedia zijn ruim 170.000 Amerikaanse militairen actief in meer dan 150 landen overal ter wereld. Zij die niet bij gevechtshandelingen zijn betrokken worden ingezet voor vredesmissies, of zijn verbonden aan Amerikaanse ambassades en consulaten. Zo’n 40.000 manschappen zouden zijn betrokken bij geheime missies op locaties die de Amerikaanse regering weigert bekend te maken. En daar zijn de manschappen van de contractors die het Pentagon inhuurt nog niet eens bij inbegrepen.

Of Trump nu wordt herverkozen of niet, alleen een revolutie kan een halt toeroepen aan de militaire lobby in Amerika. De Westerse manier van oorlogvoeren is achterhaald. De term ‘overwinning’ is een hersenschim. Hoogtechnologische wapensystemen leveren geen overwinning op. Slechts twee landen hebben dat nog niet begrepen: de VS en Israël. Zo lang Israël het Amerikaanse Midden-Oostenbeleid bepaalt, zo lang de VS een havik als Brian Hook, speciaal gezant voor Iran, vervangt door de oorlogsmisdadiger Elliott Abrams, zo lang verandert er niets aan het Amerikaanse beleid in de regio.

Hoe goed bedoeld ook, New America zal uit een ander vaatje moeten tappen, en niet enkel in het Midden-Oosten.

1 Lookman, Paul, Het Zionistische project Israël. Etnisch zuiver, of binationaal gidsland, Geopolitiek in context, Koersel, 2020, p. 57 e.v.
2 ibid, p. 20

Dit artikel verscheen op 9 augustus 2020 op Geopolitiek in context

Creative Commons

take down
the paywall
steun ons nu!