Op 4 oktober 2012 start in Ankara het zoveelste juridische gevecht tegen vakbondsleden en -leiders van KESK (vakbondsconfederatie van de openbare diensten). Zo’n 69 vakbondsleiders moeten voor de rechter verschijnen omdat ze steun zouden bieden aan verboden, terroristische organisaties. Internationale observators spreken van een gerichte politiek om de vakbonden te verzwakken.

KESK: een vakbond of een terroristische organisatie?

Het conflict draait rond de vakbondsconfederatie KESK. Deze links gerorienteerde confederatie telt vele Koerden onder haar leden en onder haar leiding. KESK mobiliseert vaak voor Koerdische initiatieven en veel van zijn leden en leiding zijn aangesloten bij de Koerdische BDP partij of bij het linkse ÖDP. Eén van de aangesloten vakbonden van KESK, Egitim-Sen, strijd voor het recht op ‘onderwijs in de moedertaal’ (lees: onderwijs in het Koerdisch).

Al deze feiten zijn een doorn in het oog van de Turkse staat. Volgens KESK wil de Turkse staat met deze rechtzaak de Turkse vakbondsbeweging en de Koerdische beweging in het algemeen en KESK in het bijzonder intimideren en verzwakken. Recent onthulde een document uit wikileaks dat KESK in het verleden ook rechtstreeks werd geviseerd door de Turkse staat (link).

4 Oktober, Ankara

Op de rechtzaak van 4 Oktober 2012 worden 69 KESK leden en leidinggevenden verdacht van lidmaatschap van, of steun verlenen aan de KCK. De KCK wordt aanzien als de ‘civiele aftakking’ van de PKK. Veel van de gearresteerden zijn trouwens vrouwlijke syndicalisten, vaak met een mandaat in de vakbond.

Het proces wordt op de voet gevolgd door verschillende internationale vakbondsconfederaties zoals EPSU, ITUC & ETUC (link). Sarah Burrows van de ITUC verklaarde dat de strategie van de Turkse regering bij deze duidelijk is: het verzwakken van de vakbondsbeweging in Turkije (link)