Volgens het jaarrapport 2015 van het Comité ter Bescherming van Journalisten (CPJ) kwamen in 2015 in totaal 69 journalisten om tijdens de uitoefening van hun werk. Negen moorden vonden plaats in Frankrijk, daarmee het tweede gevaarlijkste land ter wereld voor journalisten in 2015, na Syrië.
Veertig procent van deze 69 slachtoffers kwam om door toedoen van de islamitische terreurgroepen Al Qaeda en IS. Ze werden opzettelijk vermoord of raakten verstrikt in de gewelddadige conflicten waarover ze verslag deden. In 2014 kwamen in totaal 61 journalisten om het leven tijdens de uitoefening van hun job. Naast de 69 betreurde journalisten in 2015 onderzoekt het CPJ nog 26 andere gevallen om later dit jaar uitsluitsel te kunnen geven over het feit of hun dood al dan niet werkgerelateerd was.
Verslaggevers op de vlucht
In 2012, 2013 en 2014 vielen de meeste persslachtoffers in Syrië. De reden waarom er in 2015 minder journalisten sneuvelden in dit land is dat het er zo gevaarlijk werd dat steeds minder journalisten geneigd zijn om er nog te gaan werken, zegt het rapport. “Veel internationale nieuwsagentschappen kozen ervoor om hun personeel terug te trekken en lokale verslaggevers waren vaak gedwongen om te vluchten.” Volgens het CPJ-jaarrapport waren er ook grote moeilijkheden om een aantal zaken te onderzoeken in onder meer Libië, Jemen en Irak.
Het CPJ heeft bovendien vermoedens dat nog 35 vermiste journalisten uit de regio rond Mosoel in Irak gedood werden door IS. Tijdens een onderzoeksmissie in Irak in 2015 kon het CPJ slechts de dood van een paar van hen bevestigen. De rest van de namen prijkt nog steeds op de CPJ-lijst met vermiste personen.
Charlie Hebdo
Het bloedbad op de redactievloer van het Franse satirische weekblad Charlie Hebdo, op 7 januari 2016 een jaar geleden, werd opgeëist door de organisatie Al Qaeda op het Arabisch Schiereiland. Deze aanslag kostte aan acht journalisten het leven. In oktober 2015 werden Fares Hamadi en Ibrahim Abd al-Qader, twee Syrische journalisten die in Turkije woonden, vermoord door IS.
“In Bangladesh werden een uitgever en vier bloggers het slachtoffer van aanvallen van afdelingen van Al Qaeda of andere lokale extremistische groepen”, meldt het rapport nog. In Pakistan wordt de Taliban verantwoordelijk geacht voor het dodelijke schietincident waarbij journalist Zaman Mehsud het leven liet en in Somalië werden journalist Hindia Haji Mohamed en de weduwe van een andere gedode journalist getroffen door een autobom, het werk van de islamitische terreurgroep al-Shabaab.
De landen Zuid-Soedan, Polen en Ghana staan voor het eerst op de lijst van het CPJ nadat er dodelijke slachtoffers vielen. Pools journalist ?ukasz Masiak werkte aan een verslag over drugscriminaliteit. In Ghana werd radioreporter George Abanga doodgeschoten toen hij op de terugweg was na een radioverslag over een geschil tussen twee cacaoboeren.
Het CPJ startte in 1992 met het bijhouden van de gegevens over journalisten die gedood werden tijdens de uitoefening van hun job of in verdachte omstandigheden die erop wijzen dat hun dood te maken heeft met hun werk. Journalisten die sterven van ziekte of ouderdom worden niet mee opgenomen op de lijst.
Bron: CPJ: Two Thirds of 2015 Journalist Deaths were Acts of Reprisal
