Een van de duizenden door VS-bommen vernielde dorpen in Irak. Foto: Kurdee2130/CC BY-SA ':0
Mediakritiek, Analyse, Longread -

20 jaar geleden op 19 maart 2003 begon de illegale invasie van Irak

20 jaar geleden begon de illegale Anglo-Amerikaanse invasie van Irak, een gruwelijke bezetting die vergeten noch vergeven mag worden. Iedereen die deelnam aan deze invasie en bezetting moet ter verantwoording worden geroepen voor de miljoenen doden en voor vernietiging van de economische en sociale structuren van dit land, zijn historische verleden, zijn gezondheidszorg, zijn onderwijs... Dit is niet de mainstream pseudo-analyse van 'deze oorlog was een tragische vergissing', dit was een misdaad tegen de mensheid.

zaterdag 18 maart 2023 13:14
Spread the love

 

Het verzet van het Iraakse volk heeft, in combinatie met de steun van vredesbewegingen over de hele wereld, de Amerikaanse en Britse regeringen uiteindelijk gedwongen om zijn troepen eind 2011 terug te trekken.

Hoewel die terugtrekking een belangrijke mijlpaal was, betekende de aftocht van de invasietroepen uit Irak niet het einde aan de bezetting. De voetafdruk van de VS is er nog steeds groot, in de vorm van contractanten die werknemers in dienst hebben (onder het eufemisme “onderdanen van derde landen”) en huursoldaten, die er ageren zonder enig toezicht, verantwoording of transparantie.

Verzonnen redenen voor een illegale invasie en bezetting

In de aanloop naar de invasie van Irak in 2003 heeft de bende van president George W. Bush 935 maal gelogen, tussen 11 september 2001 en 19 maart 2003, om ze te rechtvaardigen. Bush persoonlijk loog 259 maal. De grootste leugen was dat Irak ‘massavernietigingswapens’ zou gehad hebben en dat Iraaks president Saddam Hoessein met al-Qaida samenwerkte.

Lokale bewoners dragen de lichamen weg van burgers die omkwamen bij een VS-luchtaanval in Mosoel, Irak. Foto: mintpress.com

Waarom is het aantal van deze leugens zo belangrijk? De media en de bondgenoten van de VS (en hun vazal Groot-Brittannië) hadden eveneens 935 mogelijkheden om deze leugenaars te ondervragen. Deze 935 leugens bewijzen dat de gehele Amerikaanse heersende klasse verantwoordelijk is voor het complot om oorlog te voeren tegen Irak.

Miljoenen mensen marcheerden tegen deze oorlog nog voor hij begonnen was. Zij wisten toen reeds wat deze leugens waren. Je hoefde hier trouwens geen Einstein voor te zijn. De hele heersende klasse en haar instellingen spanden echter samen. Het VS-ministerie van defensie ging gewillig mee. Minister van buitenlandse zaken Colin Powell bezorgde valse verklaringen aan de VN-Veiligheidsraad.

De regering van de VS – daarin beaat gevolgd door Brits eerste minister Tony Blair, gaf verschillende redenen om de invasie te rechtvaardigen. De feiten spraken hen volledig tegen:

a) Er waren geen massavernietigingswapens, nucleaire, chemische of biologische, in tegenstelling tot de loze beweringen van de VS-minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell in de VNVeiligheidsraad in februari 2003, beweringen die hij trouwens achteraf zelf ‘the lowest point in my life’ noemde (zie YouTube hierboven)

“We concluderen dat onze inlichtingendiensten volkomen voor de oorlog verkeerd waren in bijna al hun oordelen over massavernietigingswapens van Irak”, aldus de voorzitter van de VS-Commissie over massavernietigingswapens op 31 Maart 2005.

De Iraakse lente van 2013 tegen de corruptie en de repressie werd volledig genegeerd door de Westerse media. Foto: Donna Mulhearn

b) Er was evenmin een link tussen de Iraakse leiding en te terroristen van Al-Qaeda. Een eigen 400 pagina’s tellende rapport van de Amerikaanse Senaat, uitgebracht op 8 september 2006, maakte brandhout van de beweringen over banden tussen Saddam Hoessein en dit terroristisch netwerk.

c) Ten slotte werd beweerd dat de oorlog democratie in Irak zou brengen, als een voorbeeld voor het gehele Midden-Oosten. De ‘dictator’ Saddam moest daarom worden verwijderd.

Dit was dus een illegale aanvalsoorlog. Vooraanstaande internationale persoonlijkheden, gezagsdragers en juristen hebben dit zeer duidelijk gezegd. O.a. Kofi Annan (voormalig VN secretaris-Generaal) en Hans Blix (hoofd van de VN-Commissie voor wapeninspectie) hebben openlijk verklaard dat de Iraakse invasie illegaal was volgens het internationaal recht.

Echte redenen voor een illegale invasie en bezetting

Een oorlog om olie

“Geen Oorlog om Olie” was in 2003 de belangrijkste slogan van de vredesbewegingen in hun verzet tegen deze nakende aanvalsoorlog. Deze slogan werd met klem ontkend door de neoconservatieve regering van George W. Bush en de Britse Labourregering van Tony Blair.

Betoging tegen de nakende invasie van Irak in februari 2003 in Kaapstad. Foto: Jéandré du Toit/CC BY-SA 3:0

Olie was weliswaar niet het enige doel van de oorlog in Irak, maar het was er zeker een centrale doelstelling van, zoals Amerikaanse militaire en politieke figuren hebben getuigd in de jaren volgend op de invasie.

“Natuurlijk gaat het om olie, we kunnen dat echt niet ontkennen,” verklaarde generaal John Abizaid, voormalig hoofd van de US-Central Command en van de militaire operaties in Irak, in 2007.

Voormalig voorzitter Alan Greenspan van de VS-overheidsbank Federal Reserve (de ‘Fed’) schreef in zijn memoires, “Ik vind het jammer dat het politiek zo moeilijk ligt om te erkennen wat iedereen weet: de oorlog in Irak ging grotendeels over olie”.

Minister van Defensie Chuck Hagel zei hetzelfde in 2007: “Mensen zeggen dat we de oorlog niet voor olie voeren. Natuurlijk doen we dat wel !”

Strategische, economische en geopolitieke redenen

Een belangrijke motivatie voor de invasie van Irak in maart 2003 en de daaropvolgende bezetting, was de bedreiging te elimineren die Irak, na het opheffen van de sancties, zou vormen voor de Amerikaanse economische hegemonie in de regio.

Politierepressie van een vredesbetoging in New York City in februari 2003. Foto: Kafziel/CC BY-SA 3:0

Het VS-imperium, dat zijn wortels heeft in de plundering van de Derde Wereld, heeft miljarden dollars doen vloeien van de Derde Wereld naar het Westen via de Wereldbank, het Internationaal Monetair Fonds (IMF), de Wereld Handels Organisatie (WTO) en vrije handelsovereenkomsten.

Een onafhankelijk Irak, vrij om zijn eigen olie ongehinderd te ontwikkelen, had het potentieel om de speciale relatie tussen de VS en Saoedi-Arabië te verstoren. De financiering van de Amerikaanse economie met Saoedische petrodollars is één van de sleutels voor de Amerikaanse wereldhegemonie.

Omwille van de dominante status van de Saoedische staat als olieproducent kan het regime daar in samenwerking met de Amerikanen de olieprijzen bepalen en de landen in de Arabische regio onder controle houden.

De VS had bovendien in 2003 nog geen vaste militaire voet aan de grond in deze strategisch belangrijke olierijke regio. Dat veranderde volledig met de invasie en bezetting van Irak.

Veiligheid en regionale aspiraties van Israël garanderen en bevorderen

De Israëlische betrokkenheid bij de invasie van Irak werd sterk verhoogd sedert 2003. Uit een lezing die werd gegeven op 4 september 2008 door de voormalige Israëlische minister van Veiligheid Avi Dichter in het Research Institute van de Israëlische Nationale Veiligheid, over de Israëlische rol in Irak, kunnen we het volgende onthouden: ‘We hebben in Irak meer bereikt dan we verwacht of gepland hadden’, zei hij. En verder:

President George W. Bush overlegt met zijn adviseurs op de avond voor de invasie. Foto: whitehouse.gov/Public Domain

‘Irak neutraliseren was van het grootste strategische belang voor de veiligheid van Israël’. ‘De militaire macht van Irak werd gebroken, en onze strategische optie is nu om het land gefragmenteerd te houden’. ‘Onze strategische doelstelling blijft om te voorkomen dat Irak terug een regionale macht zou worden’.

‘Israëlische doelstellingen zijn o.a. ondersteuning van de Iraakse Koerden met wapens, training en een partnerschap voor veiligheid, met het oog op een onafhankelijke Koerdische staat in Noord-Irak, die de olie in de Iraakse regio Kirkoek en in Iraaks Koerdistan zal controleren’.

Bescherming van de dollar als internationaal betaalmiddel

In het najaar van 2000 weigerde de Iraakse regering om nog te werken met de dollar, omdat dat in Saddam’s ogen een “vijandige munt” was. Alle Iraakse financiële transacties gebeurden sinds eind 2000 in euro, en de zetel van de Iraakse bankrekeningen bevond zich niet langer in de VS maar in Parijs.

Na de aankondiging door de Iraakse regering dat zij in de toekomst enkel wilde handelen met de euro, steeg de koers van deze munt met 3%.

In 1983 was Saddam Hoessein voor de EU en de VS nog ‘a good guy’, ondanks het feit dat hij toen al een even brutaal dictator was als twintig jaar later:

‘In de echte wereld (…) is de enige factor die ten grondslag ligt aan de Amerikaanse welvaart het behoud van de dollar als wereldreservemunt. Dit kan alleen gedaan worden als de olieproducerende landen de olieprijs in dollars houden, en al hun valutareserves in dollaractiva.’

‘De finale nagel aan de doodskist van Saddam Hoessein was zijn beslissing om te starten met de verkoop van olie in euro’s’, aldus Richard Benson, analist van de VS-banken Citibank en Chase Manhattan.

Iraakse markt klaarstomen voor neoliberale globalisering

Irak was daarnaast ook een ‘probleem’ vanwege zijn gesocialiseerde economie. Irak was een fervente anti-neoliberale, anti-Amerikaanse staat.

Institutionele beleggers, Amerikanen of anderen, zouden worden uitgesloten van deelname aan de heropleving van de Iraakse markten na de sancties: olie, landbouw, gezondheid, onderwijs, productie, etc.

De Iraakse staatseconomie belette Westerse ondernemingen om te investeren in de Iraakse industrie of om Iraakse bedrijven op te kopen.

Protest in Londen tegen de massale slachtpartij van burgers door de VS-troepen in de stad Fallujah (7 november tot 23 december 2004). Foto: Paul Munhoven/CC BY-SA 3:0

Op basis van ervaringen uit het verleden, van Chili 1973 tot Libië 2011, kan men stellen dat het beperken of het beletten van de markttoegang voor Amerikaanse bedrijven reden genoeg is voor de VS om zeer doortastende tegenmaatregelen te nemen.

Tenslotte voeren de VS ook oorlogen om te ontsnappen aan een binnenlandse economische crisis door middel van massale productie, verkoop en inzet van wapens en militair materieel. Kort samengevat: de Verenigde Staten zijn een oorlogseconomie.

15 februari 2003: wereldbevolking massaal in verzet tegen een nakende oorlog

Er werd een aanvalsoorlog gelanceerd ondanks de tegenstand van miljoenen mensen en ontelbare regeringen over de hele wereld. Deze protesten van de wereldgemeenschap werden niet gehoord. Dat wekte grote woede op bij de mondiale sociale- en vredesbewegingen.

Vanaf september 2002 tot de invasie van 19 maart 2003 waren er reeds wereldwijd massale protesten tegen de nakende agressieoorlog. Het hoogtepunt was 15 februari 2003, toen 30 miljoen mensen protesteerden in ongeveer 800 steden over de hele wereld.

Uruk (Irak). Veel archeologische sites werden vernield tijdens de oorlog tegen Irak. Foto:

In het Guinness Book of Records wordt deze dag omschreven als het grootste protest ooit in de menselijke geschiedenis. In de VS waren er betogingen in meer dan 150 verschillende steden, waarvan New York met 500.000 de meeste deelnemers had.

De grootste demonstraties vonden echter plaats in Europa. In Rome waren er ongeveer drie miljoen demonstranten, in Londen 2 miljoen, in Spanje in vijf grote steden meer dan 5 miljoen. In België hadden organisatoren verwacht dat ongeveer 30.000 mensen aan de vredesdemonstratie in Brussel zouden deelnemen. Het werden er meer dan 100.000.

19 maart 2003: illegale invasie en bezetting van Irak

De schoktherapie van onderkoning Paul Bremer III

Op 19 maart 2003 begon de grootscheepse aanval op Irak door een coalitie ‘of the willing’ onder leiding van de VS met de naam Shock and Awe. Er werden 41.000 gevechtsvluchten uitgevoerd en 27.000 bommen gedropt. Ongeveer 200.000 soldaten namen deel aan de grondinvasie.

Minder dan een maand later, op 9 april 2003 werd de Iraakse hoofdstad Bagdad veroverd door de Amerikaanse troepen.

Op 1 mei 2003 verklaarde President George W. Bush aan boord van een Amerikaans vliegdekschip voor de kust van San Diego, Californië dat de oorlog (die hij niet oorlog noemde, maar ‘major combat operations’) was afgelopen. Op de achtergrond tijdens zijn toespraak hing een spandoek Mission Accomplished.

Opdracht volbracht? De gruwelijke vernietiging van een volledig land moest nog beginnen. Foto: Alun Salt/CC BY-SA 2:0

Paul Bremer III, voormalig managing director van het consultancy-bedrijf Kissinger and Associates werd van mei 2003 tot 28 juni 2004 bestuurder van Irak. Op 12 mei arriveerde hij in Irak, om het hoofd te worden van de nieuwe bestuursmacht, de Coalition Provisional Authority.

De regering van Bush delegeerde al haar machten rechtstreeks aan Bremer die vrijelijk en zonder enige inmenging wetten kon introduceren. In een mum van tijd vaardigde hij 100 orders uit die Irak veranderden in een gigantisch vrijemarktparadijs, een helse nachtmerrie voor de Irakezen.

De VS koloniseerden het land, plunderden op grote schaal, en maakten Irak een moordend kapitalistisch laboratorium, een massavernietigingswapen.

Nieuwe economische wetten voerden lage belastingen in, Iraakse activa werden voor 100% eigendom van buitenlandse investeerders met het recht om alle winsten naar het buitenland te versluizen, onbeperkte invoer, en langetermijndeals en pachtovereenkomsten van 30-40 jaar die Irakezen onteigenden van hun eigen middelen. Deze ‘wetten’ voorzagen dat geen enkele toekomstige overheid ze mocht veranderen.

Onthutsende cijfers over de vernietiging van Irak

De gevolgen in menselijke en culturele termen van de vernietiging van de Iraakse staat zijn enorm:

  • de dood van waarschijnlijk meer dan 2,5 miljoen burgers;
  • de vernietiging van de sociale infrastructuur, waaronder elektriciteit, drinkwater en riolering en de openbare instellingen.

Al deze verschrikkelijke verliezen werden nog verergerd door ongekende niveaus van culturele verwoesting, aanvallen op nationale archieven en monumenten die de historische identiteit van het Iraakse volk vertegenwoordigen.

Genadeloze repressie leidde tot massale gedwongen verplaatsing van het grootste deel van de opgeleide middenklasse van Irak – de belangrijkste motor van de vooruitgang en ontwikkeling in moderne staten.

De Iraakse intellectuele en technisch geschoolde middenklasse, waaronder artsen, ingenieurs, advocaten, rechters, alsmede politieke en religieuze leiders, werd onderworpen aan een systematische en voortdurende campagne van intimidatie, ontvoering, afpersing, willekeurige executies en gerichte moordaanslagen. Ontvoering en moord op de intellectuele middenklasse dwong de meerderheid van hen om te vluchten..

Tabel: watson.brown.edu

552 mediamensen werden vermoord tussen maart 2003 en eind 2020. Ten minste 210 advocaten en rechters werden vermoord na de invasie in 2003, bovenop tientallen die gewond werden bij aanvallen tegen hen.  Tussen 2003 en 2014 werden meer dan 2000 artsen vermoord en meer dan 500 academici en professoren.

9,2 miljoen Irakezen werden interne ontheemden of vluchtelingen in het buitenland tussen 2003 en 2021, volgens de gegevens van het Costs of War Project van Brown University in Boston.

Vergelijk dit met het aantal vluchtelingen uit andere landen:

  • Syrië 7,1 miljoen
  • Afghanistan 5,9 miljoen
  • Jemen 4,6 miljoen
  • Somalië 4,3 miljoen
  • Pakistan 3,7 miljoen
  • Filipijnen 1,8 miljoen
  • Libië 1,2 miljoen.

Ongebreidelde chaos, corruptie en geweld belemmerden elke inspanning voor de wederopbouw, waardoor de fundamenten van de staat Irak in 2023 nog steeds in puin zijn.

De meerderheid van de westerse journalisten, academici en politici hebben geweigerd om de dodentol en de culturele vernietiging op een dergelijk grote schaal te erkennen als de volledig voorspelbare gevolgen van de Amerikaanse bezettingspolitiek. Het idee wordt nog steeds beschouwd als ondenkbaar, ondanks de openheid waarmee deze doelstelling werd nagestreefd.

In 2010 was de kindersterfte in Irak tegenover 1990 met maar liefst 150% toegenomen, toen de draconische VN-sancties voor het eerst werden opgelegd.

De journalist die dit bewijs van VS-oorlogsmisdaden in Irak uitbracht wacht al tien jaar op uitlevering aan de VS, terwijl de daders en hun politieke bevelvoerders nog steeds ongestraft en onvervolgd rondlopen:

Tijdens het embargo, dat tot mei 2003 duurde, was de belangrijkste doodsoorzaak voor kinderen beneden vijf jaar vervuild water dat niet geschikt was voor consumptie.

Na de invasie kwam er tijdens de bezetting nauwelijks verbetering. In 2005 overleden ongeveer 122.000 kinderen voor de leeftijd van 5 jaar. Meer dan de helft van deze sterfgevallen betrof pasgeboren baby’s in de eerste levensmaand.

Tot 5,6 miljoen Irakezen tussen de leeftijd van 0 tot 17 jaar zijn weeskinderen, terwijl 2 miljoen Iraakse vrouwen tussen 14 en 52 jaar weduwe zijn.

In de onderwijssector werden 9.000 van de 14.658 scholen geheel of gedeeltelijk vernield en er zijn 11.000 bijkomende scholen nodig om tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van de schoolgaande jeugd, volgens cijfers van het Iraaks Ministerie van Onderwijs in 2017.

Een uitgebreide analyse van de gruwelijke gevolgen van de invasie en de bezetting voor de bevolking van Irak tot vandaag vind je hier Irak: de gevolgen van oorlog en bezetting tot vandaag

De VN-Wereldgezondheidsorganisatie schatte dat 70 procent van de Irakezen geen toegang heeft tot schoon water en 80 procent geen sanitaire voorzieningen, omstandigheden die leiden tot cholera-epidemieën.

Het gebrek aan schoon water en sanitaire voorzieningen is vooral een grote zorg onder de Iraakse intern ontheemden (IDP’s), van wie velen nog steeds in informele nederzettingen wonen.

Elektriciteit is er slechts 5 à 8 uur per dag. In Bagdad stroomt bijna twee derde van het afvalwater van de stad nog steeds ongezuiverd naar rivieren en andere waterwegen.

Een Oxfam-rapport van 29 juli 2007 concludeerde dat 9 miljoen Irakezen onmiddellijke noodhulp nodig hadden, en bijna de helft van de Iraakse bevolking in absolute armoede leefde.

4 miljoen Irakezen hadden niet voldoende voedsel en hadden verschillende vormen van humanitaire hulp nodig. Slechts 60% van deze 4 miljoen mensen hadden toegang tot de voedselrantsoenen tegenover 96 procent in 2004.

De werkloosheid bedroeg officieel 50 procent, officieus tot 70 procent. 92 procent van de Iraakse kinderen hadden leerachterstand en/of werden verhinderd om school te lopen.

Er is geen hoop op onmiddellijke verbetering. Het VN-Wereldvoedselprogramma (WFP) heeft in haar rapport van 2 augustus 2016 de catastrofale cijfers nog eens op een rijtje gezet:

  • 10 miljoen mensen hebben humanitaire hulp nodig;
  • 18 provincies worden geteisterd door interne conflicten;
  • 3,2 miljoen mensen zijn intern ontheemd;
  • 2,4 miljoen mensen hebben nood aan voedselhulp.

Bijna 75 procent van de kinderen onder de leeftijd van 15 gaan werken om hun families te helpen in plaats van naar school te gaan.

Ruwe schattingen geven aan dat meer dan een miljoen mensen worden vermist in Irak. Nu nog komen ‘verdwijningen’ voor op een zeer regelmatige basis.

Paul-Henri Arni van het Internationaal Comité van het Rode Kruis (ICRC) verklaarde dat Irak na drie opeenvolgende conflicten – de oorlog met Iran in de jaren 1980, de eerste Golfoorlog in 1991 en de door de VS geleide invasie van 2003 – waarschijnlijk het grootste aantal vermiste personen telt in de wereld.

Koloniale reorganisatie van een land

De VS-burger Peter McPherson werd tijdens de bezetting benoemd tot hoofd van het Iraaks Bureau voor de Ontwikkeling van de privésector.

Een van de eerste dingen die hij deed was een analyse maken van de 150 fabrieken en 48 bedrijven van het Ministerie van Industrie om na te gaan of het de moeite waard was om ze te privatiseren.

Daarvoor had hij 3 mensen ter beschikking. Ter vergelijking: Duitsland had 8.000 mensen in dienst voor de privatisering van de voormalige Oost-Duitse fabrieken na de Duitse hereniging.

13.328 fabrieken werden stilgelegd sinds de bezetting. Irak moet sindsdien voedsel, bouwmaterialen, en diverse noodzakelijke benodigdheden invoeren.

De ooit zelfvoorzienende landbouwsector ligt op apegapen, want de bewerkte landbouwoppervlakte in Irak is gedaald van 12 miljoen tot 3 miljoen hectare (cijfers van 2017).

Irak is volgens de rapporten van Transparency International het meest corrupte land van de Arabische wereld. Diepgewortelde corruptie in Irak is een van de factoren die de inspanningen voor de wederopbouw al twee decennia belemmert.

De exacte omvang van de corruptie en verspilling van Iraakse openbare middelen is moeilijk exact vast te stellen, maar verschillende functionarissen hebben cijfers verstrekt tussen $ 229 miljard en $ 1.000 miljard.

Irak is eveneens het land met het grootst aantal slachtoffers van terrorisme, volgens de Global Terrorism Index.

De in 2007 gelanceerde Global Peace Index (GPI) rangschikt landen jaarlijks op basis van rust, vrede en geweld. Van de 144 onderzochte landen in haar verslag van 2009 werd Irak als laatste gerangschikt, Afghanistan voorlaatste. In 2020 bekleedde Irak plaats 161 op 163 landen.

Bagdad, minst leefbare stad op de planeet

Mercer is het grootste human resources adviesbureau ter wereld. In mei 2010 publiceerde het zijn jaarlijkse studie The Mercer Quality of Living, een onderzoek naar de ‘meest leefbare stad’ van 2010. Bagdad werd als laatste gerangschikt: het minst leefbare stad op de planeet.

Dit was te wijten aan de volledige vernietiging van talloze Iraakse zuiveringsinstallaties voor afvalwater, fabrieken, scholen, ziekenhuizen, musea en energiecentrales door het Amerikaanse leger. Ook in de rankings van 2015 tot 2019 bleef Bagdad op de laatste plaats figureren.

Het VN-agentschap UN-HABITAT publiceerde het 218-pagina’s tellende rapport State of the World’s Cities 2010-2011. Bijna opzettelijk verborgen in deze statistieken is een schokkend feit over de stedelijke Iraakse bevolking.

In de afgelopen decennia, voorafgaand aan de Amerikaanse invasie van Irak in 2003, bleef het percentage van de stedelijke bevolking in krottenwijken in Irak hangen net onder de 20 procent.

In 2010 was dat percentage gestegen tot 53 procent: 11 miljoen van de totale 19 miljoen stedelingen leven in krottenwijken. In het afgelopen decennium hebben de meeste landen vooruitgang geboekt wat betreft vermindering van sloppenwijken. Irak is in diezelfde periode snel en gevaarlijk in de tegenovergestelde richting geëvolueerd.

Nog dramatischer zijn de gevolgen voor het Midden-Oosten zelf. Een rapport van de Indiase Strategic Foresight Group van  27 januari 2009 Costs of the Conflict in the Middle East kwam tot volgende cijfers.

De conflicten in het gebied hebben sinds 1991 aan de landen en de mensen van de regio 12.000 duizend miljard dollar gekost. Het rapport voegde eraan toe dat het Midden-Oosten “een recordbedrag aan militaire uitgaven heeft besteed in de afgelopen 20 jaar en wordt beschouwd als de meest bewapende regio in de wereld…”

Als het conflict in het Midden-Oosten in 1991 ten tijde van het vredesproces in Madrid was opgelost, zouden bijna alle gezinnen in de Arabische wereld en Israël het dubbele inkomen per hoofd van de bevolking hebben dat zij vandaag hebben. Het bruto binnenlands product van Irak zou 300 miljard dollar zijn geweest in plaats van 59 miljard, zoals verwacht wordt in 2010.”

Stel je voor dat deze bedragen zouden zijn besteed aan de ontwikkeling van het platteland en stedelijke infrastructuur, dammen en reservoirs, ontzilting en irrigatie, bebossing en visserij, industrie en landbouw, de geneeskunde en de volksgezondheid, huisvesting en informatietechnologie, werkgelegenheid, gelijkmatige ontwikkeling van steden en dorpen, en het herstel van de verwoestingen van de oorlog, in plaats van aan wapens die alleen maar vernietiging brengen.

Iraaks Nationaal Verzet verdrijft bezetters uit hun land

Voor de oorlog in Irak, tijdens een bijeenkomst van de Arabische Liga, deed secretaris-generaal Amr Moussa zijn beroemde uitspraak dat een Amerikaanse oorlog tegen Irak “de poorten van de hel zou openen”.  Dat geschiedde ook. De Amerikaanse invallers werden niet met bloemen begroet in 2003.

Een uitgebreide analyse van de ware aard van het Iraaks Nationaal Verzet tegen de bezetting vind je hier: Gerechtvaardigd Iraaks verzet tegen de bezetters van hun land

Het bestaande reguliere Iraakse leger werd snel ontbonden door de bezetter. Het verzet tegen de invasie en buitenlandse bezetting begon reeds kort na de invasie van 2003, toen de officieren van het Iraakse leger versmolten met de bevolking en een guerrilla-oorlog startten.

De meeste Irakezen (92-98 procent) waren gekant tegen invasie en bezetting van hun land. Het verzet was in de eerste plaats gericht tegen de coalitietroepen en later ook tegen de door de bezetters georganiseerde Iraakse veiligheidstroepen, die als collaborateurs werden aangezien.

VS-journalist Nir Rosen beschreef de situatie van de Amerikaanse soldaten zo: “Verloren in Irak…. niet in staat om enige macht uit te oefenen, behalve op de straathoeken waar ze staan”.

Gewapende mannen in gevechtsuitrusting hebben uiteraard altijd een zekere macht, maar als de bevolking die soldaten niet op haar bodem wil, blijft het moeilijk om de controle over een stad, laat staan over een land te verwerven.

Verzet tegen een bezetter met wereldwijde gevolgen

Dankzij zijn strijd slaagde het Iraaks verzet er in om het Amerikaanse leger binnen de grenzen van Irak te houden gedurende vele jaren.

Dankzij het Iraakse gewapende verzet verkregen andere landen, vooral in Latijns-Amerika, enige ademruimte en veel onafhankelijke regeringen konden zo in die periode verkiezingen winnen, waaronder Bolivia, Ecuador en Nicaragua.

Laten we niet vergeten wat het plan van de neoconservatieve krachten in de VS was: zeven oorlogen voeren in 5 jaar tijd: Irak, Syrië, Libanon, Libië, Somalië, Soedan en Iran. De aanval op Libië in 2011 was met andere woorden al lang gepland.

Het felle Iraakse verzet heeft de VS echter gedwongen om die plannen uit te stellen, maar presidenten Obama en Trump hebben die plannen nadien gedeeltelijk toch gerealiseerd, evenwel pas na uit Irak te zijn verdreven door het gewapend verzet.

Auteur en onderzoeker Nicolas J.S. Davies daarover: De mensen in Irak hebben dit geweld niet gewild. Het geweld werd hen opgedrongen door een brutale, gehersenspoelde Amerikaanse bezetting in alliantie met gewetenloze Iraakse ballingen.”

“Amerikaanse functionarissen waren volledig voorbereid om het lot van het Iraakse volk te herleiden tot een bloedige strijd, waarbij ze geloofden dat hun eigen veel grotere capaciteit tot geweld uiteindelijk van doorslaggevend belang zou blijken. Net als in Vietnam, ontdekten ze dat hun wapens Irak wel konden vernietigen, maar niet veroveren.”

Geweld wordt veroorzaakt door een bezetting, niet door de mensen die vechten om die bezetting te beëindigen. Overal volgt gewelddadig verzet na een buitenlandse militaire invasie en bezetting.

Zoals Martin Luther King zei: “Ik zou nooit mijn stem kunnen verheffen tegen het geweld van de onderdrukten … zonder eerst duidelijk te hebben gesproken over de grootste leverancier van geweld in de wereld van vandaag – mijn eigen regering”.

Het verzet richtte zich tegen de bezetters

75 procent van de geregistreerde aanslagen, (op basis van de driemaandelijkse reviews van het Amerikaans Congres) waren direct gericht tegen de bezettingsmacht, nog eens 17 procent tegen de Iraakse regeringstroepen.

De overige 8 procent aanslagen was gericht tegen niet nader genoemde burgerdoelen. Het zijn deze laatste 8 procent incidenten waarover de grote media hier steeds weer hebben bericht.

Het gemiddelde aantal aanslagen in juni 2007 was gestegen tot ongeveer 185 per dag, wat neerkomt op 1.300 per week, meer dan 5.500 per maand. Een andere manier om deze cijfers te bevatten: ieder uur, iedere dag en nacht waren er 7 à 8 nieuwe aanslagen met Improvised Explosive Devices (IED), zoals bermbommen of door sluipschutters, enz.

Vanaf medio 2007 is het aantal dagelijkse aanvallen wel afgenomen, met behulp de extreme repressie van door de VS georganiseerde doodseskaders en sektarische regeringsmilities.

Het aantal Iraakse veiligheidstroepen van de met de bezetter collaborerende regering nam gestaag toe. In maart 2007 bedroeg hun aantal ongeveer 330.000. In maart 2011 was dat aantal al gestegen tot 670.000.

Ze werden vaak ingezet als vooruitgeschoven stoottroepen voor het buitenlandse bezettingsleger. Het is dus niet verwonderlijk dat zij werden geviseerd door het verzet.

Verder nog: heel wat aanslagen die hier werden weergegeven als ‘aanslagen op burgers’ waren gericht tegen overheidsfunctionarissen, vertalers, privé-contractanten (een eufemisme voor ‘huurlingen’) die opereerden in burgerkleding en vaak gestationeerd waren in civiele gebieden. Officiële Amerikaanse schattingen vermeldden meer dan  100.000 privé-contractanten in Irak in 2007.

Het Iraaks verzet beschermde de burgerbevolking

Hoe is dat verzet ontstaan? Na de invasie werden het bestaande leger en de veiligheidsdiensten, alsook de openbare dienstverlening, ontbonden door de bezetter.

De Irakezen organiseerden zich door het wegvallen van eigen ordediensten in de wijken om zo het hoofd te bieden aan de wetteloosheid en de chaos die daardoor ontstaan was. Het centrum van die organisatie was meestal de moskee.

Anders dan de christelijke kerken in het Westen, is een moskee immers een ontmoetingsplaats voor de lokale gemeenschap. Daar werden geneesmiddelen verzameld, stroom verdeeld door middel van stroomgenerators, de samenleving georganiseerd, de noden van de bevolking besproken…… en daar werd het verzet gecreëerd.

Mensen van alle politieke strekkingen en religieuze opvattingen verenigden zich daar met één gemeenschappelijk doel: de bezetter verdrijven. Daarom is het absurd om het Iraaks verzet als ‘fundamentalistisch, Baathistisch (naar de vroegere Ba’ath-partij) of islamistisch” te omschrijven.

Het Iraakse verzet was niet gericht tegen de eigen Iraakse burgers. Integendeel, het verzet beschermde de burgerbevolking tegen raids en aanvallen op hun huizen en buurten door de bezettingsmacht en door de Iraakse collaborerende milities.

Op 12 april 2007 schreef Haifa Zangana, Iraakse schrijfster en commentator, hierover: “De bezetting heeft geen ruimte gelaten voor enig initiatief, onafhankelijk van het politieke proces, geen ruimte voor een vreedzame oppositie of empowerment van het maatschappelijk middenveld. Alleen de moskee kan tegenwoordig deze rol vervullen.”

“Bij afwezigheid van de staat leveren een aantal moskeeën basisdiensten en dienen als klinieken of scholen. Naast de oproep tot het gebed, waarschuwen hun luidsprekers de mensen voor dreigende aanvallen of doen ze een oproep voor bloeddonoren.”

Het Iraakse volk steunde massaal het Iraaks verzet

Het Iraaks Nationaal verzet was geen allegaartje schimmige islamitische ‘terroristen’ zoals dat in de westerse media werd omschreven, maar een echt volksverzet tegen de meest wreedaardige imperialistische grootmacht die de wereld ooit heeft gekend.

Het is het Iraaks verzet dat de VS- en Britse troepen heeft verdreven uit hun land, laat daar geen enkele twijfel over bestaan.

Het Iraaks verzet was trouwens volledig legaal volgens het internationaal recht, in tegenstelling tot de Amerikaanse invasie en bezetting die ontegensprekelijk wèl illegaal was.

De fout van president Bush en Brits eerste minister Blair was niet dat er geen plan voor na de invasie was, zoals nog steeds wordt beweerd in de media hier.

Er was immers wel degelijk een planning voor na de oorlog: de ontmanteling van de Iraakse staat, te beginnen met de ontbinding van het leger en de veiligheidstroepen, de de-Ba’athificatie, de invoering van de sektarische quota en de grootschalige privatisering van de Iraakse economie.

De echte en grootste fout van Bush en Blair is dat zij de veerkracht en het verzet van het Iraakse volk en de vastberadenheid om zijn volledige soevereiniteit te heroveren, ernstig hebben onderschat.

Oorlogsstokers moeten ter verantwoording worden geroepen

De internationale gemeenschap en de internationale mensenrechtenorganisaties, die de onuitsprekelijke schendingen van de mensenrechten in Irak hebben gedoogd, moeten dringend hun verantwoordelijkheid opnemen.

Zo niet zal de geschiedenis rechter zijn van de misdadige verwaarlozing van het Iraakse volk door de internationale gemeenschap in de afgelopen decennia.

Het VN-Bureau van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten (OHCHR) moet de mensenrechtenschendingen door de Iraakse regering, door de Amerikaanse “adviseurs”, door de buitenlandse huursoldaten en door de regionale machten die nog steeds in Irak aanwezig zijn, nauwlettend in de gaten houden. Daarom is  benoeming door het OHCHR van een speciale rapporteur voor Irak een noodzaak.

Het is onaanvaardbaar dat de geschiedenis wordt herschreven door binnenvallende machten die illegaal een soeverein land bezetten, een invasie en bezetting die de VN en officiële internationale organisaties voor de mensenrechten nooit ten gronde hebben veroordeeld.

“Het initiëren van een aanvalsoorlog is in wezen een kwade zaak (…) Het is niet alleen een internationale misdaad, het is de hoogste internationale misdaad, die alleen verschilt van andere oorlogsmisdaden in zoverre dat die het geaccumuleerde kwaad van het geheel bevat”. volgens het Internationaal Militair Tribunaal in Neurenberg, dat volgde op de Tweede Wereldoorlog.

De VN hebben tijdens de invasie, de bezetting en zijn nasleep uitgeblonken in passieve stilte. Stilte is medeplichtigheid. En stilte doodt.

De vredesbeweging moet gerechtigheid blijven eisen voor het Iraakse volk en moet de onuitsprekelijke schendingen van de mensenrechten die plaatsvinden in Irak, blijven blootleggen.

De verantwoordelijkheid van de betrokken oorlogsheren – hun namen zijn  bekend – en van de internationale gemeenschap moeten blijvend onder de aandacht gebracht worden.

Creative Commons

dagelijkse newsletter

take down
the paywall
steun ons nu!