Tijdens een persconferentie op 22 januari 2017 meldde Yang Wenzhuang van de Chinese Nationale Commissie voor Gezondheid en Familieplanning: “ (deze evolutie) toont aan dat het universele tweekinderenbeleid op tijd is gekomen en effectief heeft gewerkt”. Sinds 2014 mogen paren waarvan één van de ouders zelf enig kind is, een tweede kind hebben. Begin 2016 werd het dit tweekinderenbeleid naar alle Chinezen uitgebreid.

Meer gezondheidspersoneel

Volgens experts zal het aantal geboortes in China tegen 2020 elk jaar tussen de 17 en de 20 miljoen liggen. Om deze nieuwe babyboom op te vangen wil de overheidscommissie 140.000 extra gezondheidswerkers opleiden en aanwerven in de komende twee jaar.

Een studie in 2015 wees echter uit dat 75 procent van de Chinezen nog twijfelachtig staat tegenover het hebben van een tweede kind. De onzekere economische situatie is de belangrijkste reden waarom ze gezinsuitbreiding uitstellen. “We overwegen daarom om mensen een geboortepremie te geven als ze een tweede kind nemen”, zei Yang.

De Chinese éénkindpolitiek werd in 1979 ingevoerd als remedie tegen het groeiende bevolkingsaantal. De Communistische Partij hoopte zo de groeiende vraag naar drinkwater en andere bronnen binnen de perken te houden.

Door deze éénkindpolitiek ontstond echter een onevenwicht tussen mannen en vrouwen omdat veel Chinese echtparen een abortus lieten uitvoeren als ze een meisje verwachtten. Ook kampt China met een enorme vergrijzing van de bevolking. Dit nieuwe beleid heeft als doelstelling tegen 2050 de vergrijzing met 2 procent te doen dalen en 30 miljoen extra werkkrachten klaar te hebben voor de groeiende arbeidsmarkt.

China birth rate up after one-child rule change